Hoofdstuk 14: Mutatie, recombinatie en
genoomevolutie
• Mutatie: verandering in genotype
⤷ Soms ook ander fenotype
→ Eiwit vaak niet meer functioneel => herstelmechanismen
→ Soms neutraal / voordelig => evolutie
• Meeste DNA-polymerase: proofreading (3’ → 5’ exonuclease activiteit)
⤷ Directe controle en verbetering
• Taq-polymerase (PCR): geen proofreading => “hoge” foutenfrequentie
• Mismatch-herstel: ingebouwde foute basen passen niet in helix → herkend en verbeterd
door specifiek eiwit (MutS-eiwit bij E. coli)
↱ van bacteriën
• Het systeem kan bepalen welke base de foute is (er zijn 2 DNA-strengen) door te kijken naar
methylatie: jongste streng (die de fout bevat) heeft nog geen methylatie
• Bij eukaryoten: identificatie van foute base in relatie met replicatiecomplex
• Mutatie hotspots: hypergevoelig voor mutatie
→ VNTR (STR): DNA stottert => meer of minder herhalingen (meestal lethaal in een gen)
(Ziekte van Huntington)
• Basen zijn niet stabiel van nature => herstelenzymes
→ Purines: spontane depurinatie => base-excisie-herstel
⤷ Hydrolisatie v/d suikerfosfaatketen (=base weg)
→ Deaminatie: amine weg => ontstaan uracil in DNA (=niet-DNA-base)
• UV-licht:
→ Thymine-dimeren: thymines covalent gekoppeld → verstoring helix
⤷ Onmiddellijk herstel via fotylase
⤷ Nucleotide-excisie-herstelsysteem bij teveel dimeren (verwijdert stuk DNA)
• Bekende mutagene stoffen: mycotoxines van schimmels (bv. aflatoxine, fumonisine)
• Dubbelstrengige DNA-breuk (ds DNA-breuk): trekkracht, UV, radioactieve, mutagene stoffen
▪ Non-homologous End Joining (NHAJ) : aan elkaar plakken van niet-homologe DNA-
uiteinden
▪ Homologie-gestuurd herstel: herstel op basis van homologe sequentie
⤷ Bij eencelligen zeer efficiënt, bij eukaryoten vooral bij meiose
• Grote DNA-herschikkingen:
→ Bij NHAJ: insertie/ deletie, translocatie (aan elkaar zetten van verschillende
chromosomen)
→ Transposons: springende genen, kunnen translocaties, deleties,… teweegbrengen
⤷ Eenvoudig: insertiesequentie (IS) met gen voor transposase en uiteinden die erdoor
herkend worden
⤷ Kunnen ook complex zijn
⤷ Via DNA (cut-paste, copy-paste) of via RNA → DNA (retrotransposons)
• Bepaalde genen veranderen weinig (ribosomaal RNA) <-> niet coderende stukjes
• Opeenvolgende duplicaties van genen leiden tot genfamilies (bv. celdifferentiatie)
Verschillende leden krijgen verschillende functies ⤶
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ameliakirkov. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.