Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Onderzoek/diagnose Taal Logopedie Jaar 1 €3,39   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Onderzoek/diagnose Taal Logopedie Jaar 1

 24 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Hier een samenvatting geschreven vanuit de colleges die gegeven zijn in het 1e jaar van de opleiding logopedie. Informatie over de normale taalverwerving en problemen in de taalverwerving (taalontwikkelingsstoornissen) komen aan bod.

Aperçu 2 sur 7  pages

  • Oui
  • 21 décembre 2021
  • 7
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Taal
Logopedie jaar 1 – 2019-2020

Algemene begrippen:
- Taalbegrip = begrijpen van de hele taal
- Woordbegrip = begrip van één woord
- Receptieve taalontwikkeling = taalbegrip
- Expressieve taalontwikkeling = taalproductie
- Quotiënt = score van gemiddeld 100
- ZQ = zinsquotiënt
- WQ = woordquotiënt
- TBQ = taalbegripsquotiënt
- Taalbegripsquotiënt = gemiddelde score op taalbegrip
- <50 = onder gemiddeld
- >50 = boven gemiddeld
- Ruwe score = totaal aantal punten gescoord op testonderdeel
- Q-score = gemiddelde score
- Normscore = waar je aan hoort te voldoen
- Testitem = één onderdeel van een test
- Oefenitem = één onderdeel van een test om te oefenen
- Afbreeknorm = wanneer je tijdens een test moet stoppen
- Standaarddeviatie = marge waarin kind tussen mag zitten
- Leeftijdsequivalent = hoe jou score verhoud tot andere leeftijdscategorieën
- Blootstellingsachterstand = te weinig taalaanbod krijgen
- COTAN = keurmerk voor testinstrumenten, COTAN gekeurd = betrouwbaar



Taalbegrip = passief = receptief = waarnemen van gesproken/geschreven taal.
Taalproductie = actief = expressief = bedenken + mondeling of schriftelijk uiten van taal.

Voorbeeld:
 ‘Job vraagt of hij even weg mag’ = actieve taal
 ‘Juf Ineke begrijpt Job wel’ = passieve taal
 ‘Juf Ineke stelt de klas een vraag’ = actieve taal
 ‘Ronald geeft antwoord’ = actieve taal

Spraak & taal beïnvloeden elkaar
Spraakontwikkeling = leren herkennen / uitspreken van klanken
Taalontwikkeling = leren begrijpen / vormen van woorden en zinnen

Voorwaarden normale spraak-taalontwikkeling
 Horen
 Luisteren
 Emotionele ontwikkeling
 Sociale ontwikkeling
 Cognitieve ontwikkeling
 Taalstimulerende ontwikkeling
 Goed functionerende spraakorganen (=fijne motoriek)
Passieve & actieve woordenschat = lexicon

, Passieve woordenschat = aantal woorden dat je begrijpt.
Actieve woordenschat = aantal woorden dat iemand met regelmaat gebruikt.

Lexicon = woordenboek; beschrijft beperkte verzameling woorden
Mentale lexicon = woordenboek in je hoofd; lange termijn geheugen

Om een woord te leren moet je het lexeem (klankcombinatie) + het lemma (betekenis) leren. Deze
worden opgeslagen in het mentale lexicon.

Passief taal testen is vaak een reeks van (4) plaatjes waarbij het kind het juiste plaatje moet
aanwijzen = taalbegrip.
Actief taal testen is vaak maar 1 plaatje met de vraag; ‘dit is…?’ = taalproductie.


Er zijn binnen de taal vijf linguïstische niveaus:
1. Fonologie = klankleer
2. Semantiek = betekenisleer
3. Syntaxis = zinsontleding
4. Morfologie = woordopbouw
5. Pragmatiek = taalgebruik
(+ Metalinguïstiek = nadenken over/reflecteren op taal)

Voorbeeld:
 Duidelijk articuleren = fonologie
 Verkleinwoordjes = morfologie
 Onomatopeeën (poes wordt miauw) = semantiek
 Korte zinnen = syntaxis

Semantiek
 Kennis + gebruiken van woorden
 Weten welk woord bij het concept past
 Weten hoe een woord wordt uitgesproken
 Uitgesproken woorden door anderen herkennen
 Weten wat variaties op het woord betekenen

Morfologie = verbuiging & vervoeging van (zelfstandig naam) woorden en werkwoorden
tafel/tafels/tafelen.

Syntaxis = zinsopbouw; grammaticale structuur van een zin.

Pragmatiek = gebruik van taal in bepaalde context; ‘u tegen een ouder persoon i.p.v. ‘jij’.

Metalinguïstiek = nadenken over taal en reflecteren daarop (begint va. 4-5 jaar te ontwikkelen).

Voorbeelden:
 ‘Ik lus topje toffie en toep’ = fonologie
 ‘Ikke ga niet kerstmis’ = semantiek; kerstmis is verkeerde woordkeuze voor kermis
 ‘papa gaat kar maken, gaat knallen boom’ = syntaxis
 ‘kar is uit elkaar gespringd’ = morfologie

Taaldomeinen
 Taalvorm = uiterlijke aspecten van gesproken en geschreven taal; HOE je iets zegt.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maartjestroes. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67866 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,39
  • (0)
  Ajouter