HET LICHAAM: Situering
Orgaanstelsel Samenstelling Functie
hersenen, ruggenmerg, zenuwen, zenuwuiteinden, sturing en coördinatie van andere
Zenuwstelsel
zintuigen orgaanstelsels
steun aan het lichaam
Skelet beenderen en gewrichten bescherming van organen
aanmaak bloedcellen
spieren en pezen die de skeletspieren aan de botten beweging door de samentrekking van de
Spierstelsel
bevestigen spieren
spijsverteringskanaal van mond tot anus (incl.
Spijsverteringsstelsel afbraak van voedingsstoffen
klieren)
luchtwegen (neus, keel, strottenhoofd, luchtpijp en gasuitwisseling
Ademhalingsstelsel
bronchiën) en longen (opname van O2 en afgifte van CO2 en H2O)
transport van gassen, voedingsstoffen en
Hart en bloedvatenstelsel hart en bloedvaten
afvalstoffen door het lichaam
o.a. milt, zwezerik, amandelen, lymfeknopen en
Lymfatisch stelsel afweer van het lichaam tegen ziekten
lymfevaten
Voortplantingsstelsel geslachtsorganen regelt de voortplanting
prikkelstoffen die via het bloed door het hele
Hormoonstelsel klieren die hormonen afscheiden
lichaam vervoerd worden
Urinewegstelsel nieren, urineleiders, urineblaas, urinebuis afvoer van water en opgeloste afvalstoffen
Doelstellingen
• Je legt de bouw en de werking van de verschillende stelsels van het menselijk lichaam
uit waar mogelijk met behulp van modelproeven
• Je verwoordt verbanden tussen de verschillende stelsels van het menselijk lichaam met
behulp van een conceptmap
Waarnemingen
Inzichten
1. Zintuigen maken voor mensen en dieren mogelijk om hun omgeving waar te nemen.
Biologische functie hiervan is gevaar vermijden, water en voedsel bemachtigen en partner
zoeken.
2. Zintuigen bevatten zenuwcellen die gevoelig zijn voor één bepaalde prikkel die omgezet
worden naar elektrisch signaal die naar de hersenen gaat.
3. Gewaarwording van zintuigen zit in de hersenen die de info verwerken en sturen lichaam
aan op reageren.
1
, Zintuigen om te overleven
à Mensen en dieren hebben zintuigen nodig om te overleven vb. eten en drinken fixen,
voorplanten, …
+ hebben belangrijke rol in non-verbale communicatie, zoals emoties en knuffelen + info
opnemen + genieten
à Waarneming en gedrag hoort heel hard samen
Voorbeelden
• Iets giftig/bedorven ruiken
• Iets heel warms voelen
• Iemands zintuigen bespelen die je leuk vind door je mooi te maken, lekker te ruiken,…
Samenwerking tussen zintuigen, hersenen en spieren
• Zintuigen zijn ontvangers van lichaam, zij reageren op prikkers zoals geluid, licht,…
1. Zij sturen boodschap naar hersenen via zintuigzenuwen, waarna een bepaalde
gewaarwording ontstaat
2. Zij vergelijken binnen komende info met info die al in de hersenen zijn, waardoor
de nieuwe info betekenis krijgt
3. De hersenen beslissen dan of het lichaam in actie moet komen
4. Ze sturen een opdracht om bepaalde spieren samen te trekken = gedrag
• Communicatie tussen hersenen en spieren is via de bewegingszenuwen à vormen een
bedrading (zoals elektriciteit draden)
• Vanaf hersenen loopt er een dikke bundel zenuwen langs rug = ruggenmerg
• Reflex = wanneer de zintuigelijke info wordt kortgesloten via ruggenmerg en wordt
daar door ruggenmerg en bewegingszenuw direct omgezet in actie
• Reflexen zijn automatische reacties op bepaalde prikkels vb. wegtrekken bij heet
oppervlak
2
, Belangrijkste zintuigen
• De vijf zintuigen op gezichtsvermogen: zien, horen, ruiken en voelen
o Gevoel bestaat uit 4 onderdelen: tastzintuigen, warmtezintuigen, koud
zintuigen en pijnzintuigen
• Onderscheiden prikkels, zintuigen en organen
o Organen = deel van de mens (dier/plant) dat één of meerdere functies vervult
en bestaat uit verschillende weefsels (spier-/zenuwweefsel)
o Voorbeeld: huid
Oog
• Licht komt binnen door oog via pupil. Die wordt groter/kleiner gemaakt d.m.v.
spiertjes die kunnen samentrekken buiten invloed van de wil om = pupilreflex.
o Veel licht = kleiner à overbelasting op oog voorkomen
o Weinig licht = groter à veel licht op te vangen
• Licht van boven wordt onder geprojecteerd op netvlies en vice versa. Beelden worden
altijd omgekeerd geprojecteerd à hersenen draaien beeld weer om
• Beeld op netvlies is altijd kleiner dan oorspronkelijk omdat de lens het licht afbuigt en
bundelt
à Het eigenlijke zintuig zit in netvlies: staafjes en kegeltjes
• Kegeltjes: laat kleuren waarnemen
• Gele vlek = plek in oog waar veel kegeltjes bij elkaar liggen
• Staafjes: zijn gevoelig voor verschillende lichtsterkte maar kunnen geen kleuren
onderheiden à ze zorgen dat je zwart, wit, grijstinten (contrast) kunt zien.
à Waarom hebben wij twee ogen?
• Afstand schatten is makkelijker met twee ogen à diepte zien
3