DRUGSFENOMENEN
DEEL 1: PSYCHOFARMACA – BOCXLAER
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
WAT
Drugs zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving. Het is een fenomeen dat niet meer we te denken is
uit onze samenleving en er zit bovendien een stijgende lijn in druggebruik. Langzaamaan wordt er een status
quo bereikt en is er sprake van een afvlakking van de intensiteit van het gebruik van drugs. Dit is echter niet het
geval voor de soorten drugs.
Er bestaan enorm veel soorten drugs, maar de klassieke drugs bestaan nog altijd. We worden overspoeld door
nieuwe stoffen. Er is een explosie van nieuwe drugs, chemicaliën, … Vroeger kwamen deze drugs van amateurs,
vandaag de dag komen deze nieuwe drug van professionele syntheselabs. Daarnaast mag men het internet niet
vergeten. De bereikbaarheid, de distributie en de kennis over deze producten vindt men terug op het internet.
Wat zijn de Big Five van de klassieke drugs?
- Cocaïne
- Cannabis
- Heroïne
- XTC
- Amfetamine
Tabak is een van de meeste verslavende componenten dat er is. Dit omdat het aantal verslaafden en het aantal
gebruikers ongeveer even groot is. Tabak is ongeveer even verslavend als heroïne. Bij heroïne is het aantal
verslaafden die behandeld worden zeer groot. Dit komt omdat we een goede en succesvolle behandeling
aanbieden in België.
Wat is de maatschappelijke primaire focus? Als je naar de drugproblematiek kijkt, dan moet de preventie zich
richten op alcohol en tabak!
- 14% dagelijkse gebruikers
- 6% overconsumptie
» Vrouwen: > 14 eenheden
» Mannen: > 21 eenheden
» 15-24 jaar: > 6 glazen en binge drinken
» 55 – 65 jaar: 15, 6% mannen > 21 eenheden – 9, 2% vrouwen > 14 glazen
De prevalentie van middelenproblemen is hoog, waardoor de gevolgen massaal zijn, maar het aantal echt
verslaafden is opvallend minder dan het aantal gebruikers. Niet iedereen die middelen gebruikt, is verslaafd.
Ongeveer 6% kan gecatalogeerd worden als verslaafd. Hoe komt dit? Dit weten we niet, aangezien er heel wat
redenen aan de grondslag kunnen liggen. Zijn bepaalde mensen kwetsbaarder dan anderen? Zijn er protectieve
factoren?
-1-
,Middelenafhankelijkheid is slechts een deel van het probleem. Druggebruik, drugsmisbruik of verslaving is
meer dan alleen het middel, de drug. Als je kijkt naar het model “Zinsberg” zien we dat er 3 M’s zijn:
- Drug – Middel
- Set (factoren in het individu) – Mens
- Setting (factoren in fysieke en sociale omgeving) – Milieu
Verslavingsdeskundigen stellen vandaag zelfs dat “verslaving” niet met het middel te maken heeft. Het middel
kan ook een activiteit zijn, zoals gokken of gamen.
DEFINITIES EN TERMINOLOGIE
Als men kijkt naar het begrip drug, dan is het eigenlijk een grote groep, dat ook slaat op geneesmiddelen. In de
spreektaal associeert men het begrip drugs met illegale drugs.
In deze lessen gaan we het hebben over drugs, meer bepaald over de psychofarma. Dit zijn (genees)middelen
die op de psyche ingrijpen.
Drugs zijn producenten die men zonder ernstige reden inneemt om zijn gevoelens, bewustzijn te veranderen
en waardoor men aan zijn persoon en/of aan de gemeenschap schade berokkent.
INDELINGEN
Er zijn verschillende indelingen die worden gebruikt, zoals soft versus hard, op basis van het effect, … Het
onderscheid tussen softdrug en harddrug is een belachelijk onderscheid. Het gevaar van het product is van veel
meer afhankelijk.
Er zijn 3 grote indelingen die al jarenlang gemaakt worden:
Psycholeptica: onderdrukken het centraal zenuwstelsel
- Tranquillizers (barbituraten, benzo’s): heel vaak dodelijke overdosis, zeker in combinatie met alcohol
- Opiaten
- GHB (liquid XTC): kan gecatalogeerd worden bij andere indelingen
Psychoanaleptica: stimuleren
- Cocaïne
- Amfetaminen: is een gemakkelijke stof met veel variaties
- Cafeïne
Psychodysleptica: verstoren het centraal zenuwstelsel
- LSD: wordt enorm weinig gebruikt
- Cannabinoïden
- XTC
-2-
, Sinds kort wordt de opdeling in 3 groepen (stoffen met
stimulerende werking, met verdovende werking, met
psychedelische werking) in vraag gesteld, dit ten gevolge van
de enorme toename aan nieuwe psychoactieve stoffen
(NPS). Er is een nieuw model afkomstig uit Engeland,
namelijk Het Drugwiel (is een vertaling van dit model naar
Belgische context). Dit nieuw model bestaat uit 7 categorieën
(3 oude, 3 nieuwe, categorie met dempende stoffen wordt
opgesplitst in 2 groepen).
