Hoofdstukken 6,7, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22 en 24 worden beschreven
Samenvatting wordt ondersteund met plaatjes en begrippen worden duidelijk uitgelegd.
Onderwerpen:
- Humanistische theorieën over psychisch functioneren en psychopathologie
- Systeembenaderingen van de psychopathologi...
Hoofdstuk 6 Humanistische theorieën over psychisch functioneren en psychopathologie
Humanistische opvattingen
Kenmerk:
nadruk op het individuele
karakter van de mens
Belangrijke vertegenwoordigers van deze stroming:
• Abraham Maslow (1908-1970)
• Carl Rogers (1902-1987): Clientcentered Therapy
Recent:
• Sue Johnson: Emotionally Focused Therapy (EFT)
Kenmerken van humanistische theorieën
Humanisten:
• Persoonlijke bewuste beleving wordt voorop gesteld
• Gedrag in het hier-en-nu is belangrijk
• Fenomenologische benadering (versus natuurwetenschappelijke zoals het behaviorisme)
• Het gaat om het 'begrijpen' van een mens
• Zelfactualisatie of zelfverwezenlijking is de drijfveer van een mens
• De mens is van nature goed
• Autonomie-aspect (mens tot op zekere hoogte vrij om zelf richting aan zijn leven te geven)
• Intenties van personen
• Zingeving speelt een belangrijke rol
'alomvattende geheel aan gevoelens, percepties, betekenissen, herinneringen, waarvan een persoon
zich op een bepaald moment bewust is’.
De werkelijkheid waarin de persoon leeft, is daarmee altijd een beleefde werkelijkheid (subjectief
ervaren)
Zelfactualisatie
…. door Eisenga en Wijngaarden (1991):
Keuzevrijheid kent grenzen:
• Leven in een sociale context
Zelfactualisatie = “het realiseren van aangeboren mogelijkheden binnen de opgelegde beperkingen”
Bewuste beleving
Nadenken over het eigen functioneren
+ vormen van een oordeel
= zelfreflectie
Zelfreflectie in andere stromingen onbruikbaar:
• Subjectieve aard van informatie en de onmogelijkheid vertekeningen hierin te controleren
(behaviorisme).
, • Mededelingen over bewuste belevingen werden gewantrouwd (psychoanalytische
theorieën).
Therapeutische uitgangspunten van Rogers
1. De mens is in staat zijn eigen problemen op te lossen (groei- en ontwikkelingsmogelijkheden
van individu).
2. Meer gelijkwaardige relatie tussen therapeut en cliënt (therapeut is niet de alwetende
'dokter').
3. In plaats van streven naar inzicht, streven naar integreren van gevoelsaspecten in het denken
en alledaagse handelen van de cliënt.
4. Het hier-en-nu karakter van de therapie wordt benadrukt.
Dus: de therapeut moet non-directief zijn
(niet het geven van adviezen en het beoordelen of interpreteren van het gedrag van de cliënt).
Cliënt-centered therapy Rogers
Rogers formuleerde een aantal zaken die de therapeut wél moest doen:
• De therapeut moet congruent zijn (hij is zichzelf, eerlijk en open in de relatie met zijn cliënt).
• De therapeut moet de cliënt onvoorwaardelijk accepteren.
• De therapeut moet zich op empathische wijze in de innerlijke wereld van de cliënt willen
verdiepen.
Emotiegerichte therapie (EFT)
• Emoties zijn bepalend voor de constructie van het zelf
• Emoties zijn belangrijk. Zij verschaffen informatie.
• Verschillende actietendensen corresponderen met verschillende emoties
• In eerste instantie gericht op bewustwording van emotionele belevingen en veranderen van
emoties
• EFT kan ook worden toegepast voor reguleren van emoties. Veel gebruikt in relatietherapie
• EFT is een evidence-based behandeling
Behoeftepiramide van Maslow
Maslow (1970) positieve motivatietheorie:
het realiseren van eigen behoeften en mogelijkheden
Behoefte piramide = hiërarchisch:
mensen streven naar de bevrediging van hogere behoeften als lagere zijn vervuld.
Aan de top van de piramide bevindt zich zelfverwezenlijking of zelfactualisatie
Twee factoren model Herzberg
, De motivatietheorie van Herzberg (1970)
onderscheidt twee groepen van factoren
die een geheel verschillende rol spelen bij motivatie en werktevredenheid: motiverende factoren en
hygiënefactoren (zie model). Herzberg definieert werktevredenheid als ‘werkomstandigheden
waarbij mensen hun behoeften kunnen vervullen’. De nadruk ligt hierbij op het werk en de
omstandigheden zelf en in mindere mate op het individu.
Hygiënefactoren of dissatisfiers kunnen bijdragen aan werkontevredenheid als ze niet vervuld
worden. Als aan deze factoren wel is voldaan, ontstaat een neutrale toestand (dus geen
tevredenheid). Tegenover deze hygiënefactoren staan motiverende factoren. Motiverende factoren
of satisfiers kunnen direct bijdragen aan werktevredenheid. Als ze niet werkzaam zijn, ontstaat een
neutrale toestand (dus geen ontevredenheid). Volgens Herzberg kunnen de motivatoren mensen pas
motiveren tot betere prestaties, wanneer aan de hygiënefactoren voldoende aandacht is gegeven.
Mensen kunnen dus pas gemotiveerd worden als aan bepaalde basisvoorwaarden is voldaan.
Motivatoren zijn aan te merken als werkintrinsieke factoren. Deze factoren zijn voornamelijk
werkinhoudelijk. Hygiënefactoren zijn werkextrinsieke factoren. Deze factoren hebben betrekking op
de omstandigheden waaronder iemand zijn werk doet.
Hoofdstuk 7 systeembenaderingen van de psychopathologie
Systeembenadering
Interacties tussen het individu en omgeving spelen een belangrijke rol in het ontstaan en in stand
houden van psychopathologie en psychosociale problemen (enige benadering die los komt van het
individu, ze kijken naar het systeem van het individu)
Theorieën en therapieën die deze opvatting als uitgangspunt hebben:
systeembenadering.
Paraplubegrip voor invloed van intermenselijke processen.
Relatie- en gezinstherapie (omdat het gaat om meer dan 1 individu)
Von Bertalanffy → algemene systeemtheorie (AST)
'Een samenhangend geheel van objecten en de relaties tussen deze objecten.'
Patiëntsubstitutie (het systeem is verantwoordelijk voor de symptomen)
Wanneer een cliënt uit een systeem succesvol was behandeld, ontstonden er daarna problemen bij
een ander gezinslid. Of cliënten die na verblijf in een psychiatrische inrichting hersteld waren, vielen
bij terugkeer in het gezin weer terug in 'gestoord' gedrag.
, Circulaire causaliteit
Algemene systeemtheorie → sprake van interactietekens
Het is onjuist een bepaald verschijnsel in een keten te benoemen als de oorzaak of gevolg van een
ander verschijnsel: Het is niet dat A het gevolg is van B:
A kan zowel de oorzaak als het gevolg van B zijn = Circulaire causaliteit
Een vrouw verwijt haar man dat hij nooit wat zegt. Daarom praat zij veel zodat het niet stil is. Omdat
het nooit stil is, voelt haar man geen behoefte om wat te zeggen.
Homeostase
Homeostase
Ondanks de steeds veranderende omgeving van individuele gezinsleden, vertoont het gezinssysteem
een zeker evenwicht.
Homeostatische mechanismen
Wanneer door externe factoren of door gedrag van een gezinslid het interne evenwicht verstoord
dreigt te raken, treden er mechanismen in werking die erop gericht zijn het evenwicht te herstellen.
Een gezond gezinssysteem kan alternatieve interactiepatronen ontwikkelen zonder zijn continuïteit
te verliezen (niet te rigide en niet te ruime grenzen hanteren).
Feedbackprocessen
Binnen een systeem en tussen het systeem en de omgeving worden continu informatie uitgewisseld:
• Positieve feedback (feedback die een verandering in een systeem stimuleert).
• Negatieve feedback (feedback die verandering in een systeem afremt).
Equifinaliteit & equipotentialiteit
De algemene systeemtheorie gaat in het principe uit van: Equifinaliteit
Een bepaald verschijnsel kan het gevolg zijn van verschillende begintoestanden.
Maar een beginsituatie kan ook leiden tot verschillende eindtoestanden: Equipotentialiteit
Een kind krijgt bijvoorbeeld veel regels tijdens zijn opvoeding en kan daar zelfverzekerd van worden
maar het kan er ook opstandig van raken. (bijvoorbeeld bij streng opgevoedde kinderen)
De communicatiebenadering
Palo-Alto-groep
Een groep Amerikaanse onderzoekers die het standpunt innamen dat psychische stoornissen
voortkomen uit disfunctionele communicatiepatronen in het gezin.
• Verbale informatie/digitale communicatie (woorden en zinnen die gesproken worden)
• Non- verbale informatie/analogie communicatie (intonatie, gezichtsuitdrukking, houding en
gebaren)
• Interactie (een reeks boodschappen die tussen mensen worden uitgewisseld door middel
van zender, boodschap, ontvanger)
• Interactiepatronen (terugkerende interacties in de relatie)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur NinadH. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.