College 1
Het burgerlijk procesrecht is het sluitstuk van het materiële recht. Van gelijk hebben naar gelijk
krijgen; bij het burgerlijk procesrecht gaat het om deze stap. Stel je hebt een arbeidsovereenkomst
voor 1 jaar en die kun je niet opzeggen. Stel je wil na twee maanden weg bij dat bedrijf, en de
werkgever zegt dat het goed is. Dus je gaat weg, maar de volgende week krijg je een dagvaarding in
de bus: je werkgever wil een schadevergoeding. Hier is echter geen sprake van een eenzijdige
rechtshandeling maar van een meerzijdige (want de werkgever vond het goed dat je weg ging, jullie
waren het erover eens), de overeenkomst is met wederzijds goedvinden beëindigd. De werkgever
stelt echter dat het wel eenzijdig is beëindigd, en dat er dus schadevergoeding moet worden betaald.
De werknemer moet nu gaan bewijzen dat de overeenkomst wél met wederzijds goedvinden was
beëindigd. De werknemer heeft nu dus het risico dat hij het bewijs moet leveren. En dat is heel lastig
te bewijzen.
De rechterlijke macht bestaat uit de burgerlijke rechter, de strafrechter en de bestuursrechter. Wij
gaan het hebben over de burgerlijke rechter. Bijv een burgerlijk geschil: art 6:162 BW.
De rechterlijke macht maakt deel uit van de trias politica (rechterlijke macht, wetgevende macht en
bestuurlijke macht).
Een geschil
Minnelijke oplossing? Mediation
Nee?
Particuliere geschiloplossing
Naar de rechter
Arbitrage Bindend
Procedure advies
Vonnis
Executie
Bij mediation wordt het geschil door de partijen zélf opgelost, niet door de mediator. De mediator
leidt alleen het gesprek, hij is een facilitator.
Particuliere geschiloplossing kan door partijen van te voren zijn afgesproken. Bijv dat ze zeggen; als
we een geschil hebben zal het worden opgelost door middel van particuliere geschiloplossing.
Arbitrage staat in de wet vanaf art 1020 RV en verder. Er wordt vaak voor arbitrage gekozen omdat
,arbitrage in tegenstelling tot overheidsrechtspraak niet openbaar is.
Bindend advies staat niet in de wet. Er staat wel wat over in art 7:900 BW. Er wordt uit
kostenoverweging voor bindend advies gekozen, het kost je namelijk veel minder om een geschil op
te laten lossen door bindend advies.
Op de weg naar de rechter heb je een fundamenteel recht, je kunt niet tegen jou wil van de weg naar
de rechter worden afgehouden. Maar het is niet meer tegen je wil als je een contract hebt gesloten
waarin die particuliere geschilbeslechting staat. Als je in een contract akkoord bent gegaan met
particuliere geschilbeslechting dan kun je wel van de rechterlijke procedure worden afgehouden.
Zo’n particuliere geschilbeslechtingsclausule kan ook in de algemene voorwaarden staan art 6:236
sub n; valt onder de zwarte lijst.
Executie houdt in dat je bijv betaling afdwingt. Art 430 RV.
Als je naar de rechter gaat moet er worden nagedacht over de volgende dingen: naar welke rechter
moet je? Welk processtuk moet je maken? Wat zijn de termijnen die mij worden gegund?
Regelgeving
Basis in titel 11 boek 3 BW: art 3:276 BW (beslag leggen) en art 3:296 BW (vordering tot nakoming).
Daarbij moeten ook de regels voor verzuim in acht worden genomen.
Randvoorwaarden: art 6 EVRM, grondwet (dat je een onafhankelijke rechter moet hebben enzo
art 19 RV).
Rechterlijke organisatie: wet RO (naar welke rechters je kunt gaan; rechtbank, Gerechtshof en Hoge
Raad. Kantonrechter voor kleinere zaken en de sector civiel voor wat grotere zaken).
Wijze van procederen: wetboek van burgerlijke rechtsvordering en procesreglementen
(rechtspraak.nl / wettenbundel).
