PSYCHODYNAMISCHE THERAPIE
Introductie – kader van dit OO
Waarom belang van PDT?
• ‘Dodo bird verdict’: “Everybody has won, and all must have prizes”
o Sinds Rozensweig (1936) en zeker vanaf Luborsky, Singer, en Luborsky (1975): alle therapieën zijn even
effectief.
o Belang van non-specifieke factoren >> belang van therapie-specifieke factoren in bepalen van therapie-
uitkomst.
• Dit impliceert tevens dat psychodynamische therapie, zoals andere psychotherapeutische stromingen, voor
verschillende vormen van psychopathologie een effectieve, en dus te overwegen, optie kan zijn.
Introductie – evidence base van PDT
Terminologie
‘Evidence based’?
• APA 2005 Presidential Task Force on Evidence-Based Practice:
“Evidence-based practice in psychology (EBPP) is the integration of the best available research with clinical
expertise in the context of patient characteristics, culture, and preferences.”
‘Evidence-based’ >> ‘empirically supported’
“Een evidence-based behandeling is een behandeling die de toets van wetenschappelijk onderzoek succesvol
doorstaan heeft.” Waar of niet waar?
à Strikvraag:
o Evidence-based is niet gelijk aan empirische steun. Er zijn nog twee componenten: wat weten we van de
praktijk? Experimenteel onderzoek mist vaak externe validiteit. Daarnaast ook patiëntkenmerken en
voorkeuren.
o De term evidence-based is ruimer dan empirically supported.
Gebrek aan empirische steun is nog niet gelijk aan dat er steun zou zijn voor een beperking. De enige beperking is
dat het nog niet onderzocht is. ‘Lack of evidence’ is niet gelijk aan ‘evidence of lack’.
1
,‘Empirically supported’? (tabel niet helemaal kennen, drie componenten wel)
à Appropriateness = toepasselijkheid: vindt een patiënt bij wie die behandeling geholpen heeft, wat zijn de
voordelen/nadelen volgens hem?
à Feasibility = houdbaarheid/implementeerbaarheid: als we het implementeren, hoe haalbaar is dat dan? Voor
de klinische praktijk maar ook voor de haalbaarheid van cliënten.
‘Psychodynamische therapie’?
Kader & doelen
Interventies &
technieken
Er is een brede waaier van stromingen die allemaal min of meer werkzaam zijn gebleven. Binnen elke stroom is
het gepaster om te spreken over therapieën, in het meervoud.
3 grote groepen binnen PDT: psychoanalyse (vorm die oorsprong heeft bij Freud, wordt nog altijd toegepast),
langerdurende PDT (min. 35 à 40 sessies), kortdurende PDT (5, 10 of 15 sessies).
Allemaal psychynamische therapieën omdat ze gestoeld zijn in dezelfde assumpties. Uitwerking is anders. Het zijn
therapievormen die gradueel van elkaar verschillen in kader en doelen.
Bij de analytishe kuur bv. is het de bedoeling om tot diepgaande verandering te komen. Als ze de mentale staat
van de analyticus niet aanvoelen gaat het beter lukken om tot het doel te komen. Dat maakt dat je andere
interventies en technieken gaat toepassen dan in de kortdurende bv.
Langdurige bevindt zich qua gradatie tussen de kortdurende en analytische kuur.
2
,Evidence base van PDT
Effectiviteit van PDT bij volwassenen
• Luyten & Lowyck (2016): vooral gebaseerd op RCTs (randomized control trials) en meta-analyses:
PDT is effectief bij depressie, angststoornissen, eetstoornissen, somatische en functioneel somatische
stoornissen, middelenmisbruik, en persoonlijkheidsproblematiek.
o Niet enkel symptomatische verbetering
o Maar ook relationele en persoonlijkheidsfunctioneren
à Dit onderscheidt de PDT vaak van andere therapieën.
o Even effectief als andere evidence based behandelvormen
o Geen verschil in methodologische kwaliteit van deze studies in vergelijking met RCTs van andere
behandelvormen
o Bovendien zouden effecten op langere termijn (2 of zelfs 5 jaar follow-up) behouden blijven
o En bij langerdurende PDT zelfs verder verbeteren: ‘sleeper effect’ (meta-analyses Leichsenring et
al., 2013; Shedler, 2010)
à Dit effect wordt niet in elke studie teruggevonden, er is kritiek op.
Effectiviteit van PDT bij kinderen en adolescenten
• Luyten & Lowyck (2016): vooral gebaseerd op narratieve systematische reviews en meta-analyses.
Effectiviteit van:
o Op gehechtheid gebaseerde interventies
o Klassieke speltherapie bij kinderen met sterk internaliserende problematiek
o Stemmingsproblematiek
o Outreachende interventies voor at-risk ouders en kinderen
o MBT-A bij adolescenten met ernstige persoonlijkheidsproblematiek
• Midgley et al. (2021).
Effectief bij een breed bereik aan geestelijke gezondheidsproblemen, in het bijzonder:
o Internaliserende stoornissen
o Ontwikkelende persoonlijkheidsstoornissen
o Vroege negatieve levenservaringen
“Succesvolle” uitkomsten van PDT
3
, De basics – basisassumpties van PDT
Basisassumptie 1: ontwikkelingsperspectief
• Psychodynamische theorieën zijn fundamenteel ontwikkelingspsychologisch en
ontwikkelingspsychopathologisch:
o Uitgesproken klemtoon op de formatieve rol van vroege levenservaringen op latere psychische
structuren en gedrag.
- ! cave: formatief ≠ deterministische of lineair-causale, ꞊ belangrijke doch complexe invloed, in
interactie met de rol van genetica, epigenetica, en latere ervaringen en omgevingsinvloeden
(probabilistisch).
à Epigenetica = als je omstandigheden (contextuele invloed) samen met je genetische aanleg gaat
interageren en gaat bepalen of bepaalde kwetsbare factoren al dan niet tot uiting gaan komen.
o Klemtoon op de geleidelijke ontwikkeling van mentale capaciteiten, waardoor verschillende
ontwikkelingsfasen verschillende manieren van de wereld begrijpen en kennen met zich meebrengen
vb. Een kind jonger dan 3 à 4 jaar begrijpt de eindigheid van het leven niet.
• Wordt empirisch ondersteund in wetenschappelijk onderzoek, o.m. recent neurobiologisch onderzoek.
Maakt niet uit hoe oud de persoon is, we gaan altijd rekening houden met de ontwikkeling van de cliënt.
Ervaringen die je vroeg in je leven opdoet dus 0-3j, nu zeggen we van -9maand tot 5j, zijn formatief (= vormend).
Het is niet omdat je bv. een van je ouders bent verloren op 3 jaar en je daardoor psychisch lijden gaat hebben, dit
deterministisch zou zijn: alsof dat 1 event in ons leven gaat bepalen hoe we ons verder gaan ontwikkelen in ons
leven. We houden er wel rekening mee dat verschillende ervaringen, vroeg in je leven, in samenspel met genetische
aanleg en latere levenservaringen gaan interageren om je te doen ontwikkelen in eenzelfde richting.
Basisassumptie 2: rol van onbewuste motivatie en intentionaliteit
• Psychodynamische benaderingen erkennen dat:
o Naast bewuste factoren, ook heel wat van ons denken, voelen en handelen gedreven wordt door
motieven waarvan we ons niet altijd (geheel) bewust zijn.
o Motivationele factoren (in het voorbewuste en onbewuste) onderling in conflict kunnen zijn =
intrapersoonlijk conflict: binnen de persoon zelf. Waardoor zowel normale als psychopathologische
ontwikkeling gekenmerkt kunnen zijn door conflict en de daaropvolgende adaptieve en/of maladaptieve
pogingen om psychisch evenwicht te (her)winnen en behouden.
• (Zie ook Basisprincipe Mensbeeld)
• Wordt empirisch ondersteund in recent neurowetenschappelijk onderzoek alsook in cognitief-psychologisch
en sociaal-psychologisch onderzoek.
4