Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Diabetes (colleges+aantekeningen) €4,19   Ajouter au panier

Notes de cours

Diabetes (colleges+aantekeningen)

1 vérifier
 65 vues  1 achat
  • Cours
  • Établissement

Dit document bevat alles wat in de colleges van ziekteleer in het blok diabetes is besproken. (Master Medische Psychologie UvT)

Aperçu 4 sur 65  pages

  • 8 décembre 2021
  • 65
  • 2021/2022
  • Notes de cours
  • -
  • Toutes les classes

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: annabo938 • 2 année de cela

avatar-seller
College 30: Etiologie van Diabetes

Leerdoelen:
1. Begrijpen en uitleggen een aantal soorten diabetes
2. Kennis over risicofactoren voor diabetes
3. Hoe vaak kom het voor, epidemiologie beschrijven
4. Patiënten perspectief
5. Opdracht met oorzaken
14 november wereld diabetesdag. Dit jaar thema: access diabetes care
Diabetes soorten
Internist komt nog wat vertellen over type 1 en type 2-diabetes
 Type 1
 Type 2
 Pre-diabetes
 Zwangerschapsdiabetes
 LADA
 MODY
 Neonatale diabetes
 Diabetes insipidus

Type 1 Type 2

Type diabetes Auto-immuun Niet auto-immuun

Onderliggend mechanisme Insuline producerende Insuline resistentie en
cellen beschadigd-Pancreas verminderde insuline
levert geen insuline meer gevoeligheid

Behandeling Volledig insuline-injectie Dieet, medicatie, insuline
afhankelijk

Diagnose periode Kinderleeftijd Volwassen leeftijd

Risicofactorprofiel Minder afwijkend-normaal Afwijkend profiel-
gewicht overgewicht/obesitas

Frequentie 5-10% minder voorkomend 95% veel voorkomend-
–incidentie stijgt gestaag epidemie
Verschil tussen type 1 en type 2
Voordat we insuline konden spuiten gingen mensen, vooral kinderen, gewoon dood. Bij
type 1 is het dus een auto-immuunziekte, bij type 2 is dat niet zo. Bij type 2-diabetes
doet je lichaam nog wel wat. En dus kun je type 2 behandelen met leefstijl en ook
behandelen met glucose verlagende medicatie.

Prediabetes
Officieel is prediabetes nog geen ziekte. WHO definieert prediabetes als een fase van
intermediate hyperglycemia met 2 parameters;
 Impaired fasting glucose (IFG) gebaseerd op nuchter plasma glucose (PFG) tussen
6.1-6.9 mmol/L
 Impaired glucose tolerance (IGT) gebaseerd op de 2 uur plasma glucosewaarden
tussen 7.8-11.0 mmol/L  gemeten met OGTT – orale glucosetolerantie test
Boven de 11.0 is het diabetes type 2.
 Of een HbA1c tussen 6.0-6.5% (HbA1c = reflectie van de afgelopen 3 maanden
het is dus een soort gemiddelde, 3 maanden omdat je rode bloedcellen ongeveer
3 maanden leven.) WHO geeft aan dat mensen een verhoogd risico hebben, maar
dit niet gebruiken voor management of diagnose. Maar wel gebruikt in onderzoek


1

, en wanneer patiënt al bekend is met diabetes en dus gebruikt wordt als een
check.
HbA1c < 7 % is je target.

Prevalentie
 Prevalentie wereldwijd 374 miljoen mensen in 2019- verhoging naar 548 in 2045
 Een eerder stadium voor diabetes waarbij mensen al een verhoogd glucose in het
bloed hebben
 Nog niet zo hoog als bij type 2-diabetes
 Het lichaam reageert al minder goed op insuline
 Het lichaam heeft veel moeite met verwerking van bloedsuikers
 Mensen ervaren vaak nog geen klachten/symptomen
 Maar verhoogde bloeddruk en verhoogd cholesterol kan la wel worden gevonden
in dit stadium, vaatschade aan het hart, ogen, bloedvaten kan al in dit stadium
optreden.
 In de toekomst verhoogde kans op diabetes.
 Hoe komen we hier achter?  mensen komen binnen met een hartinfarct in het
ziekenhuis en

Bloedsuiker spiegel regulatie
Na het eten van glucose/koolhydraten stijgt
je bloedsuiker. Je insuline in het bloed zorgt
ervoor dat glucose wordt opgenomen in
weefsels. Bij gezonde mensen is de piek
weer afgenomen na ongeveer 3 uur. Wat je
ziet bij mensen met prediabetes en
diabetes, is dat die piek hoger ligt en langer
duurt voordat het terug is naar normaal.
Wanneer bloedsuikerlevel onder een
bepaalde waarde komt gaat het lichaam
glucagon aanmaken waardoor glycogeen
wordt omgezet in glucose.

Zwangerschapsdiabetes
Gestational diabetes of diabetes gravidarum
Zwangschapsdiabetes = verhoogde glucose intolerantie tijdens zwangerschap. Door
hormonale factoren afkomstig van placenta kan zwangerschapsdiabetes ontstaan,
lichaam is minder gevoelig voor insuline en bloedsuikerspiegel stijgt.
Hogere bloedglucose levels in de moeder leiden tot extra glucose naar de baby en zorgt
voor een te grote groei bij de baby (=macrosomie).
 Komt voor bij 5-20% van de zwangerschappen
 Hoge bloedglucosewaarden in bloed tijdens de zwangerschap
 In welke mate GD zich voordoet, hangt af van de hoeveelheid bètacel reserves bij
de moeder.
 Ontwikkelt meestal in het 3e trimester (na 28 weken)
 Over het algemeen verdwijnt zwangerschapsdiabetes als kind is geboren
 Diagnose dmv Orale Glucose Tolerantie Test (OGTT)  De afkappunten liggen
lager dan bij diabetes type 2. Bij een OGTT al afkappunt van 8.0 mmol/L

Risico’s voor het kind tijdens zwangerschapsdiabetes
Meestal zijn er geen ernstige verwikkelingen omdat de bloedglucosewaarden meestal
pas te hoog zijn na de 20e week en dan zijn de organen van baby al gevormd.
Toch wel risico’s voor baby:
 Te sterke groei van baby (macrosomie) met een grotere vetopstapeling, een
grotere moederkoek en meer vruchtwater.


2

,  Grotere kans op complicaties rond de geboorte zoals vroeggeboorte, traumata bij
bevalling (schouderontwrichting, geelzucht, moet met ademhalen/drinken),
hypoglycemie
 Zwaardere baby voor zijn zwangerschapsleeftijd, die er ogenschijnlijk gezonder uit
ziet dan het is.
 Verhoogde kans op ontwikkelen diabetes en overgewicht later.

Risco’s voor moeder
 Keizersnede en problemen bij bevalling
 Kans op miskraam, doodgeboorte
 Te veel vruchtwater, waardoor baby te vroeg kan worden geboren
 Problemen met hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap
 Urineweginfecties
 Grote kans om opnieuw diabetes te ontwikkelen bij een volgende zwangerschap
 50% meer kans om later diabetes type 2 te ontwikkelen.

LADA
= latent auto-immuun diabetes in adults
 Type 1 diabetes op latere leeftijd (>30 jaar)
 Ontwikkeling van LADA gaat langzamer, dus mensen kunnen nog even zonder
insuline spuiten
 Auto-imuun ziekte
 Wordt vaak aangezien voor type 2
 Oorzaak: alvleesklier stopt met produceren van voldoende insuline, langzame
schade aan insuline producerende cellen in pancreas.
 Vaak geen overgewicht
 Je kunt dit meten door antistoffen aan te tonen in het bloed
o Islet autoantibodies, enzyme glutamic acid decarboxylase anti-bodies
(GADA)
 Behandeling in het begin (eerste 6 maanden) geen insuline, later wel
 10-15% van diabetes type 2 mensen hebben misschien LADA

Typische kenmerken LADA
 35-60 jaar
 Familiaire voorgeschiedenis type 1
 Voorgeschiedenis type 1 diabetes/auto-immuunziekten
 BMI < 25
 Acute symptomen bij diagnose

MODY = maturity onset diabetes of the Youth
 Begint tussen 20-25 jaar, maar MODY wordt soms pas later ontdekt
 Erfelijke vorm van diabetes dit is de oorzaak voor MODY (LUMC lab)
 Alvleesklier reageert niet goed, geeft te weinig insuline af.
 Komt ook niet heel vaak voor en heeft dus ook familiare component.
 Als de hoeveelheid suiker in het bloed stijgt (na eten), moet alvleesklier insuline
afgeven. Bij MODY reageert de alvleesklier niet genoeg. Daardoor wordt er wel
wat insuline afgegeven maar niet genoeg.

Risico’s op MODY
1. Als meerdere personen in familie diabetes hebben + meerdere generaties
2. Minimaal 1 familielid waarbij diagnose diabetes op jonge leeftijd (<25 jaar) is
vastgesteld.

Diagnose MODY
 Symptomen van MODY lijken op die van type 1 en 2 diabetes


3

,  Vaak een verkeerde diagnose
 DNA-onderzoek is echt nodig
 Tussen 1-3% van alle diabetes gevallen.

Typische kenmerken MODY
 Start diabetes in jonge mensen < 25 jaar
 BMI < 25
 Insuline afhankelijkheid
 Familiaire voorgeschiedenis diabetes (elk type)
 Vaak geen insuline resistentie
 Vaak afwezigheid beta cell autoimmunity




Neonatale diabetes
 Ook genoemd congenitale diabetes, diabetes in infancy
 Mutatie in single genen-monogenic
 Komt voor 1/90,000-160.000 geboorten
 > 20 bekende genetische factoren
 Verdwijnt bij peuters maar kan later terugkomen.
 Mensen die al in hun eerste 6 levensmaanden diabetes krijgen, kunnen een
speciale genetische vorm hebben van neonataal diabetes. Die moet anders
worden behandelen dan diabetes type 1.
 Rotterdamse onderzoekers ontdekten een bepaald gen dat anders is dan bij de
‘gewone’ diabetes soorten. Het heet Kir-6.2 Deze variant zorgt ervoor dat een
kanaaltje in de alvleesklier minder goed werkt. Dat probleem kan worden
behandeld met tabletten.

Diabetes insipidus – niet echt diabetes
 Zeldzame vorm, heeft niets te maken met bloedsuiker
 Het regelmechanisme voor vochtopname en vochtuitscheiding van het lichaam
niet goed. De nieren scheiden voortduren water/vocht uit waardoor je veel moet
plassen.
 Je kan gedehydrateerd/uitgedroogd raken
 Het kan leiden tot een hoge hartslag, lage bloeddruk en constipatie
 Symptomen: extreme dorst, veel plassen, ook ’s nachts, voorkeur voor koude
dranken.

Vormen van diabetes insipidus
 Central diabetes insipidus = ontstaat door een hormonale verstoring in de
hersenen. Bijvoorbeeld door een tumor, hersenoperatie of hersenletsel.
 Nephrogenic diabetes insipidus = een vorm die ontstaat doordat de nieren niet
goed werken. Deze vorm is meestal erfelijk, maar kan ook komen door medicijnen
of andere aandoeningen.
 Gestational diabetes insipidus = een vorm die alleen voorkomt tijdens de
zwangerschap en meestal zo’n 4 tot 6 weken na de bevalling weer verdwijnt.
 Primary polydipsia = een vorm van verstoring in het dorst-mechanisme dat vanuit
de hersenen wordt geregeld. Je krijgt dan meer dorst en drinkt en plast te veel.

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mlvkusters. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,19  1x  vendu
  • (1)
  Ajouter