Een samenvatting van het vak Gezondheidsrecht gegeven in de Pre-Master Gezondheidswetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Deze samenvatting bevat de stof gegeven in de colleges met aanvullingen vanuit de verplichte literatuur. Belangrijke termen zijn dikgedrukt weergegeven in het oranj...
Soorten Recht
Functies van het recht:
1. Ordening (bv. Verkeersregels)
2. Uitdrukking van morele en culturele waarden
3. Correctie & handhaving
4. Geschilbeslechting (rechtspraak, bezwaarschriften)
5. Regelend (bv. Vergunningen)
Positief/Objectief recht = alle rechtsregels die momenteel gelden. Hier vallen ook regels onder die nog niet zijn
ingevoerd of die reeds zijn afgeschaft. Deze hebben geen rechtskracht, maar wel invloed op het positieve recht.
Subjectief recht = bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van objectief recht ontleend
(bv. Vanaf 18 jaar mogen stemmen).
Internationaal en Europees recht:
- Raad van Europa: mensenrechten
o EVRM: Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
o EHRM: Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Europese unie: interne markt (EU verdrag, EU HvJ: de rechter van de EU)
- VN-verdagen (strafhof voor bv. oorlogsmisdrijven)
EVRM: materiële rechten – rechtstreekse werking op nationaal recht
- Recht op leven, vrijheid, veiligheid, eerlijkproces
- Verbod van foltering en onmenselijke behandeling
- Vrijheid van meningsuiting, godsdienst
- Verbod op discriminatie
Grondrechten: bescherming van het individu tegen de massa
- Onvervreemdbaar: geen handel mogelijk in grondrechten
- Erkenning van mens als individu
- Zelfbeschikkingsrecht
- Sociaal grondrecht: overheid bemoeit zich actief met de samenleving (bv. Zorg en onderwijs)
Belang van de grondrechten in de zorg:
- Gelijke behandeling & gelijke toegang tot zorg (zorgverzekering)
- Beroepsgeheim, lichamelijke integriteit, bescherming van leven, vrijheidsrechten, menswaardigheid
Materieel recht = regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van personen in hun onderlinge
verkeer, zoals patiëntenrecht (gericht op inhoud).
1
,Formeel recht = regels over de wijze van procederen bij de rechter. Ook wel procesrecht genoemd.
Publiekrecht: rechtsverhouding tussen overheid en individuele burger
- Bestuursrecht: administratief recht
o Overheid bemoeit zich actief met de samenleving. Bestuursrecht biedt daarvoor het
instrumentarium: omgevingswet (milieu), WKKGZ (IGZ mag ingrijpen in de zorg), wmo 2015.
o Bescherming tegen de overheid en fatsoenlijke omgang met de burger (o.a. Awb)
o Gaat over cultuur, sport, milieu, zorg, natuur, ruimtelijke ordening, etc.
o Basis is rechtsstatelijk: bemoeienis van overheid alleen op basis van wet met inachtneming
van de belangenafweging van de burger (algemeen belang).
- Strafrecht: handhaving openbare orde, bescherming maatschappij tegen misdaad (WvSr).
- Staatsrecht: regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat en zijn organen en op de
bevoegdheden van die organen (parlement, provincies, gemeentes, democratie). Fundament van het
staatsrecht wordt gevormd door de Grondwet.
- Wettelijk tuchtrecht: nodig om de kwaliteit van beroepsoefeningen te waarborgen.
- Klachtrecht: voor de gezondheidszorg is dit de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ).
Aansprakelijkheid in het civielrecht
Kern van de civielrechtelijke aansprakelijkheid = schade.
Doel van civielrecht = compensatie van de geleden schade.
Kan gaan over:
- Aansprakelijkheid voor fouten van een instelling
- Aansprakelijkheid voor fouten van een hulpverlener
- Aansprakelijk voor gebrekkige zaken of apparatuur
- Aansprakelijkheid voor hulppersonen
, Elementen van civielrechtelijke aansprakelijkheid
1. Tekortkoming: maak onderscheid tussen resultaatverbintenis en inspanningsverbintenis.
Resultaatsverbintenis: op basis van risico, gerelateerd aan risicoaansprakelijkheid (Bv. Een
product deugt niet, geneesmiddel blijkt schadelijk ondanks gebruik volgens aanwijzing).
Inspanningsverbintenis: op basis van onzorgvuldigheid, gerelateerd aan
schuldaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid ontstaat alleen als er onzorgvuldig is gehandeld
(bv. Arts maakt een fout tijdens de behandeling).
Tekortkoming wordt toegerekend als de schuld en risico van de betrokkene worden bewezen. Dit
hangt af van de wet (bv. art. 6:185 BW productenaansprakelijkheid) en verkeersopvattingen.
2. Toerekenbaarheid tekortkoming
o Bij overeenkomst: art. 6:74 BW
o Bij onrechtmatige daad zonder overeenkomst: art. 6:162 BW
A veroorzaakt schade bij B buiten overeenkomst. Schuld wordt hierbij toegerekend op basis
van onzorgvuldigheid of risico. Een causaal verband tussen de onzorgvuldigheid en schade
kan worden bewezen.
Verschil onzorgvuldigheid en risico:
Onzorgvuldigheid = ander gedrag dan normaal te verwachten is.
Risico = causaal verband tussen de gebeurtenis en de schade.
3. Schade (art. 6:95; 6:105-106 BW). 3 vormen van schade (art. 6:95)
o Vermogensschade (art. 6:96 BW)
o Ander nadeel, voor zover de wet op vergoeding daarvan recht geeft, zoals immateriële
schade (art. 6:106 BW)
o Toekomstige schade (art. 6:105 BW)
Centrale aansprakelijkheid WGBO
Centrale aansprakelijkheid (art. 7:462 BW): het ziekenhuis is (mede)aansprakelijkheid voor alle schade die
binnen de muren wordt veroorzaakt. Dus ook door vrijgevestigde artsen en door het ziekenhuis
ingeschakelde derden.
- Waarom? Er zijn steeds meer verschillende artsen en verpleegkundigen met 1 patiënt bezig.
Voorwaarden schadeplichtigheid: A veroorzaakt schade bij B
- Vraag 1: aansprakelijkheid op basis waarvan? WGBO, gewone overeenkomst, onrechtmatige daad,
productaansprakelijkheid? Kies juiste artikel als basis.
- Vraag 2: ingeval van schuldaansprakelijkheid: is fout/onzorgvuldigheid bewezen? Zo ja, dan vraag 3.
- Vraag 3: art. 6:98 BW – Is er een causaal verband tussen onzorgvuldigheid en schade? Zo ja, dan vraag 4.
- Vraag 4: valt de schade onder art. 6:95 (materiële schade) of art. 6:106 (immateriële schade, smartengeld)?
Rechtshandelingen: overeenkomstrecht
Rechtshandeling: art. 3:33 BW – een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich
door een verklaring heeft geopenbaard.
- Dus: rechtshandeling is iets wat je wil doen. Je gaat bv. Een rechtshandeling aan wanneer je een
product koopt → gevolg: rechtsgevolg wordt door handelende partij beoogd.
- In beginsel vormvrij (art. 3:37 BW): er is niet vastgesteld hoe de overeenkomst vastgesteld wordt.
Soms eist wet wel schriftelijk, bv. Huizenkoop (art. 7:2 BW).
- Rechtsfeit: het recht knoopt aan een feit rechtsgevolgen vast.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur et98. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.