Naar de overheidsrechter
De overheidsrechter neemt niet het initiatief, dat doet de partij zelf. Diegene die de aanspraak maakt
zal zelf een initiatief moeten nemen voor de procedure. Je kunt kiezen uit verschillende procedures:
-de bodemprocedure. Je hebt twee soorten bodemprocedures: de dagvaardingsprocedure en de
verzoekschriftprocedure. De dagvaardingsprocedure is geregeld in titel 2 van het eerste boek RV. De
verzoekschriftprocedure is geregeld in titel 3 van het eerste boek RV.
-Kort geding. Wanneer een zaak spoed heeft kun je ook een kort geding procedure doen: wanneer je
veel eerder dan binnen 9 maanden een uitspraak nodig hebt urgentie. Denk bijv aan de procedure
rond de avondklok. Art 254 RV.
Ook kun je bewarende maatregelen nemen, zoals conservatoir beslag (je legt alvast bij voorbaat
beslag op goederen, zodat je veilig stelt dat er straks als de uitspraak komt nog geld over is in het
vermogen van de persoon van wie je een schadevergoeding wil). Dit staat in art 700 RV en verder.
Dit kun je ook doen met bewijsmateriaal, je legt het bewijsmateriaal dan op voorhand vast art 186
RV.
Dit zijn dus allemaal keuzes die je kunt maken voor het beginnen van de procedure; de procedure in
eerste aanleg.
Vervolgprocedures zijn hoger beroep en cassatie (hierbij vult de Hoge Raad de wet aan).
Digitaal procederen
Alleen bij de Hoge Raad wordt digitaal geprocedeerd. De KEI-rechtsvordering geldt dus wel bij de
Hoge Raad maar niet bij de rechtbank en het Hof. Bij de rechtbank en het Hof wordt nog bijna alles
met papier gedaan.
KEI-rechtsvordering geldt dus wél gewoon voor de Hoge Raad.
,In het wetboek vind je de kern van KEI-rechtsvordering in art 30a t/m 30q KEI-RV en art 111 t/m 121
KEI-RV. Staan ergens achter rechtsvordering.
De weg in rechtsvordering
De wegwijzer voor het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Boek 1:
titel 1: algemene bepalingen (dus bepalingen die gelden voor zowel de dagvaarding als de
verzoekschriftprocedure)
titel 2: dagvaardingsprocedure
titel 3: verzoekschriftprocedure
titel 7: hoger beroep
titel 11: cassatie
Boek 2: executie. Art 430 RV en verder. De titel is een rechtvaardiging voor de overdracht, datgene
wat aan de overdracht ten grondslag ligt. Dat kan een overeenkomst zijn, maar dat kan ook een
wettelijke bepaling zijn. Wat is dan een executoriale titel? Dat is de rechtvaardiging voor de executie.
Als pandhouder mag je zónder de executoriale titel het verpande goed verkopen, omdat je het recht
van parate executie hebt.
Boek 3: bijzondere procedureregels (art 700 RV; conservatoir beslag). Kijk ook naar art 720 RV.
Boek 4: arbitrage
En vergeet dus niet de Spoedwet KEI met art 30a t/m 30q KEI-RV en art 111 t/m 121 KEI-RV als
belangrijkste artikelen.
Procesreglementen: van belang voor het verloop van de procedure. Hier staan bijvoorbeeld regels in
over bepaalde termijnen voor reacties of voor wanneer je nog stukken kan inleveren.
Art 6 EVRM
Dit gaat over de fundamentele waarden. Art 19 RV; hoor & wederhoor.
Impliceert ook:
-mondelinge behandeling (art 87 RV)
-recht op twee instanties/cassatie?
-verplichte procesvertegenwoordiging?
Is het begrensd?
-Griffierechten; is dit bedrag aan griffierechten wat je moet betalen voor toegang tot de rechter niet
een te hoge drempel?
-Ook is er soms sprake van verplichte rechtsbijstand, wat ook een drempel kan vormen, maar er is
ook gefinancierde rechtsbijstand.
Botsende hoofdbeginselen?
Hoofdrolspelers
-partijen
-rechtshulpverlener (advocaat, gemachtigde of rechtsbijstandverzekeraar)
-deurwaarder (de formele initiator van het proces als het een dagvaarding betreft)
-rechter
-griffier (doet de administratie van de rechtbank, notuleren van de zitting
Partijbelang
Geen belang, geen actie art 3:303 BW: als je geen belang hebt bij een zaak komt jou ook geen
actie of geen rechtsvordering toe.
, Rechtsvordering als processueel middel om (vorderings)recht aan het oordeel van de rechter te
onderwerpen. Je moet daarbij wel bij de goede rechter zijn. En voor je vordering moet je in het
materiële recht zijn; je moet kunnen uitleggen waarom je dat recht op die vordering hebt.
Een rechtsvordering kan tenietgaan door verjaring (art 3:306 BW tot art 3:325 BW). Als de
teleurgestelde koper niet zijn schadevergoedingsactie binnen een bepaalde termijn uitvoert, verjaart
die. Hij kan dan bijv niet meer in rechte een nakoming vragen. Wanneer een rechtsvordering verjaart
blijft een natuurlijke verbintenis over, die in rechte niet meer gevorderd kan worden. Maar als de
schuldenaar dan toch nog aan je betaald voldoet hij wel aan de verbintenis, dus wat hij je dan
betaald is niet onverschuldigd.
Misbruik van (proces)recht; art 3:13 BW juncto art 3:15 BW. Deze gelden via een schakelbepaling ook
voor procesrecht. Als je voor een schuld van 10 euro bijv beslag gaat leggen op een huis, gaat dat
natuurlijk te ver, dan maak je misbruik van het beslagrecht. Denk aan grensoverschrijdende garage
arrest (afbraak vorderen van een schuurtje voor maar 10 cm overschrijding). Of bijv er was een man
die had heel veel grond, en om zijn buurman te pesten zette hij allemaal watertorens neer waardoor
de buren helemaal geen uitzicht over de Waal meer hadden. Het is een bevoegdheid van jou als
eigenaar dat je mag doen en laten met je grond wat je wil, maar hier werd geoordeeld dat die man
misbruik maakte van zijn bevoegdheid.
Partij
Natuurlijke persoon, rechtspersoon (BV, vereniging, stichting, NV. Art 2:5 BW).
V.O.F, maatschap (art 51 RV).
Minderjarigen en onder curatele gestelden: art 1:234 BW, art 1:245 lid 4 BW, art 1:235i BW
Art 1:386 BW juncto art 1:337 lid 1 BW. Bij minderjarigen en onder curatele gestelden is de formele
procespartij de ouders/voogd/curator/bewindvoerder, en de materiële procespartij is degene voor
wie wordt opgetreden (dus het kind, de onder curatele gestelde of de failliet).
Bij een failliet is de formele procespartij dus de curator en de materiële procespartij de failliet.
Dan volgt nog een andere vraag; kan die formele procespartij wel zelf optreden? Soms is
procesvertegenwoordiging verplicht bijv art 79 RV; in zaken voor de kantonrechter kun je in
persoon procederen, en in andere zaken alleen maar met een advocaat.
In art 93 t/m 96 BW wordt geregeld wanneer iets een kantonzaak is.
Belangrijk van de dagvaarding de Koning: art 45 lid 3 RV, art 111 lid 2 RV en art 114 RV.
Benaming partij in procedure
Dagvaardingsprocedure:
-rechtbank; eiser, gedaagde
-Hof; appellant, geïntimideerde
-Hoge Raad: eiser, verweerder in cassatie
Verplichte procesvertegenwoordiging? Zie voor dagvaarding art 79 RV. Zie voor
verzoekschriftprocedure art 278 lid 3 RV.
De deurwaarder is een openbaar ambtenaar, maar ook rechtshulpverlener.
Gerechtsdeurwaarderswet.
De advocaat heeft te maken met tuchtrecht en gedragsregels en de advocatenwet.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur veronikaelburg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.