Framework
Hoofdstuk 1, pag 3
DEFINITIE NEUROREVALIDATIE – WHO
“Proces dat personen met een beperking helpt bij het bereiken en behouden van een optimale functie
en gezondheid in interactie met hun omgeving”
Het vereist een actief partnerschap tussen de patiënt, zijn familie en een hele reeks gezondheids- en
sociale zorgverleners
WAAROM IS EEN CONCEPTUEEL FRAMEWORK BELANGRIJK?
De neurorevalidatie is ontstaan uit een heel aantal concepten/stromingen. In de late jaren 80 was er
een grote toename in kennis betreffende de revalidatie van patiënten met neurologische
aandoeningen. Dit zorgde voor een goede basis voor de neurorevalidatieinterventies, maar
desondanks blijft het toch een grote uitdaging binnen de neurorevalidatie om het effectief in de
praktijk te gaan toepassen. Er kwam dus meer kennis waardoor er heel wat ideeën zijn ontstaan over
hoe we patiënten kunnen behandelen. We kunnen patiënten hierdoor nog heel sterk terug
verbeteren naast het spontane herstel.
“Componenten die binnen therapiesessies worden geselecteerd, moeten evidence-based zijn i.p.v.
gebaseerd op de voorkeur van de therapeut voor een specifieke behandelaanpak. Het is echter ook
belangrijk om te beseffen dat er nog steeds veel belangrijke gebieden van de klinische praktijk zijn
zonder bewijs of tegenstrijdig bewijs; daarom zullen therapeuten altijd moeten vertrouwen op hun
klinische redeneervermogen om behandeltechnieken te selecteren die passen bij de behoeften,
wensen en doelen van patiënten en hun verzorgers. Dit voldoet aan de vereisten van EBP, dat wordt
gedefinieerd als de integratie van het beste bewijs met klinische expertise en patiëntwaarden (Sackett
et al. 1996)”
KLINISCH REDENEREN IN NEUROLOGISCHE REVALIDATIE
Klinisch redeneren is nodig voor de
behandeling bij neurologische
patiënten!
1. Informatieverzameling
2. Hypothesevorming
3. Revalidatieplan opmaken
4. Evalueren en aanpassen
1
,10 PRINCIPES VAN DE NEUROREVALIDATIE
DOELSTELLINGEN VAN DE NEUROREVALIDATIE
RAMP: restore, adapt, maintain en prevent
Restore/recovery = volledige recuperatie
Soms zal een volledig herstel niet mogelijk zijn en dan zal adaptie
belangrijk zijn om leren om te gaan met hetgene dat niet volledig
hersteld is. (bv. bij een halfzijdige verlamming)
Belangrijk is verslechtering te vermijden en zo functie te behouden.
(bv. bij MS)
Preventie is enerzijds het voorkomen van een neurologische
aandoening. Roken en overgewicht zijn bv. risicofactoren voor het
krijgen van een beroerte.
Anderzijds is preventie bv. ook het vermijden van een 2de beroerte.
Patiënten kunnen na een 1ste beroerte dit nog eens voorhebben en
dit willen we vermijden.
Neuroplasticiteit
IN WELKE MATE ZIJN DE HERSENEN GELIJK AAN EEN COMPUTER?
De hersenen zijn echt een levend iets waar constant veranderingen in zijn. Een brein bestaat uit
bloedvaten, zenuwen, hersenweefsel, … Het is constant in beweging. Er worden ook constant nieuwe
netwerken gemaakt
NEUROPLASTICITEIT
o Vervormbaarheid
o Het vermogen van neuronen en het zenuwstelsel om qua eigenschappen te veranderen
(structureel, chemisch, fysiologisch)
o Plasticiteit is de biologische basis voor ontwikkeling, leren en herstelvermogen
2
, Tijdens de ontwikkeling gaan neurale
netwerken zich vormen en ontstaat er een
primair netwerk van hersenverbindingen.
Als we doorheen ons leven zaken gaan leren
dan zullen er zich secundaire netwerken
gaan vormen die specifiek zijn voor ieder
individu.
Bij beschadiging van onze hersenen kunnen de hersenen zich herorganiseren. De hersenen vormen
dan nieuwe netwerken.
PLASTICITEIT VAN HET GEZONDE BREIN
Belangrijke elementen:
o Ontwikkeling van de hersenen
o Leren
o Kritische periodes
= periodes in je leven waar je leermogelijkheid veel groter is dan in andere periodes van je
leven. Voor heel veel verschillende taken/functies zijn er zo ideale periodes. Dit is vaker op
jonge leeftijd.
ONDERHOUD EN VERFIJNING VAN CONNECTIES
o Er zijn 1014 connecties in het brein
o Er zijn 15.000 verschillende proteïnen in het ZS
→ De proteïnen zorgen voor de werking van de hersenen
o De proteïnen worden gecombineerd tot codes
o Target herkenning gebeurt via een combinatie van enkele moleculen (vgl cijferslot)
o Gevormde synapsen kunnen worden gemodifieerd afhankelijk van hun gebruik
Hoe meer je iets oefent, hoe meer verbindingen in de hersenen en ook hoe sterker de verbindingen in
de hersenen zullen worden. Op lange termijn zal je die taken ook beter kunnen blijven uitvoeren.
NEUROPLASTICITEIT
Een verandering in de connectiviteit van het ZS kan adaptief of maladaptief zijn. We kunnen zo dus
ook foute dingen aanleren en niet enkel goede zaken.
Zenuwcellen kunnen:
o Contact maken met elkaar
o Een verbinding versterken als dat geschikt is
o Een verbinding verbreken als dat geschikt is
o De fysiologische werking controleren van anatomische connecties
DE CONNECTIVITEIT VAN HET ZS
o Zenuwcellen moeten contact maken met mekaar
o Er moeten dus nieuwe neurale uitlopers (neurieten) worden gevormd. Deze worden
dendrieten of axonen genoemd.
o Sommige signalen trekken de groeiconus aan, andere verdrijven hem
o De groeiconus moet de targetcel herkennen en een synaps vormen
o Als een anatomische connectie gemaakt is, kan de synaps
fysiologische actief worden of kan de synaps ‘slapend’ blijven
3
, o De effectiviteit van een synaps kan worden verhoogd voor langere tijd (long term potentiatie)
of worden verlaagd (long term depressie)
o Het aantal synapsen tussen cellen en de sterkte van die synapsen verandert onder invloed van
leerprocessen
KRITISCHE PERIODES
o In sommige neurale systemen, vooral sensorische systemen, is de periode van ontwikkeling en
verfijning van de connecties beperkt
o Op het einde van zo’n kritische periode is de pathway gerijpt en wordt verdere modificatie erg
moeilijk
o Voorbeelden: binoculair zicht, leren van taal, leren muziek spelen (voor 9 j), visuele detectie
van perifere bewegingen bij doven, geluidslocalisatie bij blinden, topsportskills
Deze figuur legt de
kritische periodes verder
uit. X, Y en Z zijn vb’en van
neurale structuren. Ze
ontwikkelen zich vooral in
de kritische periode waarin
zich dan het netwerk
vormt. Hierna blijft het
netwerk plastisch en krijgt
het op deze manier een
individuele structuur.
2 mechanismen voor kritische perioden:
o Subunit 2B van de NMDA-receptor: promoot verlengde openingstijd van het kanaal en dus
grote Ca++-influx → meer plasticiteit
o Ontwikkeling van inhibitoire interneuronen bij het sluiten van een temporele periode
waarbinnen plastische veranderingen kunnen plaats vinden
4