Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting Vennootschappen & Verenigingen €6,49
Ajouter au panier

Notes de cours

Volledige samenvatting Vennootschappen & Verenigingen

 184 vues  14 fois vendu

Dit is een volledige samenvatting van het vak Vennootschappen en Verenigingen, gegeven in het eerste semester van de 3e bachelor rechten aan de Universiteit Gent. Deze samenvatting bevat alle notities van de lessen gegeven door Prof. De Wulf. Ik slaagde met 14/20.

Aperçu 4 sur 166  pages

  • 21 décembre 2021
  • 166
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Hans de wulf
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (7)
avatar-seller
rechten97
VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN
DEEL 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: WAAROVER GAAT HET VENNOOTSCHAPSRECHT

Vennootschappen en verenigingen zijn overal:

- Voorbeelden van vennootschappen zijn bijvoorbeeld Apple, Proximus, Volkswagen, AA Gent, maar ook
vaak de bakker of slager op de hoek.

- Voorbeelden van verenigingen zijn fanfares en kaartclubs van opa en oma, Amnesty International,
Natuurpunt en het VRG, maar ook ziekenhuizen, politieke partijen en vakbonden.

Vennootschappen, verenigingen en stichtingen zijn privaatrechtelijke organisaties, waarbij vennootschappen en
verenigingen ook vaak samenwerkingsverbanden tussen 2 of meer personen zijn die een of ander doel willen
bereiken, zoals bv. het ontwerpen, produceren en verkopen van smartphones.

Het ultieme doel van een vennootschap is winst maken (= profit) met activiteiten en, vooral, die winst verdelen
onder de “leden”, die men aandeelhouders of vennoten noemt. Vennoten willen zichzelf dus verrijken via een
vennootschap. Dit belet niet dat een vennootschap nog andere doelstellingen kan hebben, maar in elk geval
moet er sprake zijn van winstuitkering.

Een vereniging is een samenwerking voor een “belangeloos doel” (= non-profit). Het gaat hier om het even wat,
maar zeker niet om de verrijking van de leden. Er is dus geen sprake van een winstuitkering.

Een stichting heeft eveneens een belangeloos doel, maar is geschikt door 1 stichter, die er een deel van zijn
vermogen aan heeft gegeven, zoals bijvoorbeeld de Bill & Melinda Gates Foundation.

Sommige vennootschappen en meeste stichtingen zijn niet zozeer op samenwerking of het uitbaten van een
onderneming gericht, maar wel op vermogensbeheer.

Voorbeeld: rijke X heeft 30 huizen die hij verhuurt. Zowel fiscaal als organisatorisch is het voordelig voor hem
om die goederen niet zelf, als natuurlijke persoon te verhuren, maar via een vennootschap waar hij ze in
gestopt heeft (= “inbreng”).

Indien in het vennootschapsrecht gesproken wordt over een onderneming, dan gaat het niet om een uniform
begrip. Er is echter wel een algemeen begrip terug te vinden in het WER. Voor de toepassing van de
verschillende boeken in het WER geldt een licht verschillende definitie, waar rekening mee gehouden moet
worden.

Een onderneming (volgens woordenboek) is het geheel van mensen en middelen dat ingezet wordt om
goederen of diensten te produceren voor een markt. Dit impliceert minstens tegen een kostprijs om “going
concern” te zijn, en impliceert daarnaast ook afnemers buiten de onderneming.




-1-

,Een onderneming (volgens WER) zijn:

- Alle privaatrechtelijke rechtspersonen
- Entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid, tenzij ze niet op winstuitkering gericht zijn (feitelijke
verenigingen – bijvoorbeeld: vakbonden of politieke partijen – dus niet, maar maatschappen wel!)
- Natuurlijke personen met een zelfstandige beroepsactiviteit

Er zijn echter nog andere specifieke definities die gelden buiten het WER, zoals in de Milieuwetgeving en de
Sociale wetgeving (bv. in de Wet Organisatie Bedrijfsleven: de ondernemingsraad).

Er kleeft wel een bepaald belang aan de definitie uit het WER, namelijk met betrekking tot:

- Afwijkend bewijsrecht – vroeger handelsrechtelijk bewijs
- Toepasselijkheid insolventieprocedures
- Registratieplichten in KBO
- Toepassingsgebied marktpraktijken
Ø Onderneming vesus consument
Ø Vervangt eeuwenoud onderscheid tussen het handelsrecht en het burgerlijk recht en
daarnaast ook tussen profit versus non-profit (zie inleiding voor verschil)

De definitie van een vennootschap vinden we terug in artikel 1:1 WVV.

Artikel 1:1 WVV: “Een vennootschap wordt opgericht bij een rechtshandeling door één of meer personen (=
vennoten), vennoten genaamd, die een inbreng doen (artikel 1:8 WVV: overdracht vermogensbestanddeel in
ruil voor winstaanspraak – handeling waarbij een persoon iets ter beschikking stelt met het oogmerk
vennoot ervan te worden en derhalve deel te nemen in de winst). Zij heeft een vermogen (zelfs indien het
niet gaat om een rechtspersoon, dan gaat het om een doelvermogen – mag voor niets anders gebruikt
worden dan voor het doel waarvoor het in de vennootschap is gebracht) en stelt zich de uitoefening van één
of meer welbepaalde activiteiten tot voorwerp (ze zijn opgericht met het doel om bepaalde activiteiten na te
streven). Een van haar doelen is aan haar vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel
uit te keren of te bezorgen.”


De juridische essentiële bestanddelen van een vennootschap zijn:

- Inbrengen van vormen van het vermogen
- Doel: winstuitkering
- Het nastreven van activiteiten is het voorwerp

De definitie van een vereniging vinden we terug in artikel 1:2 WVV.

Artikel 1:2 WVV: “Een vereniging wordt opgericht bij een overeenkomst tussen twee of meer personen,
leden genaamd. Zij streeft een belangeloos doel na in het kader van één of meer welbepaalde activiteiten
die zij tot voorwerp heeft. Zij mag rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel uitkeren of
bezorgen aan de oprichters, de leden, de bestuurders of enig andere persoon behalve voor het in de
statuten bepaald belangeloos doel. Elke verrichting in strijd met dit verbod is nietig.”


Het hoofdkenmerk van een vereniging is dat indien er winst wordt gemaakt met die activiteiten die men zich
tot doel heeft gesteld of tot voorwerp heeft genomen, men die moet herinvesteren in het doel van de
vereniging.

Voorbeeld: als je een ziekenhuis organiseert in de vorm van een vereniging, en dat ziekenhuis maakt winst,
dan moet die winst geherinvesteerd worden in de vorm van medische zorgverstrekking. Deze winst mag niet
worden uitgekeerd aan de leden of de bestuurders van een vzw.



-2-

,De definitie van een stichting vinden we terug in artikel 1:3 WVV.

Artikel 1:3 WVV: “Een stichting is een rechtspersoon zonder leden, opgericht bij (eenzijdige)
rechtshandeling door één of meer personen, stichters genoemd. Haar vermogen wordt bestemd om een
belangeloos doel na te streven in het kader van één of meer welbepaalde activiteiten die zij tot voorwerp
heeft. Zij mag rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel uitkeren of bezorgen aan de
stichters, de bestuurders of enig andere persoon, behalve voor het in de statuten bepaald belangeloos doel.
Elke verrichting in strijd met dit verbod is nietig.”

Wat is een inbreng?

Een inbreng is de overdracht van een vermogensbestanddeel, in ruil voor winstdeelname, waardoor deze
onderhevig is aan risico. Een inbreng gebeurt naar voorwerp; het kan in geld, in natura of in nijverheid zijn.
Daarnaast kan het gaan om een materiële of immateriële inbreng, maar ook prestaties zijn mogelijk. Er zijn
echter een aantal moeilijkere gevallen, zoals kennis, know how, rechten, niet-concurrentie,
kredietwaardigheid, … Een inbreng is de verbintenis om iets te geven of om iets te doen.

Wat is het nut van vennootschappen en wat maakt vennootschappen zo populair?

Vennootschappen zijn heel vaak samenwerkingen zonder dat er sprake is van ondergeschiktheid. Vaak gaat het
om het samenbrengen van talent (ideeën) en geld. In België zijn er enorm veel vennootschappen. De
vennootschap als organisatievorm is enorm populair.

Ten eerste zorgen vennootschappen voor een gemak van rechtspersoon (1). Het gaat hier om een zelfstandig
rechtssubject met eigen rechten en plichten (kan dus zelf in het rechtsverkeer optreden), onderscheiden van
de vennoten. De rechtspersoonlijkheid is dus een enorm groot voordeel, maar is een voorrecht dat door het
juridisch systeem is uitgevonden en ter beschikking is gesteld van organisaties.

