Samenvatting Credit & Banking
DEEL I – Wetgevend en institutioneel kader
Hoofdstuk 2 – De bank binnen het financiële landschap (p. 23 tem
34)
Verklaar volgende begrippen:
Geldschepping De banken weten uit ervaring dat niet alle klanten hun geld tegelijkertijd
komen opvragen. Daardoor kunnen zij een groot deel van de deposito’s die
zij van de klanten ontvangen weer verder uitlenen. Zo komt er meer geld
in omloop.
Desintermediatie Proces in de financiële wereld waarbij partijen steeds minder gebruik gaan
maken van tussenpersonen zoals banken en direct zelf transacties met
elkaar gaan doen.
OPTIMA Een Belgische financiële dienstverlener uit Gent die met de overname van
Ethias een bankstatuut verkreeg. Met de steeds strenger wordende
bancaire regelgeving slaagde Optima er niet in om de bankactiviteiten
rendabel te maken. Onder druk van de NBB besloot Optima in 2014 terug
afstand te doen van zijn bankstatuut en het statuut van
beursvennootschap aan te vragen. In 2016 vroegen ze het faillissement
aan nadat de NBB haar vergunning had ingetrokken.
NewB Een Belgische coöperatieve bank voor ethisch en duurzaam bankieren.
Deze werd in 2011 opgericht door 24 organisaties als Europese
coöperatieve vennootschap uit onvrede met de massale Belgische
staatssteun aan private banken tijdens die kredietcrisis.
Gemengde banken Een bank die zich bezighoudt met kredietverlening op korte en op langere
termijn, het emitteren van aandelen of obligaties… Ze oefenen eigenlijk
geen speciaal bedrijf uit maar kozen toch verschillende takken van het
bankbedrijf tot hun werkkring.
Interbankenmarkt Een markt waar banken aan elkaar geld kunnen lenen op korte termijn
tegen betaling van een rentevoet.
Euribor Euro Interbank Offered Rate is de basisrentevoet die wordt gebruikt op de
Interbankenmarkt. Het is niet enkel de basisrente voor interbancaire
deposito’s maar wordt ook als referentierente gebruikt voor andere
marktpartijen. De variabele rentevoet wordt berekend als een gemiddelde
van de rentevoeten van een aantal banken in het Eurogebied.
Bespreek debiteurenrisico, liquiditeitsrisico, renterisico, wisselkoersrisico binnen de drie
traditionele kernfuncties van het bankwezen.
Debiteurenrisico: Dat is het risico dat de ontlener het geleende geld niet meer kan
terugbetalen. Dit risico wordt door de bank gedragen.
Liquiditeitsrisico: Elke bank moet in staat zijn de ingezamelde deposito’s terug te betalen en
wordt daarop ook gecontroleerd. Zij moet ervoor zorgen dat zij niet voor plotse tekorten
komt te staan, zodat ze zelf dan elders geld moeten lenen.
Renterisico: Ze kunnen de rentevoet die ze vragen aan de ontlener niet telkens aanpassen
wanneer de rentevoet op de markt wijzigt.
Wisselkoersrisico: Dat is het risico van waardeverandering van munten door een gewijzigde
wisselkoers.
Pagina 1 van 19
,Beschrijf de drie traditionele functies die het bankwezen vervult en verklaar bij iedere functie wat
die inhoudt.
Intermediatiefunctie: De banken kennen de markt van de vragende partij naar geld en zij
kunnen de markt van de aanbiedende partij lokken met interessante voorwaarden.
Transformatiefunctie: De bank helpt haar cliënten bij het overbruggen van tijd en ruimte en
neemt daarbij een aantal risico’s van de cliënten over.
Activeren van het betaalverkeer: Efficiënte betaalsystemen leveren een niet te
onderschatten bijdrage aan de economische groei van een land. Het binnenlandse
betaalverkeer verloopt voor een belangrijk deel via girale en elektronische kanalen, die de
financiële instellingen organiseren.
Geef de marktverruimende activiteiten die banken ontwikkelden naast de traditionele
kernactiviteiten.
Adviseur van vermogensbeheer en fiscaal en beleggingsadvies;
Optreden als tussenpersoon als adviseur bij ingewikkelde kapitaaloperaties of fusies en
herstructurering van vennootschappen;
Beleggen van de ontvangen deposito’s in allerlei effecten en in vreemde munten en dit in
eigen naam;
Het beheren van gemeenschappelijke beleggingsfondsen;
Verkoop van verzekeringsproducten.
Hoofdstuk 3 – Belangrijkste spelers op de financiële markten in
België (p. 35 – 50)
Verklaar volgende begrippen:
Zakenbanken Dit zijn banken die zich met diverse activiteiten bezig houden. Er bestaat
geen eenvormige definitie voor. Sommige beleggen in risicodragend
kapitaal, zonder controle te willen verwerven in de betrokken
vennootschappen. Deze participaties worden achteraf weer afgestoten
wanneer zij voldoende winst hebben opgeleverd. Daarnaast treden ze ook
op als raadgevers bij een overnamebod en bij fusies en herstructureringen
van vennootschappen.
Durfkapitaal Dit wordt gebruikt om ondernemingen die hoge risico’s lopen te
financieren. Vaak gaat het hier om jonge en snelgroeiende bedrijven. Die
groep van zakenbanken zal hierbij ook het management ondersteunen.
Venture capital Idem als durfkapitaal
Private-equity Dergelijke investeerders zamelen geld in bij externe financiers, soms op de
beurs of bij institutionele beleggers. Daarmee richten ze een privaat fonds
op waarmee ze net zoals zakenbanken op kortere termijn in verschillende
bedrijven investeren.
Private banking Financiële dienstverlening van banken aan welgestelde particulieren
waarbij op maat aangesneden oplossingen worden aangeboden of zelfs de
volledige portefeuille van de klant wordt beheerd. Ze maken gebruik van
een open architectuur. Dit betekent dat zij niet alleen beleggen in fondsen
van het eigen huis maar ook hun onafhankelijkheid als troef uitspelen.
Een synoniem voor private banking is persoonlijk vermogensbeheer.
Holding Ook wel portefeuillemaatschappij genoemd. Zij streven wel controle na
over de ondernemingen waarin zij aandelen bezitten. Zij proberen de
opbrengsten van hun portefeuille te maximaliseren. Zij brengen echter zelf
Pagina 2 van 19
, geen goederen of diensten voort en de bedrijven die ze controleren
opereren autonoom.
Pensioenfondsen Dit zijn private voorzorgsinstellingen, opgericht in de vorm van een
vereniging zonder winstoogmerk of een onderlinge
verzekeringsvereniging. Zij hebben tot doel werknemers uit de particuliere
sector een aanvullend pensioen uit te keren boven het wettelijke
pensioen. Het fonds gaat dus alleen een middelenverbintenis aan en
garandeert geen vast rendement.
ICB De Instellingen voor Collectieve Beleggingen
Deze instellingen groeperen de gelden van de individuele beleggers en
beheren ze ook gemeenschappelijk. Het risico blijft voor rekening van de
inbrenger die, naargelang zijn inbreng, certificaten aan toonder krijgt.
Betalingsinstellingen Zij mogen naast betalingsdiensten ook andere activiteiten verrichten, mits
voorafgaande toestemming. Zij mogen echter, in tegenstelling tot
kredietinstellingen en overheden, geen deposito’s van klanten ontvangen.
Een voorbeeld van een betalingsinstelling is Atos Worldline.
PSD2 Een Europese richtlijn voor betaaldiensten met als voornaamste doel het
creëren van een nog gelijker speelveld voor betaaldienstverleners. Zo
zullen ook betalingsdienstaanbieders zich als betalingsinstelling moeten
laten registreren. De meest ingrijpende verandering is dat banken verplicht
worden om de rekeningen van de klanten en de informatie op die
rekeningen open te stellen voor erkende derde partijen. De klant beslist
uiteraard zelf of hij derde partijen toegang wil geven tot zijn rekening en
kan de verleende toegang op elk moment stopzetten.
Fintech Het begrip omvat alle innovatieve financiële producten en diensten die de
manier waarop consumenten en bedrijven met geld omgaan
vereenvoudigt en versnelt.
Schaduwbankieren Een term die wordt gebruikt als de financiële intermediatie op een andere
manier verloopt dan in een traditionele bank en grotendeels wordt
uitgevoerd door niet-banken. Deze instellingen betalen minder belastingen
dan de traditionele instellingen en worden niet gecontroleerd door de NBB
en de FSMA.
Hoofdstuk 4 – De controlerende instellingen: naar een verscherpte
controle (p.51-84)
Verklaar volgende begrippen:
Effectisering Verpakken van verstrekte kredieten in effecten en verkopen deze door
aan andere financiële instellingen.
Subprimes Dit zijn leningen van een lagere kwaliteit, leningen die zelfs worden
verstrekt aan mensen zonder inkomen, zonder werk en zonder vermogen.
Rommelhypotheken De Nederlandse naam voor subprimes.
QE Is een vorm van directe geldschepping door een centrale bank waarbij
deze staatobligaties opkoopt op de secundaire markten om zo extra geld
in de economie van de eurozone te pompen. In het Nederlandse wordt
dit ook wel kwantitatieve versoepeling genoemd.
FSMA Financial Services and Markets Authority
Zij staan in voor:
Toezicht op de financiële markten en genoteerde
ondernemingen;
Pagina 3 van 19
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Kmartens0701. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.