Resume
Samenvatting Werken met supply chain management, ISBN: 9789001593537 Supply Chain management
- Cours
- Établissement
- Book
Samenvatting van Werken met supply chain management. Uitgeverij: Noordhoff
[Montrer plus]
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
- Édition:
- ISBN:
- Édition:
Plus de résumés pour
-
Samenvatting Supply Chain Management
-
Samenvatting Werken met supply chain management - Supply Chain Management (TETB-VTMSSCM-17)
-
Samenvatting: Werken met supply chain management
8 revues
Par: svenvanlingen • 4 heures de cela
Par: timmen • 8 mois de cela
Par: jordpoelen • 10 mois de cela
Par: remkoschaap • 10 mois de cela
Par: jona5 • 1 année de cela
evident
Par: maxhauser • 1 année de cela
Par: tommasocera • 2 année de cela
Vendeur
S'abonner
selmax
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 1 Supply chain management: de basis / Paragraaf 1.1 De noodzaak van supplychain management
Gehele voortbrengingsketens, ook wel aangeduid als supply chains, komen hoe langer hoe meer in
de aandacht. Want het besef groeit dat de ondernemingen in voortbrenginsketens elkaar nodig
hebben om aan de steeds veranderende wensen van consumenten te voldoen. Consumenten zijn
veeleisender geworden. Zij willen een steeds bredere keuze uit alternatieven en een voortdurende
vernieuwing van het aanbod, omdat ze snelle uitgekeken raken op producten. Consumenten willen
ook goed geïnformeerd worden over de status en de herkomst van hun producten (zijn willen
accurate track & trace- informatie).
Laten we starten met een tweetal definities van het begrip supply chain:
Definitie Chopra en Meinl: Een supply chain bestaat uit alle stadia die, direct of indirect, te maken
hebben met het realiseren van het verzoek van de klant. De supply chain bestaat niet alleen uit de
fabrikant en de leveranciers, maar ook uit distributie, warehousing, retailers en klanten.
Definitie Christopher: Een supply chain is het netwerk van organisaties die, via stroomopwaarts en
stroomafwaarts koppelingen, betrokken zijn bij de verschillende processen en activiteiten die waarde
creëren in de vorm van producten en diensten voor de consument.
Over algemeen moet een supply chain bestaan uit minimaal 3 zelfstandige organisaties.
Korte supply chain: bestaande uit een onderneming, een leverancier, een klant
Uitgebreide supply chain: die ook de leverancier van de leverancier en de klanten van de klant
omvat
Ultieme supply chain: die uit alle organisaties bestaat die betrokken zijn. Bevat alle koppelingen van
oerproducent tot eindgebruiker. Figuur 1.2
Elk partij koopt producten en / of diensten van derden in, voegt waarde toe en verkoopt zijn
producten en / of diensten vervolgens aan een volgende schakel in de voortbrengingsketen totdat
het product of dienst geconsumeerd wordt door de uiteindelijke klant of gebruikt wordt door de
industriële afnemer. Dit wordt ook wel value chain genoemd. Supply chain is erg gericht op de
product. Geproduceerd op een te verwachte vraag zonder dat de vraag gerealiseerd is = push-
gestuurd en productvisie. Demand chain is erg gericht op de klant. Afgewacht wat de vraag is en
afhankelijk daarvan wordt geproduceerd = pull-gestuurd en marketingvisie.
Ketenomkering is een begrip dat vaak in één adem genoemd wordt met het begrip demand chain. De
activiteiten in de supply chain worden bij ketenomkering dus primair bepaald door de vraag van de
klant, en niet door het aanbod.
Paragraaf 1.2 De essentie van supply chain management
SCM gaat niet alleen over samenwerking binnen organisaties, maar ook of zelfs vooral over
samenwerkingen tussen organisaties. Supply chain management is dus bedrijfsoverstijgend: er zijn
meerdere organisaties bij betrokken. En de samenwerking hoeft zich niet te beperken tot de
logistiek. De belangrijkste kenmerken van supply chain management zijn:
Bedrijfsoverstijgend Gericht op ‘upstream’ en ‘downstream’ relaties
Gebaseerd op vrijwilligheid Meer dan logistiek
Gericht op waardecreatie en kostenreductie Gericht op de prestatie van het geheel
‘pie-growing’ in plaats van ‘pie-sharing’
Bedrijfsoverstijgend
,In de bedrijfskunde wordt geprobeerd om te komen tot integratie van verschillende functionele
gebieden binnen één organisatie. Bij supply chain management wordt geprobeerd om te komen tot
integratie van functionele gebieden binnen en tussen verschillende ondernemingen in een keten.
Gericht op ‘upstream’ en ‘downstream’ relaties
In de definitie van Christopher wordt aangegeven dat supply chain management zowel ‘upstream’ als
‘downstream’ relaties betreft. ‘Upstream’ relaties zijn de relaties met de leveranciers, de leveranciers
van de leveranciers enzovoort. ‘Downstream relaties zijn de relaties met de afnemers, de afnemers
van afnemers enzovoort. We zien dat vanuit en inkoopvisie de aandacht vaak gericht is op de
upstream relaties. En dat wanneer een marketingvisie wordt gehanteerd, de focus meer op de
downstream relaties ligt.
Gebaseerd op vrijwillige samenwerking
De vrijwilligheid is verbonden aan onafhankelijkheid van partijen. Bij fusies en overnames van
ondernemingen in de productieketen spreken we niet over SCM, maar over voorwaartse of
achterwaartse integratie.
Meer dan logistiek
Het gaat bij supply chain management dus om de coördinatie van activiteiten binnen én tussen
organisaties waarbij verschillende functionele gebieden zijn betrokken, niet alleen logistiek, maar ook
bijvoorbeeld marketing, productontwikkeling, financiering en customer service.
Gericht op waardecreatie en kostenreductie
Bij supply chain management gaat het om waardecreatie en kostenreductie en effectief bedienen
(behoefte van klant realiseren) en efficiënt bedienen (zo min mogelijk middelen).
Gericht op de prestatie van het geheel
Het draait bij SCM om de prestatie van het geheel en niet om prestaties van verschillende schakels in
de keten. Hierbij dient rekening te worden gehouden met elkaars doelstellingen.
‘Pie-growing’ in plaats van ‘pie-sharing’
Pie-sharing = situatie waarin toeleveranciers, fabrikant en retailer elkaar beconcurreren om een zo
groot mogelijk gedeelte van de taart te krijgen ten kosten van de ander. (Macht is hierin belangrijk!)
Pie-growing = men streeft naar optimalisatie, niet zozeer van eigen activiteiten, maar van de keten
als geheel via vrijwillige coördinatie van doelen en activiteiten.
Paragraaf 1.3 voorwaarden supply chain management
In deze paragraaf besteden wij aandacht aan voorwaarden voor supply chain management. We
pretenderen niet een uitputtende lijst van voorwaarden te geven, maar bespreken een aantal
voorwaarden die veel genoemd worden in de literatuur, te weten:
Er moet sprake zijn van interne integratie
Het betreft de afstemming tussen de functionele aandachtsgebieden (en de mogelijk daarmee
verbonden afdelingen) binnen de onderneming. Ondernemingen moeten eerst hun eigen processen
op orde hebben. Dus eerst bedrijfskunde supply chain management.
Ketenpartners moeten elkaar vertrouwen
,Idealiter delen ondernemingen kennis over de korte en langetermijnbehoeften en -voorkeuren van
huidige en potentiële klanten met hun ketenpartners. En hanteren zij geen ‘one size fits all’ aanpak,
maar is er oog voor de differentiatie in klantenbehoeften. Veel waarde voor de eindklant creëren
tegen zo laag mogelijke kosten.
Benutten van ICT
Nu nog stuiten veel ondernemingen met samenwerkingsbereidheid op obstakels door onvoldoende
op elkaar afgestemde informatiesystemen en een gebrek aan standaarden. open, up-to-date,
transparant en uitwisselbaar informatiesysteem d.m.v ICT
Prestatiemeting
Bij samenwerking moeten afspraken worden gemaakt over de verwachte prestaties van eenieder.
Belangrijk om deze prestaties ook echt te meten om te constateren en om in te grijpen.
Paragraaf 1.4 Winst door samenwerking
Vanuit supply chain-perspectief is het begrip waarde verbonden aan het belang dat de
eindconsument aan iets hecht. Hij zal die waarde uitdrukken in het geld dat hij bereid is om te
betalen. Er wordt dus naar de extra voordelen van de consument gekeken (Customer benefits),
waarvoor hij ook bereid is om dit te betalen.
De toegevoegde waarde van een onderneming is de waarde van de producten en / of diensten die
verkocht worden minus de waarde van de producten en / of diensten die ingekocht worden. De
toegevoegde waarde wordt ook wel gedefinieerd als de beloning voor de productie
productiefactoren (Natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap). De winst ten slotte is het verschil
tussen het geld dat de afnemers bereid zijn te betalen voor producten en / of diensten en de kosten,
die gemaakt worden om die producten en / of diensten te leveren. Dat zijn onder meer kosten van
grondstoffen, hulpstoffen, onderdelen, en kosten van diensten van derden.
