Hoofdstuk: Geest, gedrag en psychologische wetenschappen
1. Je collega vindt het belangrijk om de oorzaak van het gedrag van jullie cliënt te zoeken in de werking
van de hersenen. Je collega werkt vooral met het …
2. Je vraagt aan jouw cliënt om zijn eigen innerlijke ervaringen te beschrijven. Binnen het moderne
cognitief perspectief noemt men deze vaardigheid
3. JUIST OF FOUT: (beide stellingen moeten juist zijn om 1 punt te halen)
- Introspectie is een objectieve methode van onderzoek binnen de psychologie.
- Introspectie is op zoek gaan naar sensorische reacties van mensen op verschillende situaties.
4. Je collega vindt het belangrijk om te werken met verschillende referentiekaders die met elkaar in
verbinding staan. Je collega werkt vooral met het
5. JUIST OF FOUT: (beide stellingen moeten juist zijn om 1 punt te halen)
- Het “wij”-perspectief in de integrale visie (referentiekader) is gericht op het objectieve van de context
van je cliënt.
- Het “het”-perspectief in de integrale visie (referentiekader) is gericht op wat de cliënt beleeft.
6. Je cliënt geeft aan niet tevreden te zijn over jullie gesprekken. Jij voelt je hierdoor bedreigd. Het gevoel
van je cliënt is een vorm van
7. Je cliënt geeft aan niet tevreden te zijn over jullie gesprekken. Jij voelt je hierdoor beledigd. Jouw
gevoel is een vorm van
8. Het idee dat de cognitieve ontwikkeling bepaald wordt door de manier waarop het kind in interactie
gaat met zijn omgeving
Hoofdstuk: Leren en omgeving
9. Je komt voor het eerst bij een cliënt en wordt al meteen uitgescholden omdat ‘niemand toch kan
helpen’. Binnen de klassieke conditionering is zijn reactie een
10. Je komt voor het eerst bij een cliënt en wordt al meteen uitgescholden omdat ‘niemand toch kan
helpen’. Binnen de klassieke conditionering ben jij een
11. Jouw stagementor geeft je na 2 dagen stage enorm veel kritiek. Hij vertelt dat hij jou nooit ziet
afstuderen als ergotherapeut, dat je totaal geen capaciteiten hebt om met cliënten om te gaan en dat
jouw attitude op niets trekt. Tijdens het gesprek en lang nadat het gesprek afgerond was, heb je je klein
gevoeld, minderwaardig en dom. Zijn kritiek is volgens de klassieke conditionering een
12. Jouw stagementor geeft je na 2 dagen stage enorm veel kritiek. Hij vertelt dat hij jou nooit ziet
afstuderen als ergotherapeut, dat je totaal geen capaciteiten hebt om met cliënten om te gaan en dat
jouw attitude op niets trekt. Tijdens het gesprek en lang nadat het gesprek afgerond was, heb je je klein
gevoeld, minderwaardig en dom. Jouw gevoel is volgens de klassieke conditionering een
13. JUIST OF FOUT: (beide stellingen moeten juist zijn om 1 punt te halen)
Een patiënt wordt opgenomen in een psychiatrische afdeling om weg te zijn van de ellende thuis.
- De opname is een positieve bekrachtiging.
- De token economy is een vorm van een operante conditioneringsproces.
14. JUIST OF FOUT: (beide stellingen moeten juist zijn om 1 punt te halen)
, - Je krijgt een enorme pijnscheut in je kuit door het sporten. De pijnscheut is een negatieve
bekrachtiging.
- Tijdens het sporten voel je je goed en voldaan. Het voldaan gevoel is een positieve bekrachtiging.
15. JUIST OF FOUT: (beide stellingen moeten juist zijn om 1 punt te halen)
- Een cliënt komt regelmatig op gesprek, maar begint af te haken omwille van de opdrachten die hij
steeds moet maken voor de therapeut. De opdrachten zijn een negatieve straf.
- Een cliënt vertelt dat het hem oplucht om zijn verhaal tegen jou te kunnen vertellen. Het gevoel van
opluchting is een negatieve bekrachtiging.
16. JUIST OF FOUT: (beide stellingen moeten juist zijn om 1 punt te halen)
- Je geeft kritiek op je cliënt vanwege zijn passieve attitude. Jouw kritiek is een positieve straf.
- Een cliënt heeft naar aanleiding van een conflict met een andere cliënt de opdracht gekregen om de
keuken de rest van de week in orde te houden. De keuken op orde houden is een negatieve straf.
Hoofdstuk: denken en intelligentie
17. Een cliënt vertelt over zijn problemen op het werk. Benoem naar keuze 2 bruikbare heuristieken om
zijn problemen op het werk aan te pakken (beide moeten juist zijn om 1 punt te behalen).
18. De procedure die je gebruikt om bv. een cliënt uit zijn stoel te tillen (tiltechnieken), is een procedure
die succes garandeert als je ze correct toepast. Deze strategie om een probleem op te lossen noemt
men een.
19. Een cliënt zit behoorlijk vast in zijn denken. Hij maalt en piekert maar komt niet tot oplossingen. Hij
blijft overtuigd dat hij zijn probleem alleen moet oplossen en dat hij geen beroep kan doen op zijn
omgeving. Hoe noemt men dit obstakel bij het oplossen van problemen?
20. Een cliënt met een laag eigenwaarde is ervan overtuigd dat ze lelijk en dik is. Als je vertelt dat ze er
vandaag goed uitziet en ze een mooie trui aanheeft, wuift ze het compliment weg. Welke soort bias ov
vertekening noemt men dit?
21. JUIST OF FOUT: (beide stellingen moeten juist zijn om 1 punt te halen)
- Van cliënten wordt er verwacht dat ze keuzes maken. Dat kan tot veel stress leiden.
- Keuzes moeten maken kan in verband gebracht worden met moederloosheid.
22. JUIST OF FOUT: (beide stellingen moeten juist zijn om 1 punt te halen)
- Creatieve mensen hebben een voorkeur voor chaos.
- Intelligente mensen zijn creatieve mensen.
23. Een cliënt vertelt jou dat dat hij geen hogere opleiding gevolgd heeft. Tijdens het gesprek merk je op
dat hij enorm veel gezond verstand heeft. Hoe noemt deze vorm van intelligentie volgens Sternbergs
triarchische theorie?
24. Een cliënt vertelt jou dat dat hij geen hogere opleiding gevolgd heeft. Tijdens het gesprek merk je op
dat hij enorm veel gezond verstand heeft over zijn eigen emoties, zijn eigen denkpatronen en over hoe
hij functioneert en handelt in het dagelijks leven. Hoe noemt deze vorm van intelligentie volgens
Gardners theorie?
Hoofdstuk: motivatie en emotie
25. Een cliënt vertelt dat hij op gesprek komt omdat anders zijn vrouw hem zal verlaten. Welke vorm van
motivatie beschrijft hij?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amberscheepmans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.