Consumentengedrag
INLEIDING
➔ Hoe gaan we als consument bepaalde keuzes maken
➔ We maken elke dag enorm veel keuzes
➔ Doel: inzicht verwerken in hoe we keuzes maken
➔ Vanuit consumententheorie gaan we ervan uit dat de consument een rationele
beslissingnemer is (wat levert je het grootste voordeel op)
➔ Dit is nochtans vaak niet zo
❖ Decoy: een bepaald product erbij zetten dat geen goede keuze/optie is.
Daardoor wordt de voorkeur van de consument beïnvloedt.
▪ BV: drie opties krantabbonement
❖ Sum cost phalacy: je hebt al betaald voor een betaald pakket dus je voelt de
verplichting te gaan
▪ BV: yoga kaart 12 beurten ipv 12euro elke les betalen
▪ Je hebt een festivalticket, maar ze voorspellen slecht weer. Je gaat
toch want je hebt al betaald
❖ Ikea effect: wijst op het feit dat mensen producten meer waarderen als ze ze
zelf maken.
▪ BV: taart maken en die duur verkopen omdat ze gezien wordt als meer
waardevol
❖ Medewerkers in winkels van luxeproducten zijn onvriendelijker. Mensen zijn
hierdoor sneller geneigd tot aankoop over te gaan van luxe product
❖ Prospect theorie: economische theorie die zegt hoe consumenten financiële
bezingen gaan nemen. Mensen durven met verliezen meer risico te nemen
dan met winnen.
❖ Misvattingen zorgen vaak voor onzekerheden ivm een bepaalde aankoop
▪ BV: veel mensen vinden “gezonde voeding” vies of duur en kopen het
hierdoor niet
❖ Mensen handelen vaak volgens de norm
▪ Dergelijke teksten werken beter: 75% van de mensen hergebruikt zijn
handdoek, jij ook?
❖ Veel mensen houden van een groot assortiment op restaurant omdat je dan
voldoende keuze hebt. Maar velen houden van een klein assortiment omdat
ze dan minder moeten twijfelen en het gevoel hebben dat het van betere
kwaliteit is
❖ Vroeger was ongezonde voeding (veel vetten) goed om sterk te worden. Nu is
dat op lange termijn negatief, het zorgt niet meer voor voordelen.
(maladaptive)
❖ Voordat het land in lockdown ging, gingen veel mensen hamsteren in de
supermarkten. Dat kwam door de plotse extreme situatie. Hieruit vormde
, veel onzekerheid bij de mensen. Je vormt nieuwe strategieën om met die
onzekerheid om te gaan
▪ Je volgt wat anderen doen
▪ Boiling frog fable: als onzekerheid verwacht is, veranderen mensen
hun gedrag niet. BV: de klimaatproblematiek. Iedereen weet wat
eraan zit te komen en daardoor ondernemen mensen te weinig actie
❖ Addictive consumption behavior: mensen kopen maar om te kopen, niet omdat ze
het nodig hebben. Gokken is hier ook een voorbeeld van. Tijdens dat je afwacht om
te winnen, maken je hersenen een bepaalde stof aan. Die zorgt ervoor dat je wilt
blijven gokken
❖ Luxury consumption: Ikea heeft blauwe zakken voor 1euro, terwijl Balenciaga een
exacte kopie heeft voor 500euro
❖ Bargain hunting: mensen staan dagen in de rij voor een grote uitverkoop. Ze scholden
ook werknemers uit en vertoonden wangedrag.
➔ Doel:
▪ Inzicht in consumer decision making
▪ Hoe worden keuzes gemaakt?
o Wat zijn de verschillende fases in het beslissingsproces?
o Welke invloeden ondervinden consumenten
o Gaat gepaard met de customer journey
▪ Inzichten uit wetenschappelijk onderzoek en theorievorming
o 3 kernprincipes vroeger
✓ Rationeel
✓ Nauwkeurig
✓ Relevant
o Experimenteel onderzoek
✓ Causale relaties nagaan
✓ We manipuleren de factor die we willen onderzoeken en we
laten alle andere factoren neutraal
✓ Business als status symbool: drukke vs ontspannen levensstijl
manipuleren via facebookposts
✓ Afhankelijke variabelen: sociale status, ambitie & competentie
en gegeerd op de arbeidsmarkt
✓ Mensen die drukke posts plaatsten, werden door anderen
hoger gescoord op de drie factoren
o Evolutie consumentenonderzoek
✓ Behavioral economics
➢ = nudges om betere keuzes te maken
➢ Mensen zijn niet rationeel en kunnen hun keuzes vaak
niet rationeel bekrachten
➢ Meten waarom mensen keuzes maken ipv mensne het
te laten uitleggen
, ✓ Experimentele stroming
➢ Focus op hedonisme en pleizer
➢ Een mens wordt gedreven door emoties en doen
ervaringsgerichte aankopen
➢ Kwalitatief onderzoek
➢ 3 kernprincipes
Irrationeel
Interpretatie
intrinsieke motivatie
o Consumentenonderzoek vandaag
✓ Hoe heeft de technologische evolutie consumentengedrag
beïnvloedt
✓ Talrijke logaritmes etc. beïnvloeden ons dagelijks
✓ Nieuwe methodes
➢ Experimenten via online panels
➢ Big data (we geven zelf heel veel data vrij)
➢ Neuromarketing (neurologisch onderzoek wordt
gebruikt voor marketing; zoals eyetracking) →moeilijk
interpreteerbaar en duur onderzoek
✓ Nieuwe thema’s: duurzaamheid, sociale ongelijkheid en
ethische aspecten
✓ Traditioneel onderzoek
✓ Transformatief onderzoek (influencers die ongezond eten
promoten, zetten hun volgers hier ook tot aan)
o Toekomst consumentenonderzoek
✓ Analyse huidige topics via nieuwe methodes (datamining)
✓ Maatschappelijke en milieukwesties, die impact hebben op ons
consumentengedrag (COVID19, duurzaamheid,…)
✓ Impact artificiele intelligentie op CG (vragen rond ethiek,
privacy, online identiteit,…)
Methodologisch vooral aandacht voor validiteit en betrouwbaarheid in onderzoek
(consumentenonderzoekers plegen vaak fraude)
✓ Pre-registratie studies
✓ Meerdere experimenten per artikel (toeval vermijden)
✓ Open access (je data openstellen voor andere onderoekers
Future consumer behavior research questions? (zie dia powerpoint)
Trends die vandaag heersen in de actualiteit:
1. Build back better: nu het leven terug heropstart, hebben we het gevoel dat we een
tweede kans hebben ivm duurzaamheid
,2. Craving for convience: mensen willen gemak bij aankopen na de zware coronatijd.
BV: live shopping bij mediamarkt
3. Outdoor oasis: buiten samenzijn (mensen willen een huis met tuintje of balkon)
4. Phygital reality: omnichannel: alle kanalen zijn goed op elkaar afgesteld. Nieuwe
factor hierbij: augmented reality. Vergoot de gebruikerservaring, tevredenheid en
koopintentie. Het draait niet enkel om het product, maar over de hele ervaring
5. Playing with time: alles is flexibeler geworden. Mensen willen alles kunnen doen
wanneer zij dat willen. 24/7 chatbots, altijd kleding bestellen,… Multitasken is hierbij
gevaarlijk omdat je nergens goede focus op hebt. Hier wordt je dus minder
productief van
6. Restless and rebelious: mensen zetten zichzelf terug eerst en zijn het beu om regels
te volgen: La Boum dreigt elke week samen te komen en te feesten.
7. Safety obsessed: contactloos betalen, minder kassa’s, niet aftekenen bij pakjes
8. Shaken and stirred: mensen zijn moe en hebben nood aan mentaal welzijn. We
schrijven ons is voor nieuwe activiteiten en zetten mentaal welzijn op 1.
9. Thoughtfull thrifters: mensen zijn ook meer spaarzaam geworden (mede door
geldverlies bij corona) BV. Shop now, pay later. Vintage kleding heel populair
10. Workplaces in new spaces: telewerken, werken op vakantie, digitale aanwezigheid,
coworking spaces
,HOOFDSTUK 1: UNDERSTANDING CONSUMER BEHAVIOUR
Consumentengedrag
= “ Consumer behavior reflects the totality of consumers’ decisions with respect to the
aquisition, consumption and disposition of goods, services, activities, experiences, people,
and ideas by (human) decision-making units (over time).”
➔ Vroeger lag de focus op de aankoop, maar nu is de volledige customer journey
belangerijk.
Er is een grote totaliteit aan beslissingen
Consumeren:
Consumentenactiviteiten - aankoopactiviteiten
• Ook alles wat voorafgaat aan de aankoop: info verzamelen, beslissen waar aankoop
gaat gebeuren
, • Aankoopmethode + alle extra diensten (bv. levering aan huis, installatie, garantie)
• Factoren uniek aan de situatie: sfeer van de winkel, design van een website, tijd,
assortiment broodjes,…
Aanschaf
• Gebruiksvriendelijkheid, convience. Bv: Zalando
• Vertrouwen op oordelen van anderen; reviews (hotels boeken, online bestellen);
betrouwbaar want is eerlijker dan hoteleigenaar zelf bijvoorbeeld
• Aankoop via online medium is anders dan offline
o UTILAIR – functioneel (producten die je gewoon nodig hebt)
o HEDONISCH – affectief (producten waar je plezier aan hebt)
o Bij zelfscan: soms fraude
o Als je als consument een bepaald voordeel krijgt, waar je normaal geen recht op
hebt, ben je extra tevreden (bv je krijgt vroegtijdig de 10% korting)
Gebruik
• Waar, wanneer en hoe consumptie plaatsvindt.
• Onmiddellijk na de aankoop (bv. kapper, ijsje), of later (bv. reis aankopen voor
binnen enkele maanden)?
• Ter ere van een speciale gelegenheid?
• Hele product opgebruikt of niet?