Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting module 2, icl. hersenonderdelen en functies!! €8,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting module 2, icl. hersenonderdelen en functies!!

 8 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Deze samenvatting bestaat uit de vakken psychologie, methodiek en sociologie. De samenvatting is een combinatie van de voorbereidende theorie van de lessen en de theorie wat tijdens de lessen is behandeld. Begrippen en namen staan duidelijk genoteerd. Om sommige concepten te verduidelijken heb ik z...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 2 année de cela

Aperçu 3 sur 19  pages

  • Non
  • 7,3,2
  • 27 décembre 2021
  • 27 décembre 2021
  • 19
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Samenvattingen module 2
Sociologie

Socialisatie: een levenslang proces van leren, waarbij het einddoel subjectiviteit is (een
eigen mening hebben). Je maakt je manier van denken en doen eigen.
Primaire socialisatie: begin periode van socialisatie. Gebeurt in een vertrouwde
omgeving (thuis, opa & oma, basisschool).
Secundaire socialisatie: leren buiten de vertrouwde omgeving. Je leert dingen van
onbekende (docenten) op verschillende plaatsen met meer taalverwerving en meer
sociale contacten.
Socialisatie is een proces van input en output. Input  individu output. Aan de
input zijde staat de kennis en de output zijde staat het vermogen om in verschillende
situaties aan de rolverwachting te voldoen.

Roltheorie: je houdt je aan bepaalde gedragsregels die passen bij jouw rol.
Wederzijdse rolverwachtingen: de rolverwachtingen die jij en je tegenspeler hebben
(dokter & patiënt, docent & student).
Mentale bagage: de bagage die je meedraagt (trauma’s, dromen, ideeën ect.). Bestaat
uit 3 onderdelen:
1. Je moet de regels kennen.
2. Je moet naar je rolverwachting kunnen handelen.
3. Beide partijen moeten kunnen houden met de verwachtingen.
Meervoudig kruispunt: de rollen die elkaar kunnen beïnvloeden.
Position set: de verschillende levensgebieden/podia waar je acteert/leeft (school,
werk, thuis ect.).
Role set: de verschillende rolverwachtingen waar iemand in een levensgebied mee te
maken heeft.
status set: de verschillende statussen van een persoon op verschillende podiums.
twee soorten verwachtingen:
1. Verworven, zijn zelfbedachte rolverwachtingen
2. Toegeschreven verwachting op basis van toeschrijving, op basis van leeftijd,
uiterlijk en geslacht.

Bourdieu: noemde de leef velden wanneer er spanning ontstond tussen de deelnemers
van dit veld. Er zijn 6 leef velden van sociale differentiatie:
1. Thuis, gezin dat scheidt van de buitenwereld.
2. Betaalde arbeid, betaald werk/school als voorbereiding.
3. Consumeren, geld uitgeven op een bepaalde plek.
4. Vrije tijd: bioscoop en disco.
5. Vrienden/kennissen, peergroup (belang van peergroup, meerdere factoren
waardoor er samengestelde socialisatie ontstaat)
6. Onderweg: ov of van werk naar huis.
Habitus: het automatisme van vaardige spelers (rol wordt gewoon).
Iemand die gesocialiseerd is, doet volgens hem niet mee aan harmonieus verlopend
spel van wederzijdse verwachtingen.

Pedagogische civil society
Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.
Bij een goede PCS bestaat er bij burgers de bereidbaarheid om in de eigen sociale
netwerken en in het publieke domein de verantwoordelijkheid rond het opgroeien en

,opvoeden van kinderen te delen. Het is dus voor en door iedereen die indirect of
direct betrokken is bij het opvoeden, opgroeien en de gezondheid van de jeugd.
Er zijn twee ontwikkelingen gaande op het gebied van pedagogische civil society:
1. De pedagogische kracht van de sociale omgeving neemt af, hierdoor is
opvoeden in toenemende mate een individuele aangelegen geworden.
2. Er is een nieuwe afhankelijkheid ontstaan in de vorm van een meer directe
relatie met de overheid.
De focus zou niet op de problemen moeten liggen maar op een gunstiger
opgroeiklimaat voor alle kinderen. Het gaat dus om het bevorderen van de
gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.

Huwelijk: een ritueel vastgestelde verbintenis tussen personen die verschillende
sociaal erkende rechten en plichten heeft. In de meeste samenlevingen is de keuze van
een huwelijkspartner niet een individuele keuze die berust op voorkeur, maar een zaak
van de hele familie.
Endogamie: als huwelijkspartners gezocht worden binnen de groep waartoe iemand
zelf behoort.
Exogamie: als huwelijkspartners worden gezocht buiten de groep waartoe iemand zelf
behoort.
Incesttaboe: seksuele relaties tussen ouders en kinderen, en tussen broers en zussen).
Monogaam huwelijk: huwelijk tussen twee personen.
Polygaam huwelijk: huwelijk tussen meer personen.
Polygynie: relatie tussen 1 man en meer vrouwen.
Polyandrie: relatie tussen 1 vrouw en meer mannen.
Patrilineaire afstemming: als een kind in de eerste plaats tot de verwantgroepen van
de vader behoort en worden rechten en bezittingen langs die lijn doorgegeven
(achternaam).
Matrilineaire afstemming: kind behoort primair tot de verwantgroep van de moeder.
Bilineaire afstemming: als kind behoort tot de verwantgroepen van beide ouders.
Kerngezin (nuclear family): eenvoudigste vorm van gezinnen, bestaat uit 2
volwassenen van verschillende geslacht met hun onvolwassen kinderen.
Uitgebreide families (extended familys): als schoonfamilie/ verdere familie bij het
kerngezin in huis woont.
Neolokaal vestigingspatroon: uit huis gaan en je eigen familie stichten.

In de jaren zestig waren er kleine en autonome kerngezinnen, met weinig betekenis
van wijdere familierelaties. De mannen werkte buitenshuis en vrouwen deden
huishoudelijke taken. Er kwam toen een verschuiving van extended families naar de
kerngezinnen. Waar nu in de meeste gezinnen alleen nog huishoudelijk werk wordt
gedaan, werd in de pre-industriële tijd veel meer arbeid in gezinsverband verricht. In
arbeidsgezinnen ontstond een taak verdeling tussen mannelijke kostwinners enerzijds
en huisvrouwen anderzijds. Deze ontwikkeling is te typeren als een vermindering van
productieve functies van het gezin: steeds meer arbeid speelt zich buitenshuis af. De
emotionalisering van het gezinsleven ging gepaard met gezinsindividualisering. Het
kerngezin sloot zich meer af van de omgeving met familieleden en buren, terwijl de
relaties tussen de gezinsleden intenser werd. Hier kwam ook de kindertijd in gang,
kinderen hoefden niet meer vroeg deel te nemen aan het arbeidsleven.

De rolverdeling tussen buitenshuis werkende mannen en huisvrouwen is doorbroken
doordat ook steeds meer gehuwde vrouwen betaald werk gingen verrichtten. Eind
jaren zeventig ging de huwelijksleeftijd omhoog gepaard met een vermindering van de
huwelijksfrequentie. Het echtscheidingscijfer loopt ook op. Dit komt mede door:
1. Verlening levensduur, huwelijke eindigden niet door sterfte van partner.

, 2. Opvattingen over het huwelijk veranderden.
3. Verandering van echtscheidingsrecht.
Tegenwoordig krijgen vrouwen steeds minder kinderen door:
1. Toename beschikbaarheid anticonceptiemiddelen.
2. Kinderen hebben wordt steeds duurder.
3. Emancipatie van de vrouwen, ze wilde ook andere dingen doen dan verzorgen.
4. Vrouwen worden steeds op latere leeftijd moeder.

Sex-gender systeem: tussen mannen en vrouwen bestaan er biologische verschillen,
die uitgangspunt vormen naar plaats en tijd verschillende definities van mannelijkheid
en vrouwelijkheid. Sex staat voor biologische sekseverschillen en gender staat voor de
vormgeving van de sekserollen, sekseidentiteit en sekse specifiek gedrag.

Victoriaanse tijd: het taboe op openlijke uitingen van seksuele gevoelens bereikte een
hoogtepunt, dit noemde ze verpreutsing. De seksuele revolutie kenmerkt zich vooral
door een grotere openheid over seksualiteit. De norm die wordt aangehouden houdt
in dat seks is toegestaan zolang deze berust op vrijwilligheid en instemming van de
betrokkenen.

Psychologisering: ouders kregen geleidelijk meer aandacht voor de gevoelens en
behoeften van hun kinderen en hielden daarmee in hun opvoeding steeds meer
rekening. Vroeger moesten kinderen hun ouders gehoorzamen. Zij hanteerde de 3 R’s:
reinheid, regelmaat en rust. Vanaf jaren 50 ontstond er een omslag naar een meer
kindgerichte opvoeding, de ouders reageerde op de behoeften van het kind. Ouders
moesten van Benjamin Spock hun kinderen niet te streng behandelen, maar zich met
liefde en aandacht aanpassen aan hun verlangens. Dit wordt gezien als een
verschuiving van bevelshuishouding naar een onderhandelingshuishouden.

De machtsongelijkheid tussen ouders en kinderen werd minder door de ingang van
wettelijke regelingen waarin de overheid een gedeelte van het gezag van de ouders
overnam, zoals het verbod op kinderarbeid en de leerplicht. Kinderwetten regelden
wat er gebeuren moest met kinderen die aan de ouderlijke macht waren onttrokken en
legden vast hoe kinderen die delicten hadden gepleegd, berecht moesten worden.

Bij een transversale blik op iemand zijn levensweg kijkt de toeschouwer vanaf de
zijkant. Met een ecogram of ecokaart geven begeleiders op papier aan hoe de wereld
van een minderjarige cliënt in elkaar zit. Een sociaal-ecologisch model is een
dwarsdoorsnede van een opgroeisituatie. Het is bedacht door Bronfenbrenner, hij
houdt rekening met de effecten van de sociale differentiatie.
Microsystemen: de wereld waarin een kind thuis of op school leeft. Het bestaat uit
mensen, activiteiten die deze mensen uitvoeren en fysieke/materiële kenmerken.
Veranderingen binnen afzonderlijke Microsystemen en in het totale aantal
microsystemen noem je ecologische overgangen.
Mesosystemen: de onderlinge relaties tussen de microsystemen. De verschillende
microsystemen vormen gezamenlijk een geheel van gedragingen, gewoontes,
personen, dingen en ruimtes waarmee iemand te maken heeft.
Exosystemen: alles wat van een afstand in de leefwereld doordringt, zoals politieke en
economische invloeden. In exosystemen vindt weinig wisselwerking plaats.
Macrosystemen: de onderlinge verbindingen tussen de exosystemen.

Coleman: veronderstelt dat sociaal kapitaal ontstaat in de relaties tussen mensen. Door
deze relaties kan iemand over bepaalde hulpbronnen beschikken, die zonder deze hulp
nooit mogelijk was geweest. Völker noemt dit het microperspectief op sociaal kapitaal.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Lo1Le. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67163 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter