Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Een samenvatting van het derde onderdeel van de BIAZ; centraal zenuwstelsel. Een volledige samenvatting van de module aangeboden door het EMC met de daarbij horende theorie uit de boeken: anatomie en fysiologie, een inleiding. ProActive Nursing, klinische problematiek inzichtelijk. ProActive Nursi...
Anatomie en Fysiologie Hogeschool Utrecht Alle colleges 1 tm 12 2024 compleet (verpleegkunde 1)
Tout pour ce livre (510)
École, étude et sujet
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
BIAZ
Centraal zenuwstelsel
Tous les documents sur ce sujet (2)
1
vérifier
Par: nellekeverhoef2001 • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
JuliaMaurer
Avis reçus
Aperçu du contenu
Anatomie en fysiologie
• Anatomie van het centrale en perifere zenuwstelsel (cerebrum, diencephalon, mesencephalon,
pons, cerebellum, medulla oblongata en ruggenmerg)
• Hersenvliezen
• Neuronen, gliacellen, grijze en witte stof
• Hersenkwabben met functies
• Centrum van Broca en centrum van Wernicke
• Motorische en sensorische cortex
• Bloedvoorziening van de hersenen en cirkel van Willis
• Hersenventrikels en liquor
• Fysiologie (centraal vs. perifeer, sympathische vs. parasympatisch, somatisch vs. autonoom)
• Sluitingsdefecten neurale buis
• Hydrocephalus
• Hersendruk
• Normaalwaarden
• CCP, CBF en MAP
• Monro Kellie doctrine
• Papiloedeem
Neurologisch functioneren is snel en adequaat reageren op prikkels. Dat is bijvoorbeeld nodig in het
verkeer, bij sporten, maar ook in een gewoon gesprek. Zintuigen, zenuwstelsel en spieren werken
dan samen om goed te sturen, te bewegen of te communiceren. Om een overstekend kind te
ontwijken en om een bal te vangen moeten in fracties van seconden visuele prikkels worden
opgevangen en geïnterpreteerd en leiden tot gecoördineerde spierreacties. Op aanspreken reageert
een gezond mens meestal binnen één seconde met passende emoties, woorden en mimiek
Verbanden
De volgende organen zijn betrokken bij neurologisch functioneren: zintuigen, perifere zenuwen,
ruggenmerg, hersenen en spieren. De zintuigelijke, neurologische en motorische systemen
functioneren onlosmakelijk van elkaar: van prikkeling naar verwerking tot spier- of klierreactie. Uitval
van een deel van het stuurmechanisme verstoort daarom vaak de waarneming en/of de motoriek.
Het neurologisch systeem heeft vele functionele relaties met andere orgaansystemen.
Alle orgaansystemen zijn aangesloten op het neurologische systeem en worden continue bewaakt en
getuurd. Een paar voorbeelden;
- Sensorische functies en pijn: sensorische impulsen van buiten en binnen gaan via afferente banen
naar het centraal zenuwstelsel voor verder verwerking, van waaruit motorische efferente impulsen
naar het bewegingsapparaat en interne organen gaan.
- Bewegingsapparaat: bewegingen worden aangestuurd vanuit het centrale zenuwstelsel. De banen
in het perifere zenuwstelsel naar de spieren worden efferente banen genoemd. Naar de spier toe
dus.
- Ademhaling: centrale en perifere sensoren bewaken de kooldioxidespanning, de zuurgraad en de
zuurstofspanning in het bloed binnen de grote arteriën. Het ademcentrum in de hersenstam
verwerkt die informatie en prikkelt vervolgens de ademspieren meer of minder.
- Circulatie: centrale en perifere sensoren in de hersenstam, aorta en carotiden meten de hoogte van
de bloeddruk. Het bloeddrukregulatiecentrum in de hersenstam stuurt op geleide daarvan
hartfunctie en de vaattonus aan.
-Urogenitaal stelsel: de osmolariteit wordt bewaakt in de hypothalamus, die dorstgevoel en afgifte
van ADH aanstuurt. Dit antidiuretisch hormoon stimuleert water vasthouden door de nieren. Op
deze manier wordt zowel het totale watervolume als het elektrolytengehalte gereguleerd
- Bloed: de hemoglobine in het bloed is het transportmedium voor zuurstof en kooldioxide en wordt
door het cardiovasculair systeem van en naar het brein gebracht.
,- Hormoon stelsel: de hormoonproducerende organen staan op twee uitzonderingen na onder
centrale controle van de hypothalamus en de hypofyse. Deze produceren hormonen die schildklier,
bijnieren en ovaria of testikels aanzetten tot de productie van hormonen. Groeihormoon, prolactine,
ADH en oxytocine van de hypofyse hebben een direct effect op eindorganen.
