CROSSMEDIALE
STORYTELLING ‘21-’22
Prof. Vandenberghe
1
, Les 1 (28/09): Introductiecollege: verwachtingen cursus
1.1. Wat is storytelling? Inhoudelijke introductie
1.1.1. Historische wortels van storytelling onderzoek
Historisch:
- onderzoek naar ‘taal, tekst en verhaal’ → ‘tekst moet worden gezien als elke mogelijke vorm
van communicatie-uiting
- Hoe taal en tekst vorm en structuur geven aan de “realiteit”
= DISCURSIVE TURN
Aristoteles:
- Vader van het narratief onderzoek
- Traditionele Griekse vertelvormen
- Klassieke PLOT elementen
- De expositie (het begin)
- Het conflict (midden)
- De resolutie (einde)
100 jaar later…
Russische formalisme en structuralisme:
- Vladimir Propp: 31 onveranderlijke sequenties en 7 personages
- “De morfologie van het toversprookje” (een heel belangrijke en invloedrijke publicatie op
gebied van storytelling en literatuurwetenschappen)
- Analyse van Propp is ook toepasbaar op journalistieke teksten (en dus ook relevant voor ons)
→ veel aandacht voor de sequentie van de verhaalconstructie zoals bij Aristoteles.
- 7 personages? Dramatis Personae
1. De schurk
2. De schenker (donor, geeft een geschenk aan de held, niet noodzakelijk een levenloos
object)
3. De helper (stelt zich ten dienste van de held, beschikt over magische kwaliteiten)
4. De gezochte (de prinses, de prijs)
5. De zender of “dispatcher”
6. De held (heeft een bepaalde missie)
7. De valse held (op het einde ontmaskerd van verraad)
Narratieve structuur
- Moet er sprake zijn van een opeenvolging van gebeurtenissen die logisch met elkaar in
verband staan en soms, maar niet noodzakelijk chronologische worden verteld.
- één van de gebeurtenissen houdt een verandering in → key events die de motor van het
verhaal uitmaken
- Opeenvolging van gebeurtenissen = sequentie
2
,Narrativist turn: narratieve aspect wordt belangrijke, en in veel disciplines toegepast
- Jaren 80
- Homo Narrans (Fisher, 1984): ‘de mens als homo narrans’ = de vertellende mens manier
waarop de mens betekenis creëert via symbolen en narratieven = centraal = de mens als
storytelling animal, storyteller opereert in symbolische omgeving.
o Homo narrans vs rationele mens
- Ook Barthes: Verhalen zijn een wezenskenmerk van de mens dat universeel is doorheen de
geschiedenis en over de grenzen van culturen
- Ook te vinden in dagelijkse conversaties (bv. “Hier hetzelfde verhaal..”, “Om een lang verhaal
kort te maken..”)
2 perspectieven: rationeel paradigma & narratief paradigma-
- Rationeel paradigma: link met Habermas (publieke sfeer): om (actief) burger te zijn,
moeten we geïnformeerd worden (anders kan je geen mening vormen)
- Argumentatieve rationaliteit: cijfers, feiten, economisch,..
- Narratieve rationaliteit: interview achter de persoon achter de cijfers, emotionele
aspect (zie 2de paradigma)
§ epistemologisch
- Narratief paradigma: verondersteld dat de wereld is opgebouwd uit concurrerende verhalen
waar de mensen uit kunnen kiezen (narratieve realiteit)
- Proberen te begrijpen hoe de mens handelt, door te kijken naar de verhalen
- Narratieve rationaliteit = manier om het menselijk handelen te begrijpen
§ ontologisch
o Probability (narratieve waarschijnlijkheid): Heeft het verhaal een herkenbaar
plot? Coherentie van de plot heeft een belangrijke rol.
o Fidelity (narratieve betrouwbaarheid): sluit het inhoudelijk aan bij de eigen
ervaringen? Hierbij toetsen mensen hun verhalen die ze horen, zien of
waarnemen tegenover andere verhalen die ze al kennen en tegenover eigen
levenservaringen.
1.2 Waarom is storytelling belangrijk voor journalistiek?
Vaste vertelstructuren als container om info te presenteren heeft een invloed op hoe het publiek een
issue gaat bekijken (via narratieve logica van verhalen brengen journalisten informatie over).
Storytelling is dus belangrijk voor de journalistiek omdat journalisten via de narratieve logica van
verhalen informatie kunnen overbrengen aan een breed publiek.
- Nieuwsitem = verhaal op zich
- Nieuwsselectie: veel beïnvloedende factoren (universele waarden, medium, merk,
persoonlijkheid van de journalist, genres, doelpubliek…)
- Tegelijkertijd kan de structuur van een verhaal ook vormgeven aan hoe het publiek kijkt naar
een issue
3
,1.2.1 Journalist, medium, ‘brand’ (merk), genre en format als torytellers
- Journalisten hebben dezelfde universele waarden, net zoals het nieuws dat heeft.
- Maar je zal snel verschil kunnen verwachten in de manier waarop een verhaal verteld wordt in
de media die nochtans in dezelfde sector opereren.
- Journalisten gaan wel zelden hun eigen stempel drukken
- Ze opereren in een redactie verband met checks and balances
- Wel vaak een persoonlijke ‘vertelstijl’ → ‘personal branding’ →bv. Rudy Vranckx
(journalisten die op zich een ‘merk’ worden door hun vertelstijl)
1.2.2 De journalist als “objectieve” storteller
‘Journalisten zijn in essentie storytellers die de sociale realiteit interpreteren en construeren’
- Ze vertellen verhalen op een bepaalde manier, maar gaan ook objectiviteit proberen na te
streven
- Maar er is altijd een kritische blik nodig: nieuws is altijd een ‘construct’
- Journalisten doen wat een publiek van hun verwacht gecorreleerd met de aard van de bronnen
- Storytelling komt het meest voor in fictie, maar gebeurd ook in non-fictie!
- Sommigen zien het begrip ‘story’ als een aanslag op de objectiviteit die ze met hun verhaal
willen nastreven.
1.2.3 Narratief onderzoek binnen journalistiek
Zelizer: “Taking Journalism Seriously”
- Verschil hard en zacht nieuws (zien we later)
Van Krieken: onderzoek naar journalistieke storytelling focust zich op 3 elementen
● Processen die in werking treden bij storytelling
○ Het socio-cultureel proces van betekenisggeving (vaak onderzocht bij gebeurtenissen
die een slag geven aan de maatschappij zoals berichtgeving bij een terroristische
aanslag)
○ Het onbekende kunnen linken aan het bekende
○ Uit standpunten verteld van hulpverleners, slachtoffers,..
● Producten van storytelling (het verhaal zelf)
○ Aandacht naar talige elementen (vertelstandpunt bv.) en vormelijke aspecten (bv.
beeldtaal, grafieken,..)
○ Welk effect hebben bepaalde vertelvormen?
○ Identificeert of leeft men mee met het onderwerp?
● Praktijken
○ Hoe verloopt storytelling binnen de redacties
○ Heeft een redactie voldoende middelen? Genoeg tijd?
4
, Les 2 (5/10): Introductie in journalistieke genres, voorbeelden
crossmediale webteksten, persberichten schrijven
Denken in een genre en niet in media. Een video of tekst is geen genre.
Media loopt heel erg door elkaar. Bv welcome tot he AA van Alex Agnew is een podcast dat geüpload
wordt op Youtube met video waarin hij mensen interviewt
1. VERSCHILLENDE GENRES
- Nieuwsartikel: Een artikel zal in essentie de feiten weergeven.
- Verslag
- Reportage
o TV : bv telefacts dit is echt storytelling, een verhaal dat je vertelt; je start vanuit
een journalistieke vraag bv hoe moeilijk is het om rijles te geven als het spekglad
is
o Vlog: veel volgelementen, zeer informeel, ook verrijkt met animaties
o Podcast: bv BOB vertrekt met een journalistieke vraag en een manier van
storytelling
- Fact check: filmpje of tekst
- Interview
o Podcast
o Print
o Social: interviews op Instagram stories
- Data-analyse
o Artikel
o Infographic: visueel interessant voor de lezer, maar voor google een ramp
- Review: subjectief genre
- Uitgetest: dingen uitproberen en beleven, ook subjectief
- Tutorial : vaak ook advertorials en gesponsord door merken; vaak geen breaking news
maar zorgt voor verkeer van op sociale media naar de website
- Getuigenis : kan een reportagestijl zijn of een podcast waar iemand een getuigenis geeft
- Portret: bv Instagram account ‘humansofny’ waar ze elke dag een foto posten van
iemand met hun verhaal erbij
- Vox pop: letterlijk dingen aan de mensen gaan vragen in de straat; herkenbaarheid is een
belangrijke factor waarom het zo populair is
- Opiniestuk: een stem geven aan verschillende mensen in een debat zonder dat je als
journalist zelf een kant kiest zodat ze hun objectiviteit niet verliezen
- Editoriaal: journalist of hoofdredacteur die zijn eigen mening geeft
- Column: essentieel aan een column is dat er net iets meer verhaal aan zit en ook vaak
een humoristische noot, een goeie column heeft een pointe
- Debat: vaak dubbelinterview met mensen met tegengestelde meningen
- Lijstje: heeft te maken met SEO en clicks op facebook om meer verkeer op de site te
genereren; is niet altijd inhoudsloos
- Liveblog: multimedia bundelen
5
, - Longread: combinatie van video, tekst en foto’s, echt interactief het verhaal volgen,
grote verschil met een reportage is dat je als lezer mee het verhaal regisseert (je leest op je
eigen tempo, je kan terug scrollen etc)
2. Goede webteksten schrijven
Schrijven voor online is niet het zelfde als schrijven op papier
Bij online is er eindeloos veel plaats voor artikels op papier is dat beperkter. Online kan je altijd
aanpassingen maken om er schrijffouten uit te halen. Ook meer interactieve elementen online met
video’s, hyperlinks.
Vroeger HTML, nu CMS = content management system
Online lezen we in de F-vorm, op papier in een Z-vorm; de rechterkant van een website lezen we vaak
niet
Op de smartphone bekijken we vooral de bovenkant van het scherm.
Online moeten we rekening houden met de omgekeerde piramide.
Normaal gezien bij een verhandeling of essay: inleiding, midden, slot
Bij een webtekst begin je met de essentie en hoe lager naar beneden hoe minder belangrijk het mag
zijn. (omgekeerde piramide)
Dit komt omdat mensen de bovenkant lezen op smartphones dus de essentie moet in het begin staan.
Vooral bij genres die niet storytelling zijn.
Kom meteen ter zake in de lead. Niet zoals in het voorbeeld van de NMBS.
Lead = 5 W’s en de H (als ze relevant zijn)
- Wie
- Wat
- Wanneer
- Waar
- Waarom
- Hoe
Scanbaar maken van teksten. Scanbaar maken voor het oog van de lezer zodat de lezer direct weet
waar het artikel over gaat. 4 punten van de 20 staan op scanbaarheid voor de opdracht
- Foto: belangrijk als het gedeeld wordt op sociale media dan komt de foto er ook bij,
platliggende foto’s heel belangrijk
- Titel
- Lead
- Korte alinea’s
- Links
- Witregels: zorgen voor leesbaarheid, shift enters vermijden
6