De stimulantia en hallucinogenen zijn gebleven (hallucinogenen is geen goede benaming. De dempende stoffen
zijn opgesplitst in opioïden (dus natuurlijk en synthetisch) en verdovende stoffen. Wat is er dan nieuw?
Empathogenen, dissociatieven, cannabinoïden. De binnenring is illegaal, terwijl de buitenring legaal is of
waarvoor een voorschriftplicht bestaat. Ten slotte is er een duidelijke aanwezigheid van de “acroniem”-stoffen.
Professor Van Bocxstael vindt de uitwerking een beetje ongelukkig, en dit vooral met betrekking tot de
naamgeving. Dit omdat ‘”verdovende stoffen” een nietszeggende naam is, daarnaast zouden “hallucinogenen”
beter “psychedelica genoemd worden.
Naast een Drugwiel is er ook een “Effectenwiel”.
-3-
, HOOFDSTUK 2: OPIATEN
INLEIDING
Historisch gezien hebben opiaten een zeer belangrijke rol gespeeld in de geneeskunst. Al
e
in de 2 eeuw schreef de Griekse arts Galenus, eeuwenlang de hoogste autoriteit op
medisch gebied, opium voor bij hoofdpijn, koliek en nierstenen. Ook gebruikte hij opium
als kalmeringsmiddel ter verlichting van benauwdheid bij astma en hartstuwing. Hoewel
er de laatste 100 jaar intensief naar andere pijnstillers is gezocht, bleek niets zo effectief
als opiaten.
Helaas vormen de opiaten ook het klassieke voorbeeld van verslavende middelen, die een zware tol van de
maatschappij vragen. Indien we zouden weten hoe opiaten deze verslaving precies veroorzaken, zou ons dat
waarschijnlijk ook veel kunnen leren over hoe het verslavend effect van allerlei andere farmaca tot stand komt.
De scheiding van de gunstige effecten van opiaten (sterke pijnstillers, nog steeds de beste beschikbaar) van de
verslavende eigenschappen is een zoektocht die reeds lang bezig is en tot vele synthetische analogen geleid
heeft. Helaas voorlopig zonder bijster veel succes, alle synthetische opioïden vertonen in min of meerdere
mate verslavende eigenschappen.
HISTORIEK, PRODUCTEN EN GEBRUIK
HISTORIEK
Opium is een extract van de papaver somniferum en wordt waarschijnlijk langer dan enig ander middel,
behalve misschien alcohol, om zijn psychoactieve eigenschappen gebruikt.
In de Griekse oudheid werd opium zowel voor genot als voor genezing gebruikt. In het heldendicht de Odyssee
e e
(9 of 8 eeuw v.C.) voert Homerus een middel van plantaardige oorsprong ten tonele dat de naam nepenthe
draagt en een gevoel van tevredenheid en welbevinden veroorzaakt, gevolgd door versuffing en slaap.
De euforie uit deze korte beschrijving lijkt als 2 druppels water op het rustige geluksgevoel bij opiaatgebruik,
dat in scherp contrast staat tot de hyperalerte, opgewonden euforie van stimulerende middelen zoals cocaïne
en amfetaminen. In de Romeinse cultuur werd opium hoog aangeslagen, hetgeen wel blijkt uit het feit dat
Somnus, de god van de slaap, vaak met een kom of een fles papaversap wordt afgebeeld.
PRODUCTEN
Opium is dus een plantaardig materiaal dat geoogst wordt uit de papaver. Ruwe
opium is eigenlijk het gedroogde sap (“latex”) dat uit de zaaddoos van de papaver lekt
wanneer die wordt ingesneden. Bij de illegale productie van opium gaat men manueel
elk van de vruchtdozen inkerven zodat het sap eruit vloeit. Dit dik, vloeibare sap laat
men overnacht vloeien en het uitdroogt aan de lucht.
Eeuwenlang was opium een heel gewoon bestanddeel van allerlei medicijnen. Hoewel
het middel als ver voor onze jaartelling in gebruik was, dateert het vroegste voorbeeld
e
– het recept voor filonium – van de 1 eeuw n.C. Filonium is een oude Romeinse
remedie tegen koliek of dysenterie.
-4-