Verschillende reden om te samenwerken:
Er kan binnen een keten samengewerkt worden om meer waarde te creëren voor de eindgebruiker.
In dit geval is de eindgebruiker bereidt er meer voor te betalen. Bij gelijke inbreng van
productiefactoren leidt dit tot meer winst voor de gehele keten. (Zie eventueel H2)
Er kan binnen een keten samengewerkt worden om kosten te reduceren. In dit geval betaalt de
eindgebruiker niet meer of minder voor het eindproduct of dienst, maar word geprobeerd zo veel
mogelijk kosten te minimaliseren om zo een stijging van de winst te realiseren.
o Verspilling door onnodig transport
o Verspilling door overproductie en overbodige of overtollige voorraden
o Verspilling door overbodige activiteiten
o Verspilling door onnodige fouten en controles
, Hoofdstuk 2 : Samenwerken in supply netwerken / Paragraaf 2.1 actoren in de
voortbrengingsketen
Er zijn heel wat partijen betrokken bij de bevrediging van de behoefte van de uiteindelijke
consument: oerproducten, fabrikanten van halfbrakanten, fabrikanten van eindproducten,
groothandel, detaillisten, maar ook transporteurs, (lucht)havenbedrijven, financiële dienstverleners
enzo.
Oerproducten
Zij produceren de zogenoemde “raw materials”. Dit zijn voornamelijk grondstoffen en onbewerkte
producten. We treffen ze onder andere aan in landbouw, bosbouw & visserij en delfstofwinning. Ze
kunnen direct aan de consument leveren, maar ze kunnen de consumenten ook beleveren via de
handel en / of intermediare partijen als de veiling. B2B = bedrijf verkoopt aan bedrijf B2C = bedrijf
verkoopt aan consument. In een B2B situatie levert de oerproducten dus een andere organisatie. Hij
is daarmee (toe)leverancier.
Uitgaande van de fabrikanten van eindproducten, fabrikanten die overigens ook wel eens worden
aangeduid als Orginal Equipment Manufactureres (OEMS’s) onderscheiden we:
- Tier 1 suppliers of first tier suplliers; de directe leveranciers van de fabrikanten van eindproducten
- Tier 2 suplliers of second tier suppliers; de leveranciers van de Tier 1 suppliers
- Material suplliers, die de materialen leveren
Fabrikant
Fabrikanten heb je in vele soorten en maten. De laatste decennia is sprake van grote
schaalvergroting (door fusies en overnames en of andere samenwerkingen) Grotere spelers op de
markt.
Schaalvergroting internationalisering (toename oriëntatie op het buitenland) globalisering
(toenmende internationale onderlinge afhankelijkheid)
Offshoring = bedrijf besteed productie uit naar andere (lagelonen)landen wegens kosten
overwegingen. Backshoring / Reshoring = bedrijf haalt productie terug vanwege
kwaliteitsverbeteringen en riscobeheersing.
Groothandelaren
Groothandelaren of grossiers zijn partijen die, meestal grootschalig producten afnemen en deze
vervolgens doorverkopen, soms aan andere groothandelaren, meestal aan detailhandelaren of aan
zakelijke gebruikers. Partijen, die wel een distribuerende functie vervullen, maar niet de eigendom
van producten overnemene, worden meestal aangeduid als agenten of commissionairs. Zorgen voor
toegevoegde waarde door:
o Een uitgekiende assortiment-samenstelling
o Door het overbruggen van hoeveelheidsverschillen tussen fabrikant en detaillist.
o Door het overbruggen van tijdsverschillen. Ze slaan producten op en beheren de voorraad.
o Door het overbruggen van plaatsverschillen. Groothandelaren die voor de beschikbaarheid van
producten in eigen land en in het buitenland verzorgen. Eventueel zelf transporteren of uitbesteden.
o Door het overbruggen van hoedanigheidverschillen. Bij value added logistics (VAL) helpen bij
ompakken of verpakken in verschillende hoeveelheden, in verpakkingen met andere opschriften en /
of in andere talen.
Een reden voor groothandelaren om zich te gaan richten op value-added logistics is de toegenomen
concurrentie. Niet alleen tussen grossier, maar in de hele keten!
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur selmax. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
64438 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans