3.4 Opvoedproblemen In De Werkelijkheid (FSWE3040AP)
Établissement
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Book
Kinder- en jeugdpsychiatrie
Deze samenvatting bevat al de te kennen literatuur van blok 3.4C Opvoedingsproblemen i/d Werkelijkheid. Het is een super interessant blok waar ik van genoten heb. Ik behaalde een 8.4 voor het tentamen
De eerste hoofdstukken van Verhulst in begrijpelijke taal
Tout pour ce livre (16)
École, étude et sujet
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Orthopedagogiek
3.4 Opvoedproblemen In De Werkelijkheid (FSWE3040AP)
Tous les documents sur ce sujet (3)
2
revues
Par: deboravanstiphout7 • 1 année de cela
Par: annettegrundeken • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
marieooms
Avis reçus
Aperçu du contenu
Opvoeden in een complexe werkelijkheid
SAMENVATTING BLOK 3.4
Marie Ooms
,Praktijkprobleem 1: “Just (B)eat it!
De DSM onderscheidt 3 verschillende eetstoornissen
1. Anorexia Nervosa
2. Boulimia
3. Eetbuistoornis
1. Wat houdt Anorexia Nervosa (AN) in?
1.1 Globaal
Anorexia Nervosa: een ernstige eetstoornis die bij ongeveer een half procent van
de meisjes en jonge vrouwen voorkomt. Ze vermageren extreem, omdat ze veel te
weinig eten. Het is (vaak niet zichtbaar) en varieert in ernst Dus: significant laag
gewicht = lager dan wat minimaal wordt verwacht.
o Ze hebben een intense angst om in gewicht bij te komen, terwijl ze zelf al
heel mager zijn
o Lichaamsbeeld: Een verstoring in de manier waarop de patiënt haar/zijn
gewicht of lichaamsvormen ervaart, waarbij er een zeer grote invloed van
gewicht en lichaamsvormen is op de zelfevaluatie of een hardnekkig gebrek
aan erkenning van de ernst van het lage gewicht.
Er zijn 2 typen AN-patiënten
1. Het beperkende/restrictieve type: Vermagert door
obsessief weinig te eten en veel te bewegen deze
vorm heeft de duidelijkste genetische basis. Dit is
meer het type dat omschreven wordt door AN
2. Het eetbuien-purgerende type: Beperkt eveneens
haar/zijn voedselinname, maar heeft bij tijd en wijle
eetbuien en purgeert nadien. Purgeren verwijst naar
de zuivering of reiniging van het lichaam en
daaronder vallen alle gedragingen die erop gericht
zijn om het voedsel zo snel mogelijk weer uit het
lichaam te verwijderen, zoals het zelf opwekken van
braken en het gebruik van laxantia.
Verschil met Boulimia: bij BN gaat het om recidiverende perioden van eetbuien,
waaruit een eetbui bestaat uit het eten van een objectief grote hoeveelheid voedsel
in een korte tijd. Een objectief grote hoeveelheid is een hoeveelheid die beslist meer
is dan wat de meeste mensen in eenzelfde periode en onder dezelfde
omstandigheden zouden eten. Daarnaast is er een gevoel van controleverlies over
eten tijdens de eetbui (gevoel dat men niet kan stoppen met eten of niet kan
controleren wat en hoeveel men eet). Bij AN wordt deze controle juist wel ervaren en
wordt het eten van één koekje bijvoorbeeld al als genoeg reden gezien om het
lichaam te reinigen.
Casus: Waarom hebben we in deze casus te maken met AN: Karen (12 jaar) is heel
mager en heeft een ondertemperatuur. Ze heeft een bijzonder dagelijks schema. Bij
Karen is er mogelijk sprake van Type 1 van AN, namelijk het restrictieve type. Echter
wordt uit de casus niet duidelijk of Karen vreetbuien heeft en daarna haar lichaam
2
,reinigt door te spugen(braken) of door gebruik van laxeermiddelen, want als dit het
geval is is er sprake van Type 2 het eetbuien-purgerende type.
1.3 Risicofactoren
- Adolescentie wordt beschouwd als een risicoperiode voor het ontstaan van
eetstoornissen. Dit omdat men tijdens deze periode een zelfbeeld ontwikkeld.
Dit is ook het geval bij Karen
- Meisjes lopen een groter risico dan jongens
- De sociale druk om mager te zijn
- Internalisering van het slankheidsideaal:
- Perfectionisme
- Impulsiviteit en negatieve stemmingen
- Lijngedrag: een bewuste beperking van de calorische inname om gewicht te
verliezen. Door lijnen komt er een serotoninetekort, dit kan leiden tot
neerslachtigheid.
- Biologische kwetsbaarheid: gedeeltelijk erfelijk. Genen en
karaktertrekken/gedragspatronen. Hypothalamus is kleiner bij mensen met
anorexia. In de hypothalamus bevinden zich de kernen voor honger en
verzadiging en dit wordt geregeld door neurotransmitters. Deze info wordt in
de hersenen omgezet in een reactie en zo ontstaat er wel of geen motivatie
om te eten. Hangt samen met omgevingskenmerken en andere biologische en
psychologische kenmerken.
Aanvulling Fabienne: Hoe zit het met prematuur geboren kinderen, kinderen die geboren worden
terwijl moeder alcoholverslaafd was en de ontwikkeling van de hippocampus en hypothalamus.
Wat je ziet op scans is dat mensen met AN over het algemeen een kleinere hypothalamus
hebben (honger, verzadiging, vertering, zelfbeeld, immuunsysteem, hormonen). En ook dat de
hippocampus (regelen van je geheugen) niet goed is ontwikkeld want is in aanleg verstoord. Dit
geldt zo wel voor prematuur geboren kinderen en voor kinderen waarvan moeders alcohol
drinken tijdens de zwangerschap. De grootte van de hypothalamus is genetisch bepaald. Het kan
ook te maken hebben met bepaalde voedseltekorten tijdens de zwangerschap. Zowel bij
kinderen die te vroeg geboren zijn als bij moeders die gedronken hebben tijdens de
zwangerschap zie je vaak schade aan de hypothalamus doordat ie kleiner is uitgevallen.
- Homoseksueel zijn: Er is een groot breinverschil tussen hetero- en
homoseksuelen. Vooral te maken met hoe het brein zich ontwikkelt als men in
de baarmoeder zit. Deze ontwikkeling is onderhevig aan
hormoonconcentraties die op dat moment in de baarmoeder zitten. De
omgeving (baarmoeder) bepaald ook deels hoeveel testosteron je zult
hebben. Dit zie je bv ook bij meisjes die 3 oudere broers hebben. Het
testosteronniveau in de baarmoeder ligt hoger en deze bepalen deels hoe
neuronenpaden in het brein worden aangelegd. Je ziet vaak dat zij zich ietsje
jongensachtiger gedragen.
Hypothalamus en hippocampus speelt een grote rol in het zelfbeeld van mensen en de
hormoonafgifte. En zeker bij de mannen met AN speelt dit een grote rol.
1.4 Beschermende factoren
- Sporten: waarbij het niet belangrijk is om slank te zijn. Sporten waarbij het wel belangrijk is
om slank te zijn kan een risicofactor zijn.
3
, - Hoge zelfwaardering: beschermt ook tegen andere gedrags- en emotionele problemen.
- Optimistische levenshouding: kan beschermen tegen negatief lichaamsbeeld.
- Hogere frequentie van gezinsmaaltijden.
1.6 Kenmerken
Patiënten met AN lopen hier niet met te koop en ontkennen het vaak.
Ze krijgen vage klachten en dit is ook terug te zien bij karen: Mager en onderkoeld
Anorexia gaat samen met veel somatische (lichamelijke) gevolgen en
symptomen. Deze symptomen hangen samen met de mate van het ondergewicht,
snelheid gewichtsverlies, leeftijd en geslacht (bij mannen vaak erger omdat de
diagnose later is)
1. Constipatie
2. Menstruatiestop
3. Donshaartjes
4. Haaruitval
5. Lage lichaamstempratuur en lage bloeddruk door laag metabolisme
6. Hormoonwaarden cardiovasculaire problemen
7. Bij het purgerende type is er een hoger risico op dehydratie en
elektrolytstoornissen, vooral hypokaliaemie.
Prevalentieonderzoek vereist een nauwkeurige en eenduidige hantering van de
diagnostische criteria. Vooral in geval van subklinische en atypische eetstoornissen
is dit ingewikkeld + De gehanteerde definities zijn westers.
De helft van de patiënten lijdt aan een bijkomende angststoornis en/of
depressie. Daarnaast overlappen veel kenmerken van eetstoornissen met
borderline persoonlijkheidsstoornissen. + slaapproblemen (= secundaire
kenmerken)
Autonomie en zelfcontrole zijn belangrijke thema’s bij eetstoornissen.
Op lange termijn kan AN lijden tot hersenschade. Het hersenvolume neemt af en
zo ook de functie voor zelfregulerende systemen = ONOMKEERBARE
VERANDERINGEN.
Komt in alle sociale lagen evenveel voor. (Overgewicht meer in lagere klasse)
Comorbiditeit: het tegelijk voorkomen van twee of meerdere stoornissen bij 1
persoon. Autisme (vaker stereoptiep en repetitief gedrag)
Multifactoriële etiologie: combinatie van genetische kwetsbaarheid, uitgelokt door
omgevingsinvloeden.
- Angst- en dwangsymptomen
- Depressie
20% van de AN patiënten blijft chronisch zien en slechts 50% herstelt helemaal. In
6-10% van de gevallen in de GGZ lijdt AN tot een vroege dood. Dit zijn hoge
percentages.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marieooms. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.