Anatomie van het centrale en perifere zenuwstelsel (cerebrum, diencephalon, mesencephalon,
pons, cerebellum, medulla oblongata en ruggenmerg)
Het zenuwstelsel is een orgaansysteem wat een coördinerende rol speelt bij verschillende
handelingen. Dit orgaansysteem ontvangt prikkels van zowel het inwendige milieu (via de zintuigen),
integreert deze informatie en coördineert op zijn beurt gewilde en ongewilde reactie van vele andere
orgaanstelsels
Anatomisch gezien kan het zenuwstelsel in twee grote onderdelen verdeeld worden: het centrale
zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel.
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit een tweetal grote structuren: het ruggenmerg en de hersenen.
In het centrale zenuwstelsel vind de verwerking van sensorische informatie plaats en worden
impulsen doorgegeven naar spieren. In de hersenen bevinden zich uiteraard ook nog hogere functies,
zoals intelligentie, emoties en het geheugen.
De communicatie tussen het centrale zenuwstelsel en de rest van het lichaam (zoals organen en
spieren) vindt plaats via het perifere zenuwstelsel. Het perifere zenuwstelsel omvat al het
zenuwweefsel buiten het centrale zenuwstelsel. Het bestaat uit 12 paar hersenzenuwen, perifere
zenuwen en 30 paar ruggenmergzenuwen (uitlopers naar de linker en rechter lichaamshelft). Het PZS
begint in de cellichamen van de motorische zenuwen in het ruggenmerg en de hersenstam en eindigt
in de cellichamen van de sensibele zenuwen die in de gangliavlak naast het ruggenmerg en de
hersenstam liggen
Cerebrum
Het cerebrum (grote hersenen) is het grootste gedeelte van de hersenen. In het cerebrum worden
bewuste gedachten gevormd en verstandelijke functies worden uitgevoerd, zoals denken, verstand,
geheugen, emotionaliteit, zelfbewustzijn, creativiteit, etc. (die ons IK maken). Het cerebrum bestaat
uit twee helften, hemisferen, welke met elkaar in verbinding staan door de hersenbalk (corpus
callosum).
Kenmerken dominante hemisfeer:
- Cognitief, analyserend, determinerend, rekenkundig, probleemoplossend
- Dit gedeelte “denkt” in taal en begrippen; het logische brein.
Kenmerken niet dominante hemisfeer:
-Gespecialiseerd in ruimtelijke oriëntatie, beelden, muziek etc.
- Dit gedeelte “denkt” in beelden en gevoel; het artistieke brein
Voor bijna 100% van de rechtshandigen geldt dat het spraakcentrum links zit.
Voor minder dan 50% van de linkshandigen geldt dat het spraakcentrum rechts zit.
Bij 15% van de linkshandigen ontwikkelt de spraak zich in beide hemisferen.
Linkshandigheid gaat niet altijd gepaard met een dominante rechterhemisfeer
De buitenste laag van het cerebrum is de hersenschors, cortex cerebri. Deze schors vormt een reeks
vouwen, gescheiden door ondiepe of diepere instulpingen. Door deze vorm wordt het oppervlak van
de hersenen vergroot.
,Hersenkwabben
Iedere kwab houdt zich bezig met motorische aansturing en sensorische informatie. Elke hersenhelft
is via motorische en sensorische banen verbonden met de tegenoverliggende zijde van het lichaam.
De rechterhersenhelft stuurt de linkerzijde aan en de linkerhersenhelft stuurt de rechterzijde aan.
Frontaalkwab (4)
De frontaalkwab is verantwoordelijk voor het denkvermogen, het initiatief, het blikcentrum en
sommige primaire functies. Het centrum van Broca is gelokaliseerd in de dominante hemisfeer. Een
laesie veroorzaakt initiatiefverlies, ontremming, gedragsstoornissen en in de dominante hemisfeer
een onvermogen tot spraak.
Pariëtaalkwab (2)
De pariëtaalkwab is verantwoordelijk voor de motoriek, de sensibiliteit, en het ruimtelijke inzicht.
Een laesie veroorzaakt hemiparese contralateraal, apraxie, sensibiliteitsstoornissen contralateraal en
stoornissen in het ruimtelijke inzicht (ook links-rechts).
Temporaalkwab (6)
De temporaalkwab is verantwoordelijk voor de concentratie, het geheugen en taalbegrip. In de
dominante hemisfeer ligt het taalbegrip centrum van Wernicke. Een laesie veroorzaakt denken
concentratiestoornissen en in de dominante hemisfeer sensorische afasie.
Occipitaalkwab (5)
De occipitaalkwab is verantwoordelijk voor de visuele waarneming. Een laesie veroorzaakt eenzijdige
contralaterale gezichtsvelduitval, visuele hallucinaties en soms prosopagnosie (het niet kunnen
herkennen van gezichten).
