Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting leren onderwijzen pxl €9,49
Ajouter au panier

Autre

Samenvatting leren onderwijzen pxl

 25 vues  1 fois vendu

Samenvatting leren onderwijzen. Eerste jaar PXL.

Aperçu 4 sur 33  pages

  • 15 décembre 2021
  • 33
  • 2020/2021
  • Autre
  • Inconnu
Tous les documents sur ce sujet (14)
avatar-seller
sefanjapaulissen
Didactische werkvormen & klasopstelling
Didactische werkvormen
Werkwijze waarmee de leraar de lesdoelen tracht te bereiken of de wijze waarop hij de leerinhoud
aan bod laat komen. -> HOE? -> oog op zo efficiënt mogelijk nastreven van leerdoelen

 Onderwijs-/leer - activiteiten die plaatsvinden -> met aandacht op beginsituatie
 Creëren van krachtige leeromgeving: -> rekening houdend met didactische principes
 Lln uitdagen om mentaal actief aan de slag te gaan met aangeboden kennis
 Belang van variatie:
 verschillende soorten doelstellingen nastreven
 Betrokkenheid van de leerlingen verhogen
 Verschillende leerstijlen aanspreken -> meervoudige intelligentie
 Coöperatief leren -> kijk vanuit ander perspectief-> nadenken over eigen leren->
ontwikkelen metacognitieve vaardigheden
 afwisseling bevordert de motivatie.



Activerend onderwijs:
vormgeving van het onderwijs = belangrijk voor het bevorderen van de effectiviteit van het leren.
 Hoe beter de aansluiting van de werkvorm bij het soort doel & hoe beter de uitvoering van
die werkvorm -> des diepgaander verloop van leren.
 Actief werken in omgang met de leerstof -> betere verwerking-> diepere worteling van
inhoud in kennisconstructie.
 OMGEKEERD EFFECT:, passieve omgang met leerstof -> oppervlakkig leren -> slechtere
kennisconstructie

Werkvormen
Didactische werkvormen




Gespreksvorm Zelfwerkzaamheids-
Mededelende-
/ opdrachtvorm
/aanbiedende vorm
- Kas-/kringgesprek
- OLG - Oefeningen - Spelvorm
- groepswerk - Creatieve vormen
- Onderwijsstrategie

groeperingsvormen Vb. demonstreren ,doceren,..




Klassikaal - Duo/partnerwork
- Groepswerk ( meer dan 2)
- individueel

, 1. Aanbiedende-/ mededelende werkvormen:
Pragmatische indeling van werkvormen -> keuze gebaseerd op na te streven doel

 Leraar= centraal -> biedt informatie aan vanuit zijn eigen beheersing van de leerstof.
o Lln eerder passieve kennisopname -> doel vooral gericht op reproductie ipv actieve
verwerking van de leerstof.
 Voordeel: veel leerstof op relatief snel tempo aanbieden.
 Nadeel: beperkt in de diepgang van het leren
 Gebruik van passieve werkvorm als initiële werkvorm -> combinatie met andere meer actieve
werkvormen voor diepgaandere verwerking van de kennis.

a. Doceren:

= leraar brengt leerstofgeheel op een gestructureerde manier mondeling over, al dan niet met
visuele ondersteuning.

 aandacht van lln is vrij beperkt in de tijd.
 opname-efficiëntie neemt snel af.
 Bij jonge kinderen beperken tot max. 5 minuten.
 Tijdens les: afwisselen van andere werkvormen met daartussen verspreide
doceermomenten.
 stellen van herhalingsvragen of discussievragen ->controle op effectiviteit van het
doceermoment.
 Doceerstijl = van groot belang voor effectiviteit -> expressie, intonatie, gebruik van herhaling
of structureerwoorden, tussentijdse voorbeelden,.

b. Presentatie:

Meerwaarde in visuele en/of auditieve ondersteuning (-> in tegenstelling tot doceren)

 inhoud overstijgt het verbale.
 gebruik van degelijk didactisch materiaal -> moet zorgen voor meerwaarde bij het verbale.

c. Demonstratie:

= werkvorm gericht op het overbrengen van informatie die een vaardigheid omvat. (=doceren)

 opname van informatie ligt vooral in het kijkgedrag van de leerling. (in tegenstelling tot
doceren )
 visualisatie van begrippen, activiteiten, het aanwenden van een stappenplan -> snellere
opname dan verbale info.
 verschillende manieren:
o eerst handeling in zijn geheel te tonen -> vervolgens stap voor stap om op details in
te zoemen.
o elke stap na elkaar tonen om vervolgens alles in één beweging bij elkaar te voegen
en het onderlinge verband duidelijk te maken.

, d. Vertellen:

=verhaal vertellen met bijhorende lichaamstaal, aangevuld met een toelichting over de bedoeling van
het verhaal

 affectieve effect: nadruk op sfeer ipv inhoud.
 Variant -> voorlezen.
 Een aangename, informele sfeer staat centraal.
 Net zoals bij doceren -> mimiek en expressie = essentieel.
 Kunst: doceren alsof je gewoon aan het vertellen bent. -> Informatie-opname zonder het
gevoel dat je aan het leren bent

e. Instructie/uitleg geven:
 Lln activeren voor de leerstof door boeiende uitleg:
o variatie in je stemgebruik te brengen, door
o beterekken van lln in het verhaal
o differentiatie: niet alle leerlingen hebben baat bij dezelfde uitleg.
o wordt doorheen iedere les gegeven
o Kort en bondig
o Opnemen in lesvoorbereiding

2. Gespreksvormen:
interactie tussen de leraar en de leerlingen (onderling)= centraal.
 afwisseling tussen wie het woord neemt & tussen vragen en antwoorden.
 doel -> nodige kennis doorheen het gesprek laten ontdekken en doorgronden.
 een productieve verwerking van de leerstof.

a. Onderwijsleergesprek (OLG):

=een sterk geleid gesprek waarbij de leraar zijn leerlingen stapsgewijs en geleidelijk aan tot bepaalde
inzichten brengt. -> leerstof = onderwerp

 NIET hetzelfde als leergesprek
 Leerstof = onderwerp van gesprek
 inzichten zijn aanknooppunten bij voorkennis
 verbanden leggen tussen delen van de nieuw aangeboden kennis en/of de inzichten van
nog afwezige kennis -> wekken van motivatie om deze ‘hiaten’ in te vullen.
 sterk afhankelijk van de goede beheersing van de techniek van het vragen stellen bij de
leraar.
 belangrijke vaardigheden:
o het stellen van duidelijke en ondubbelzinnige vragen
o zorgvuldig luisteren naar het antwoord
o doorspelen van antwoorden (zeker bij foutieve en/of onvolledige antwoorden,
maar ook bij goede antwoorden ter aftoetsing) naar andere leerlingen
o vertrekken vanuit de voorkennis van de leerlingen
o een duidelijk stappenplan voorzien voor je vragen(reeks), …
 In LVB noteer je bij een OLG steeds de vragen die je gaat stellen en enkele mogelijke
antwoorden die de leerlingen hierop zouden kunnen formuleren.

, b. Leergesprek:

= gestuurd vraaggesprek met de (leer)ervaring en aanpak van de leerling bij een doorgemaakte
taak als onderwerp.

 Doel: de leerling(en) tot inzichten te laten komen over hun werkwijze -> ontwikkelen van
metacognitie.
 wat hebben ze niet begrepen? hoe zijn ze tot het foute antwoord gekomen ?
 lln hun denkproces of de leerervaring laten verwoorden -> inzicht in leerprocessen van lln ->
gericht bijsturen (indien nodig)

c. Klasdiscussie / klasdebat:

Leraar stelt hoofdzakelijk open vragen -> voornamelijk interactie tussen lln

 Lkr= moderator van het gesprek (zorgt ervoor dat):
o leerlingen naar elkaar luisteren
o elkaar laten uitspreken
o respectvol reageren, …
o doorvragen en doorspelen zijn belangrijke technieken om het gesprek gaande te
houden -> voldoende diepgang bereiken.
 Voornamelijk cognitieve onderwerpen (meningvormend)
 gezamenlijke conclusie -> niet noodzakelijk
 bijkomend doel: leren formuleren en kennen van verschillende standpunten van het gesprek.

d. Kringgesprek / klasgesprek:

Rol van lkr en lln hetzelfde als bij klasdiscussie, maar het onderwerp is hier voornamelijk dynamisch-
affectief van aard.

 Uitwisseling van gevoelens en ervaringen , soms als introductie bij een bepaald onderwerp
 Betrokkenheid van lln verhogen -> verbetering klassfeer,…
 Lln moeten niet noodzakelijk in een kring zitten

e. Filosofisch gesprek:

= een gespreksvorm waarbij ook de vraagtechniek van de leraar belangrijk is, maar waarbij de
leidraad van het gesprek door de leerlingen zelf wordt bepaald.

 Doel: denkvermogen van de leerlingen aanspreken.
 Lln uitdagen om verder te denken dan hun actuele kennis en na te denken over
mogelijkheden en hun implicaties. (Wat als …?)
 Er zijn geen juiste of foute antwoorden

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sefanjapaulissen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,49  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté