Familiaal Vermogensrecht
Deel 1: Huwelijksvermogensrecht
Hoofdstuk 1: Algemeen
Huwelijksvermogensrecht ?
o = de regels die vermogensrechtelijke gevolgen van een
huwelijk/samenwoning gaat regelen of van de ontbinding van het huwelijk
2 delen:
o Primair stelsel: de wet schrijft die voor (echtgenoten kunnen er niet van
afwijken) regels kunnen uitgebreid of verfijn worden of bijkomende
verplichtingen..
o Secundair stelsel: scheiding van goederen, wettelijk stelsel, ..
Huwelijksvermogenstelsels
o 3 basisstelsels maar variaties mogelijk
Wettelijk stelsel
Scheiding van goederen
Algehele gemeenschap van goederen
,Hoofdstuk 2: Primair stelsel
Minimale wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten
Dwingend recht (art. 212, tweede lid BW)
Toepassingsgebied: alle gehuwden
o ! art. 1477 §2 BW: enkele bepalingen ook van toepassing op wettelijk
samenwonenden (‘mini-primair stelsel’)
o Alle stelsel van toepassing, ook op wettelijk samenwonenden
o Gedurende de volledige duur van het huwelijk
Zolang je met die persoon gehuwd bent
Drie krachtlijnen:
o 1. Gelijkheid tussen echtgenoten
o 2. Solidariteit tussen echtgenoten en bescherming gezinsleven
o 3. Autonomie
Art. 213 BW: wederzijdse plicht tot
o 1. Samenwoning
o 2. Getrouwheid
Overspel moet worden bewezen door gerechtsdeurwaarder (tussen 22u
en 5u smorgens niet!)
o 3. Hulp & bijstand (≠bijdrageplicht)
Echtgenoten worden geacht hun levensstandaard te delen met elkaar ,
plicht tot bijstand morele bijstand
Bijdrageplicht niet hetzelfde als bijstand
Art. 215 BW: bescherming gezinswoning (zie ook art. 224 §1, 1 BW)
o § 1. De ene echtgenoot kan zonder de instemming van de andere niet onder
bezwarende titel of om niet onder de levenden beschikken over de rechten
die hij bezit op het onroerend goed dat het gezin tot voornaamste woning
dient, noch dat goed met hypotheek bezwaren.
Hij kan zonder die instemming evenmin onder bezwarende titel of om niet
onder de levenden beschikken over het huisraad dat aanwezig is in het goed
dat het gezin tot voornaamste woning dient, noch dat huisraad in pand
geven.
Indien de echtgenoot wiens instemming vereist is, deze zonder gewichtige
redenen weigert, kan de andere echtgenoot zich door de
[1 familierechtbank]1, laten machtigen om de handelingen alleen te
verrichten.
§ 2. Het recht op de huur van het onroerend goed dat een der
echtgenoten gehuurd heeft, zelfs voor het huwelijk, en dat het gezin geheel
of gedeeltelijk tot voornaamste woning dient, behoort aan beide echtgenoten
gezamenlijk, niettegenstaande enige hiermede strijdige overeenkomst.
De opzeggingen, kennisgevingen en exploten betreffende die huur moeten
gezonden of betekend worden aan elk der echtgenoten afzonderlijk of
uitgaan van beide echtgenoten gezamenlijk. (Elk van de echtgenoten kan
evenwel de nietigheid van deze documenten, die aan de andere echtgenoot
worden toegezonden of van deze laatste uitgaan, slechts inroepen indien de
verhuurder kennis heeft van hun huwelijk.) <W 20-02-1991, art. 3>
Elk geschil tussen de echtgenoten omtrent de uitoefening van dat recht
wordt beslist door de [1 familierechtbank]1.
De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing op
handelshuurovereenkomsten, noch op pachtcontracten
§1: gezinswoning mag niet zonder INSTEMMING van de echtgenoot
verkocht worden, geschonken worden, ..
Toestemming NIET gelijk aan toestemming. Instemming = akkoord
geven
Artikel geldt ook voor wettelijk samenwonenden
, Huisraad = zetel, keuken, ..
§2: huur komt altijd toe aan de beide echtgenoten (ook al heeft een
van hem getekend of appartement al van voor het huwelijk)
Verhuurder moet vanaf dan BEIDE echtgenoten aanspreken
Art. 216 §1 BW: vrijheid beroepsuitoefening
o Maar ondergeschikt aan gezinsbelang
Art. 217 BW: inning en besteding van inkomsten
o Dwingende rangorde!
o Loon moet in eerst belang voor de gezinslasten worden uitgevoerd
Art. 218 BW: opening bankrekening
o Vermoeden van alleen bestuur, bank mag handelen met één echtgenoot
Art. 219 BW: lastgeving tussen echtgenoten
Art. 221 BW: bijdrageverplichting in lasten van het huwelijk, ‘naar eigen vermogen’
o Bijdrageverplichting, kijken naar de mogelijkheden van de echtgenoten
o Alsook voor wettelijk samenwonen
Art. 222 BW: hoofdelijkheid inzake schulden ten behoeve van huishouden en
opvoeding kinderen
o Mogen niet buitensporig zijn, evt wel niet nodig zijn
o Feitelijke scheiding?
o Echtgenoten hoofdelijk aansprakelijk, schuldeiser mag zich tot één
echtgenoot wenden om de volledige schuld te betalen huishoudelijke
schuld, schuld ten behoeve van de opvoeding van de kinderen
Sanctieregeling
o Art. 223 BW: dringende maatregelen (voorlopig karakter) – uitwerking Ger. W.
Bij grof plichtsverzuim of ernstige verstoring verstandhouding tussen
echtgenoten
Grof plichtsverzuim = kunnen bewijzen dat de andere plicht niet
nakomt
Ernstige verstoring = bv. partners al even niet bij elkaar wonen
Rechten en plichten niet nakomen => dringende maatregelen zodat
situatie niet verslechterd
o art. 224 BW: nietigverklaring bepaalde rechtshandelingen
stel dat echtgenoot achter de rug huis verkoopt nietig verklaren, 4
rechtshandelingen: handelingen die een invloed zijn op art. 215 BW
familierechtbank?
o Kamers minnelijke schikking
o ≠ jeugdrechtbank
Oefeningen primair stelsel:
1) Karel en Sofie zijn getrouwd met scheiding van goederen. Karel heeft een familiebedrijf,
Sofie is architecte. Ze hebben een zoontje van 5 jaar, Lucas.
Sofie vraagt zich af wat er met haar zou gebeuren indien ze ten gevolge van een
ongeval of ziekte langdurig ziek zou zijn en niet meer kan gaan werken.
a) Kan Karel haar dan zomaar verlaten?
Nee, er is nog steeds bijstandsplicht. Bij het primair stelsel mogen we geen rekening
houden met hun huwelijksvermogenstelsel. (Art. 213 BW)
b) Moet Karel haar nog onderhouden als Sofie zelf niet meer kan werken?
Ja want er is nog altijd een plicht tot bijdrage (art. 221 BW). Deze bijdrage moet naar
zijn eigen vermogen tellen. Alsook hulpplicht (art. 213 BW). Echtgenoten zouden
moeten leven in dezelfde levensstandaard.
2) Hannah en Jack gaan huwen. Hannah vraagt zich af of volgende clausule kan
opgenomen worden in hun huwelijkscontract:
, “Beide aanstaande echtgenoten doen afstand van hun verplichting tot bijdrage in de
lasten van het huwelijk.”
a) Wat is jouw antwoord aan Hannah?
Neen , je kan niet zomaar afstand doen van de regels van primair stelsel aangezien ze
van dwingend recht zijn. art. 212 , tweede lid BW
b) Wat als Hannah en Jack gaan wettelijk samenwonen. Kan deze clausule
worden opgenomen in hun samenlevingscontract?
Plicht tot bijdrage hoort ook nog steeds bij wettelijk samenwonen (enkel geen
hulpplicht) art. 1477 , §3 BW
3) Katrien en Babs zijn al vier jaar gehuwd en wonen al drie jaar samen in een
appartement in centrum Wetteren. Het loon van Katrien wordt gebruikt om het
woonkrediet af te betalen, het loon van Babs wordt gebruikt voor de periodieke kosten
zoals water en elektriciteit en voor de dagdagelijkse uitgaven zoals voeding.
Nadat Babs ontdekt dat Katrien al een tijdje een affaire heeft met iemand van haar
werk, gaan de echtgenoten apart wonen. Katrien trekt in bij haar nieuw lief en Babs
blijft in het appartement in Wetteren wonen.
Katrien stopt evenwel met het woonkrediet af te betalen.
a) Kan Babs iets ondernemen obv het primair stelsel?
Art. 221 BW : bijdrageplicht loopt door zolang je gehuwd bent (ook al ga je apart
wonen)
De wetgever heeft echtgenoten een bepaalde volgorde opgelegd over de besteding
van inkomsten, art. 217, eerste lid BW
Babs kan eerst aan Katrien vragen om haar plicht na te leven, zo niet ga je naar de
familierechter
4) Pieter heeft al jaren een drugsprobleem en lijdt aan zware psychoses. Hij wordt voor de
zoveelste keer opgenomen in een psychiatrische instelling, ditmaal voor een langdurige
periode. Zijn vrouw Anna heeft de afgelopen jaren al veel te verduren gekregen en is
haar echtgenoot altijd blijven steunen.
Na 10 maanden kan Pieter terug naar huis, maar hij moet nog steeds medicatie nemen
en regelmatig therapie volgen in het ziekenhuis.
De ziekenhuisfacturen zijn niet min: in totaal moet een som van ruim 8.000 EUR
betaald worden. Aangezien Pieter geen inkomen (meer) heeft, spreekt het ziekenhuis
Anna hiervoor aan.
a) Anna komt bij jou op consultatie en argumenteert dat de ziekenhuiskosten
het gevolg zijn van Pieter zijn drugsverslaving, en dus niet op haar
verhaald kunnen worden. Klopt dit?
Art. 222 BW: echtgenoten zijn hoofdelijk aansprakelijk ten behoeve van het huishouden
of schulden ten behoeve van de kinderen. Kosten van ziekte worden als huishoudelijke
kost beschouwd
b) Stel dat Anna haar echtgenoot al een jaar voordien had verlaten. Wijzigt
dit iets aan jouw antwoord?
Rechtspraak gaat de schuldeisers eigenlijk beschermen. Ze kan proberen om het als
geen huishoudelijke schuld te laten zien maar de rechter zelf zal dat niet toestaan.
c) Wat als het om gokschulden zou gaan?