Voorbeeld: Apple is een rechtspersoon (bestaat uit allemaal verschillende vennootschappen, maar kon in
principe ook tot 1 rechtspersoon samengevoegd worden), waardoor Apple eigen rechten en plichten heeft
en dus in het rechtsverkeer kan optreden. Net zoals Hans De Wulf een rechtszaak kan aanspannen tegen
Marie De Smet, kan Apple dit ook. Wat nu moest Apple geen rechtspersoon zijn? indien Apple een proces
zou willen starten tegen de leveranciers van zijn grondstoffen, dan zouden de 1,5 miljoen investeerders
moeten beslissen om dat proces te steunen. Dit is echter totaal onmogelijk. Dit is fictief, zal zich nooit
voordoen in de praktijk. Stel nu dat je een zaak tegen Apple wil opstarten, maar Apple heeft geen
rechtspersoonlijkheid, dan zal je Apple moeten dagvaarden. Apple bestaat echter uit 1,5 miljoen
investeerders en zal je ze dus allemaal moeten dagvaarden… Kan natuurlijk niet werken.
e
Ten tweede is sinds de 19 eeuw de idee van de beperkte aansprakelijkheid (2) opgekomen (daarvoor bestond
dit idee nauwelijks). Dit houdt in dat indien de organisatie (de vennootschap met rechtspersoonlijkheid)
schulden en verplichtingen aangaat (= verbintenissen), dan is het enkel de rechtspersoon die kan aangesproken
worden om die schulden te betalen.

Voorbeeld: indien slagerij Tania haar slagerij organiseert in de vorm van een BV (vennootschap met
beperkte aansprakelijkheid) brengt dit met zich mee dat indien Tania een dure koelinstallatie koopt (700.000
euro), de leverancier zich kan verhalen op het vermogen van de BV en niet op het persoonlijke vermogen
van Tania, indien de BV een overeenkomst gesloten heeft met de leverancier. De leverancier moet zich
verhalen op de medecontractant, in dit geval de BV. Tania is niet persoonlijk aansprakelijk door de
leverancier om het resterende bedrag te betalen. Tania geniet dus van de beperkte aansprakelijkheid.
Vennoot is niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap.

Daarnaast is het oprichten van een vennootschap ook voordelig op vlak van fiscaliteit (3). Het is vaak
interessant om een en dezelfde activiteit via een vennootschap uit te voeren, eerder dan als natuurlijke
persoon, aangezien de tarieven in de vennootschapsbelasting lager zijn dan in de personenbelasting.




-3-

, Opmerking (!): het fiscale voordeel geldt in de eerste plaats wanneer je je kan permitteren om een groot deel
van de winst in de vennootschap te houden.

Ten vierde sterft een vennootschap niet (4), aangezien het geen natuurlijk persoon is. Het praktische voordeel
hiervan is dat de continuïteit van je vermogens en organisaties die in de vennootschap zitten niet bedreigd
wordt door het overlijden van de natuurlijke personen die er bij betrokken zijn. De organisatie kan bestaan via
de rechtspersoon via de vennootschap los van de natuurlijke personen die erachter schuilgaan.

Voorbeeld: er is een boerderij met een man, een vrouw en 3 kinderen. Ze baten die boerderij gewoon uit als
natuurlijke persoon. Bij het overlijden van de boer en de boerin zullen elk van de 3 kinderen een deel van die
boerderij erven. Dit is vanuit geen enkel oogpunt interessant, aangezien die boerderij dan in 3 delen gekapt
moet worden. De door van de boer en de boerin zal waarschijnlijk ook de dood van de boerderij betekenen.
Maar stel dat boer en boerin een boerderij in de vorm van een vennootschap uitbaten, dan hebben ze
e
beiden 100% van de aandelen. Indien ze overlijden, krijgt elk kind 1/3 van de aandelen in de boerderij, maar
de boerderij blijft bestaan. De boerderij wordt niet opgesplitst en de activiteiten blijven verder doorlopen.

Ten laatste is het aandeel als vennoot juridisch gezien een bundel rechten en verplichtingen dat je kan
verkopen of wegschenken aan iemand anders, zonder de eenheid van de vennootschap te beïnvloeden, dit ook
los van het bestaan van de vennootschap.




-4-

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rechten97. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

56326 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  14x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté