Deel 1: Basisprincipes van het Belgisch fiscaal recht
Het begrip belasting
Fiscaliteit regels omtrent het heffen van belastingen.
Belasting = taks, heffing, recht, bijdrage.
Gezien de 5 voorwaarde is er juridisch gezien een belasting:
1. Belasting betaal je aan een overheid
2. Volgens bepaalde regels van het recht: deze worden gestemd door het parlement. Europa
verplicht de btw-wet.
3. Verplichte bijdrage: Betaling van belastingen zijn verplicht.
4. Band met het territorium : er moet een link zijn met het grondgebied in België. VB: Als een
Duitser een kot verhuurt in Antwerpen dan mag dit worden belast.
5. Gebruik voor algemeen nut: belastingen komen in een grote pot waarmee uitgaven gedaan
worden door de overheid (politie, infrastructuur etc.)
Andere soorten bijdragen (dus geen belastingen!):
- Sociale zekerheidsbijdrage wordt gebruikt voor specifieke doelen (bv. Uitkeringen) dus
niet punt 5.
- Retributies: geld betaald aan de overheid voor specifieke doelen. Vb: parkeergeld. Je krijgt
specifiek iets terug van de overheid namelijk een parkeerplaats.
- Verhaalbelasting: opgelegd door de gemeente voor het aanleggen van een weg. Dit heeft
een specifiek doel dus het is geen belasting.
Soorten belastingen:
1. Directe = rechtstreekse betaling aan de overheid (inkomsten) geïnd via aanslagbiljet. Gaat
over een bepaalde periode.
2. Indirect = afzonderlijke transacties koop en verkoop. VB: als je een flesje water koopt bij
de Albert Heijn dan betaal je de belasting (btw) aan de AH en niet rechtstreeks aan de
overheid. Dit doet de AH.
Functies fiscaliteit:
1. Financieel: De belasting is een bijdrage waarmee de overheid haar uitgaven financiert. De
hoeveelheid belastingen die geïnd moeten worden is afhankelijk van de taken die de staat
op haar neemt. De staat doet hiermee gezamenlijke uitgaven.
2. Herverdelend: kosten te spreiden van de uitgaven over de bevolking en hierdoor ook de
inkomsten van de burgers te herverdelen; rijken dragen meer bij aan de staat dan armere
mensen (= draagkrachtbeginsel; ability to pay sterkste schouders dragen de zwaarste
lasten.
o Dalend marginaal nut van geld: 1e 100 euro is meer waard dan de laatste 100 euro op
10.000 euro.
3. Gedrag sturend: Staten kunnen via het fiscaal systeem het gedrag beïnvloeden van haar
rechtsonderhorigen. Dit kan zowel in positieve zin (‘fiscale incentives’) bv.
belastingvermindering op zonnepanelen als door bestraffend te werken bv. accijns op tabak
en alcohol. Belastingen kunnen burgers beïnvloeden.
, Soorten heffingen:
Proportionele heffing (vlak taks): eenzelfde tarief toegepast op alle inkomsten.
Progressieve heffing: tarief stijgt naar mate het inkomen stijgt.
Regressieve heffing: tarief daalt naar mate het inkomen stijgt.
Streefdoelen waar belastingsystemen aan moeten voldoen:
1. Billijkheid = rekening houden met andere mensen; draagkrachtbeginsel.
2. Rechtszekerheid = belastingen moeten leesbaar en duidelijk zijn.
3. Efficiënt = belastingen moeten efficiënt zijn en werken.
4. Praktisch uitvoerbaar = makkelijk uit te voeren in de praktijk.
Volgorde belastingen (principieel)
1. Productie van inkomsten (= inkomstenbelasting)
2. Bezit van inkomsten (= vermogensbelasting)
3. Consumptie van inkomsten (consumptiebelasting; bv. btw)
4. Vervreemding van inkomsten (erfbelasting, schenkingsrechten).
,Grondregels van de belastingheffing
Klassieke structuur van de belasting:
1. Toepassingsgebied
De aspecten zijn personeel (wie is de plichtige), materieel (wat gaan we belasten) en temporeel
(over welke tijdshorzion)
2. Grondslag van de belasting
Dit is het bedrag waarop de belasting wordt berekend. Hoeveel wordt belast?
3. Tarief
Welk percentage wordt er op de grondslag toegepast?
4. Moment betaling
Er is een verschil tussen het inkomstenjaar/referentiejaar (2019) en het aanslagjaar waarin het
bedrag wordt betaald (2020)
- Inkomstjaar: periode 1 jan- 31 dec; aan het einde van het jaar wordt het inkomen
bepaald.
- Aanslagjaar: moment waarop je belasting betaalt en dat is na het inkomstjaar. Dus in
2021 betaal je belasting van 2020.
Grondwettelijke regels:
1. Legaliteitsbeginsel: belasting moet worden opgelegd door de WM (wet gevende macht,
parlement) en niet door de UM (= uitvoerende macht; ministers). Geen belasting dan door
een wet alles wat niet in de wet staat blijft onbelast (geen analoge interpretatie). Alle
essentiële elementen van een belasting moeten door een parlement (WM) worden bepaald.