Hersenschors
In de hersenschors is er een motorisch en sensorisch deel. In de hersenschors wordt informatie uit de
rest van het lichaam ontvangen, geanalyseerd en geïnterpreteerd. Vervolgens wordt deze
geïnterpreteerde informatie omgezet in gedachten of aansturingen van het lichaam
Motorische schors (3)
Deze bevindt zich in de frontaalkwab. Neuronen in dit gebied wekken willekeurige bewegingen op
door somatisch motorische neuronen in de hersenstam en het ruggenmerg aan te sturen
Sensorische schors (1)
Deze bevindt zich in de pariëtaalkwab. Neuronen in dit gebeid ontvangen somatische-sensorische
informatie van pijn-, druk-, tast- en temperatuurzintuigen
Het centrum van Broca (1)
Het centrum van Broca wordt ook het spraakcentrum van Broca genoemd. Het zorgt voor de spraak
en de mogelijkheid om in stilte tegen jezelf te praten. Een laesie veroorzaakt afasie van Broca, ook
wel motorische afasie genoemd. Er is sprake van een motorisch probleem, de spraak is vaak stoterig.
Het centrum van Wernicke (2)
Het centrum van Wernicke wordt ook het sensorische spraakcentrum genoemd. Het is
verantwoordelijk voor het begrijpen van taal. Een laesie kan dyslexie en een sensorische afasie
veroorzaken. Sensorische afasie betekent dat er een verstoord taalbegrip is. De gesproken taal mist
betekenis.
, Diencephalon (1)
Het diencephalon (tussenhersenen) is gelokaliseerd tussen de grote hersenen en de hersenstam. Het
diencephalon bestaat onder ander uit de thalamus (2) en de hypothalamus. In de tussenhersenen
bevind zich ook het derde ventrikel waarvan de zijwanden worden gevormd door de thalami en de
bodem door de hypothalamus.
Het achterste gedeelte bevat een hormoonklier, de epifyse (Glandula pinealis), deze scheidt het
hormoon melatonine af > Men heeft voldoende dag (zon) licht nodig om voldoende melatonine aan
te maken. Mogelijk remt het de ontwikkeling van de geslachtsklieren af tot de puberteit begint.
Melatonine speelt een rol in het ‘circadiaans ritme' van de mens.
Het diencephalon zorgt voor de filterfunctie van binnenkomende signalen, de regeling van
bewegingen en de homeostase. Een laesie veroorzaakt verlamming, pijnsyndromen, tremoren en
ontregeling van de temperatuur en andere primaire functies.
Mesencephalon (3)
Liggen tussen de pons en de tussenhersenen. Vierde ventrikel vernauwt zich hier tot de aquaductus
Sylvii, de verbinding naar het derde ventrikel. Hier liggen ook de nucleus ruber (rode kern) en de
substantia nigra (zwarte kern), deze kernen hebben invloed op de spiertonus. Aan de achterzijde ligt
de vierheuvelplaat: schakelcentrum voor ogen en oren.
De sensorische kernen van het mesencephalon (middenhersenen) zijn betrokken bij de verwerking
van visuele en auditieve informatie. Daarbij komt ook dat zij zorgen voor reflexen na input via deze
kernen. Zo zullen bij een verblinde lichtflits de visuele kernen zorgen voor een reflexbeweging hierop,
het sluiten van de ogen of het wegdraaien van het hoofd. Verder bevindt zich hier een hele
belangrijke structuur, de reticulaire formatie. Hier ligt een groot deel van het bewustzijn, het
reticulaire activerende systeem (RAS). Als het RAS niet actief is, zal er sprake zijn van een verlaagd
bewustzijn. Ook bevindt zich hier de substantia nigra, welke betrokken is bij de huishouding van het
hormoon dopamine en het initiëren van bewegingen.
Pons (4) > brug van Varol
De pons verbindt het cerebellum (kleine hersenen) met het diencephalon, het mesencephalon, het
cerebrum en het ruggenmerg. In de pons liggen sensorische en motorische kernen van een viertal
hersenzenuwen. De pons is ook betrokken bij de regulering van de ademhaling. Verzorgen
verbindingen van de hemisferen van het cerebellum
Cerebellum (1)
Het cerebellum, de kleine hersenen, is gelokaliseerd in de achterste schedelgroeve; achter de pons.
Het zorgt voor het aanpassen van de houdingsspieren van het lichaam om zo het evenwicht te
beware. Ook zorgt het voor het soepel laten verlopen van bewegingen, doordat het zorgt voor de
coördinatie, de nauwkeurigheid en de timing van bewegingen. Een laesie veroorzaakt nystagmus,
dronkemansgang, ataxie en dysartrie.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JuliaMaurer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.