Humane Wetenschappen: Psychologie
BELANG PSYCHOLOGIE VOOR KINESITHERAPIE
BIOPSYCHOSOCIAAL MODEL
- Biomedisch model:
- klachten verklaren vanuit lichamelijke oorzaak
- focus ziekte, los van patiënt
- dualistisch
- als er pijn is gaat het functioneren omlaag, dus we nemen pijn weg dan is alles terug ok
MAAR veel lichamelijk geuite klachten zijn niet meer te verklaren vanuit biomedisch model.
- Biopsychosociaal model:
- patiëntgericht
- interactie biologische, psychologische en sociale factoren
= mutidisciplinaire behandeling
ROL VAN PIJN
Er zijn twee wegen:
stimulus -> hersenen & hersenen -> terug
vb. mensen die neerslachtig zijn omwille van pijn gaan de pijn erger ervaren.
positief leven? Minder pijn ervaren -> stimulus minder snel naar hersenen
Pijn is pas pijn als het in de hersenen aankomt.
Pijnmodel van Loeser
- pijngedrag (vb. stoppen met sport)
- pijnbeleving
- pijngewaarwording
- nociceptie / pijnprikkel -> echte pijn (medisch)
PIJN IS MULTIDIMENSIONEEL
GEEST, GEDRAG EN PSYCHOLOGISCHE WETENSCHAP
WAT IS PSYCHOLOGIE?
Psyche = geest
logie = gebied van studie -> studie van de geest
Psychologie = de wetenschap die het gedrag en de mentale processen van het individu bestudeert.
DOMEINEN VAN DE PSYCHOLOGIE
- experimentele psychologie - gerontopsychologie
- arbeids- en organisatiepsychologie - schoolpsychologie
- klinische psychologie - sportpsychologie
- neuropsychologie - omgevingspsychologie
- onderwijs - forensische psychologie
,VERSCHILLEN?
- Psychiatrie: discipline geneeskunde (arts), diagnose en (medische) behandeling van psychopathologie
- Klinische: discipline psychologie, masteropleiding afstudeerrichting klinische psychologie
- Psychotherapie: geen apart gezondheidszorgberoep, maar behandelvorm
- Pseudopsychologie: Niet-onderbouwde psychologische aannames die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd
KRITISCH DENKEN
1. Wat is de bron?
2. Is de bewering redelijk of extreem?
3. Wat is het bewijsmateriaal?
4. Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias?
BIAS?? = Vertekening -> foutieve conclusie trekken door bepaalde zaken
Emotionele bias:
Neiging om oordelen vellen obv attitudes en gevoelens, in plaats van op een rationele analyse
Confirmation bias
Neiging om informatie te herinneren die onze aannames bevestigen en tegenstrijdige bewijzen te
negeren of te vergeten.
Expectancy bias
Onbewust invloed uitoefenen op het gedrag van participanten en/of het resultaat van een onderzoek,
gebaseerd op de verwachting van de onderzoekers.
5. Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden?
vb. Correlatie-causaliteit denkfout
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
PERSPECTIEVEN BINNEN DE PSYCHOLOGIE
BIOLOGISCH PERSPECTIEF
René Descartes:
“Ik denk, dus ik ben”
- scheiding lichaam en geest
- waarnemingen kunnen nooit 100% waar zijn, enige waarheid = we bestaan
- we bestaan want we kunnen denken
- belang van denken
Rationalisme
John Locke:
“Tabula Rasa”
- waarnemingen, experimenten zijn enige ware bron van kennis
- Het denken vertroebelt de waarneming
- mens geboren als leeg blad, door alles wat we meemaken schrijven we ons blad
Empirisme
NU?
-> geest als product van de hersenen (geen scheiding)
-> oorzaken gedrag zoeken we mentaal
Vb. neurowetenschappen & evolutionaire psychologie
, - Neurowetenschappen: hoe hersenen gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en
andere mentale processen creëren
- Rol hersenen in psychologische processen?
-> Phineas Gage
-> hersenschade kan tot gedragsveranderingen leiden
- Evolutionaire psychologie: Beschouwen van gedrag en mentale processen obv genetische
aanpassingen aan overleving en voorplanting.
COGNITIEF PERSPECTIEF
Wilhelm Wundt:
- Psychologie simplificeren als chemie
- ‘elementen ban bewuste waarneming’
- waarneming = interne representatie v/d externe realiteit
- 1879: 1e psychologisch labo = introspectie
- kritiek want subjectief (slaap en dromen)
Structuralisme
Gestaltpsycholgie:
- Bewustzijn is meer dan zintuiglijke ervaringen
- gehelen zien
William James:
- Psychische processen kunnen best begrepen worden
in het licht van hun adaptieve nut en functie.
Functionalisme
NU?
-> Nadruk op mentale processen
-> Gedachten en handelingen zijn resultaat van unieke cognitieve patroon van waarnemingen en interpretaties
van ervaringen
BEHAVIORISTISCHE PERSPECTIEF
John B. Watson, B.F. Skinner:
- Psychologie als objectieve wetenschap, door bestuderen van gedrag en niet mentale processen
- Radicaal: gedachten en emoties zijn irrelevant
- Enkel waarneembare gebeurtenissen: fysieke stimuli en waarneembare reacties daarop
Black Box -> boeit de behavioristen niets
zij focussen enkel op gedrag
MAAR cognitieve psychologen vinden dat juist wel belangrijk.
PERSPECTIEF VAN DE GEHELE PERSOON
Psychodynamische psychologie:
- Sigmund Freud
- begrijpen van menselijk functioneren in termen van onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen
- Psychoanalyse als behandeling van psychische stoornissen: droomanalyse, versprekingen en vrije associatie
MAAR = niet falsificeerbaar
, Humanistische psychologie:
- Ook nadruk op innerlijke processen
- Carl Rogers en Abraham Maslow
- empathie, echtheid en onvoorwaardelijke acceptatie
Psychologie van karaktertrekken en temperament:
- persoonlijkheid wordt geregeerd door 4 humores:
bloed, slijm, zwarte gal en gele gal
- Verschillen in mensen door verschillen in stabiele kenmerken en neigingen (trekken en temperamenten)
ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF
Psychologische verandering als gevolg van interactie tussen genen en omgeving
= Nature & Nurture
(aangeboren en aangeleerd)
SOCIOCULTURELE PERSPECTIEF
- Nadruk op belang van sociale interactie, sociaal leren en een cultureel perspectief
- Belang van sociale invloed
- Cultuur = complexe mix van taal, opvattingen, gewoonten, waarden en tradities die wordt ontwikkeld
door een groep van mensen en wordt gedeeld met anderen in dezelfde omgeving
HOE VERGAREN PSYCHOLOGEN NIEUWE KENNIS?
Wetenschappelijke methode:
1. Een hypothese ontwikkelen
2. Hypothese toetsen
- controle variabele
- onafhankelijke variabele
- afhankelijke variabele
- persoons variabele
3. De resultaten analyseren
4. Resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren
Soorten onderzoek:
1. Experimenten
2. Correlatieonderzoek
- Correlatie wordt aangegeven met r (-1,0 tot + 1,0)
- Wanneer controle slechts beperkt mogelijk is wegens praktische of ethische redenen
3. Surveys
4. Natuurlijke observaties
- Voordeel: gedragingen zoals ze zich op natuurlijke manier voordoen
- Nadeel: veel minder controle over omstandigheden + kost veel tijd en geld
5. Gevalstudie/ case studie
- Voordeel: waardevolle inzichten die op geen enkele andere manier kunnen worden verkregen
- Nadeel: subjectief
Bias beperken