2. Eenjarigheids beginsel: regering moet elk jaar een begroting voorleggen aan het parlement.
Regering krijgt hierbij toestemming van het parlement om belasting te heffen.
3. Gelijkheidsbeginsel: als je een onderscheid maakt in de wet moet het relevant zijn!!! Het
gelijkheidsbeginsel beschermt je tegen discriminatie/ongelijke behandeling.
VB: Iedereen die in blauwe auto rijdt, moet belasting betalen. Is dat relevant? Het
onderscheid is niet relevant voor een klimaattest. Het zou wel relevant zijn voor auto’s met
een hogere CO2 uitstoot want zij belasten het klimaat meer. Dus het gaat om toepassen van
de wet en dat het onderscheid relevant is!!! Wetten worden vaak vernietigd op basis van het
gelijkheidsbeginsel.
Invloed internationaal en Europees recht:
1. Dubbelbelastingverdragen: het verdrag gaat 2x belasting betalen tegen; het internationaal
recht staat boven het nationaal recht en dit moet worden gerespecteerd!
a. Dubbele belasting vermijding; als Belg een huisje gaan verhuren in Frankrijk (je hoeft
maar 1x belasting te betalen)
b. Discriminatie vermijden
c. Samenwerking; als je een andere bankrekening hebt in het buitenland. De ficussen
werken dan samen om hierachter te komen zodat de belastingen kunnen worden
opgelegd.
2. Europees recht: btw-regels die worden besproken komen van Europa.
a. Primair EU recht: Belgische fiscale wetgeving moet in overeenstemming zijn met het
primair EU recht.
, i. Voordeel; Interne markt (4 marktvrijheden) Europa geeft vrijheden om je
binnen Europa te verplaatsen etc.
ii. Nadeel; verbod op staatssteun het kan dat landen ondernemingen willen
aantrekken om in hun land een kantoor op te zetten door mindere belasting
te gaan heffen. Dit mag niet! De Belgische fiscus is niet zomaar vrij om
belastingregels in te voeren en te veranderen (Starbucks).
b. Secundair EU recht: België moet tijdig en correct de EU-richtlijnen omzetten in het
nationaal recht. Als er vanuit de EU iets bepaald wordt, dan moet België dit
toepassen in het eigen land.
Openbare orde:
Belastingwet is van openbare orde omdat het zo belangrijk is voor het functioneren van de
samenleving. Regels moeten worden gerespecteerd en kunnen niet aan de kant worden geschoven.
- Geen akkoorden die strijdig zijn met de wet (contra legem akkoorden)
- Wel akkoorden over feitelijke kwesties
o Afschrijvingspercentages/vermoedelijke economische levensduur
o Fiscale rulings: akkoord met de fiscus waarbij je zekerheid vraagt hoe een wet
moet worden toegepast. VB: je gaat iets doen met een onderneming; je krijgt
inkomsten etc. maar je weet niet hoe het belast gaat worden. De FOD Financien
stelt vast hoe een fiscale wet toegepast moet worden op een bijzondere situatie
of verrichting die op fiscaal vlak nog geen uitwerking gehad heeft.
- Akkoorden tussen particulieren: Er is een verschil tussen de belasting betalen en de
belasting dragen. Akkoorden tussen particulieren over “dragen” zijn wel mogelijk tenzij
de wet dit verbiedt. Zo kunnen ouder even de belastingen van een kind dat het moeilijk
heeft betalen, maar in de ogen van de fiscus blijft de belastingplichtige (het kind)
aansprakelijk wanneer er niet betaald wordt.
Verbod op retroactieve belastingen (niet-retroactiviteit):
- Niet-terugwerkende kracht van fiscale wetten:
o Stel op 25 dec wordt de wet nog aangepast en wordt er gezegd dat er +10%
belasting moet worden betaald over het jaar. Dit mag wel.
o Foto van inkomsten wordt niet genomen op het eind van het jaar maar op het
moment waarop het inkomen binnen komt. Nadat de foto is genomen mag een
wet enkel worden gewijzigd op het moment na de foto.
Dubbele belasting:
1. Juridisch
- 1 belastingplichtigen; 2 keer belasting op dezelfde grondslag.
- VB: internationaal conflict woonplaats/nationaliteit stel je bent een Belg maar je
werkt in Nederland; dan betaal je 2x belasting omdat je inwoner bent van België en
werkzaam bent in Nederland. *Amerikaan moet 2x belasting betalen als hij inwoner is in
België en daar werkt maar zijn Amerikaanse nationaliteit behouden heeft!
2. Economisch
- 2 belastingplichtigen; 2 keer belasting op dezelfde grondslag.
- VB: twee mensen betalen belasting voor hetzelfde.
Dividenduitkering tussen moeder en dochtervennootschap. Stel moeder VO maakt winst
en zij betaalt vennootschap belasting op die winst.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annabelle1998. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.