PEDAGOGIE: KIND EN GEZIN
Ecologisch systeem theorie van Bronfenbrenner
⇒ Is een ecologisch model met verschillende krachten en systemen op verschillende niveaus
⇒ De kern van het model is het kind
⇒ Kinderen bouwen actief mee aan het microsysteem
❖ Systemisch perspectief
❖ Ontwikkeling van het kind in relatie tot sociale, culturele context
❖ Transactioneel proces
bv. de pandemie heeft invloed op je ontwikkeling
➢ Aandacht voor de interactie tussen de signaal kenmerken en de omgevingsfactoren
van het kind
➢ Signaal kenmerken → eigenschappen van het individu die reacties van de omgeving
uitlokken
bv. uiterlijk, verstandelijke capaciteiten, sociale vaardigheden
❖ Ecologische benadering = interactie tussen biologische, psychologische en sociale factoren
Verschillende systemen:
❖ Microsysteem
➢ Elementen dicht rond het kind, daar waar kinderen leven
bv. school, familie...
❖ Mesosysteem
➢ Interactie, connectie tussen de verschillende
elementen uit het microsysteem: schakels
binden kinderen aan ouders
bv. direct en indirecte invloed → slechte dag
op het werk van de ouder, de ouder heeft een
korter lontje → heeft effect op het kind
❖ Exosysteem
➢ Algemenere invloeden → kinderen zijn niet
onmiddellijk betrokken, maar beïnvloeden de
ervaringen in het micro en mesosysteem
bv. sociale netwerk, familie, woon- en
werkomgeving (bv. beschikbare open ruimte
heeft invloed op ontwikkeling)
❖ Macrosysteem
➢ Normen, waarden en attitudes, technologie en
cultuur, politieke uitkomsten
bv. Westerse cultuur
⇒ Onderlinge samenhang tussen verschillende factoren die de ontwikkeling beïnvloeden
bv. ontslag van de ouder (mesosysteem) heeft invloed op het microsysteem
→ want de ouder beïnvloedt het gedrag van de kind, maar ook het kind beïnvloedt het gedrag van
de ouders
1
, Het gezin
⇒ Voor de meeste jonge kinderen de belangrijkste component van het microsysteem
⇒ Voortdurende maatschappelijke verschuivingen:
1 De opvoeding
❖ Directe reactie: positieve of negatieve bekrachtiging
❖ Fungeren als model
❖ Creëren een opvoedingsomgeving
De rol van de ouders verandert naarmate het kind ouder wordt
❖ Eerste levensjaar
➢ Verzorging en basisveiligheid
❖ Tweede levensjaar
➢ Interesse in vaders stijgt
➢ Mobiliteit stijgt: grenzen stellen
➢ Sociale vaardigheden en zelfredzaamheid
❖ Derde levensjaar
➢ Schoolperiode
Conclusie: je bent permanent nodig (bv. voor de voeding van het kind, het drinken…)
3 OPVOEDINGSSTIJLEN (Baumrind)
- Op basis van onderzoek bij kleuters, zowel in spelsituaties als bij gestructureerde opdrachten werd
een analyse gemaakt van de interactie tussen moeder en kind -
❖ Autoritaire opvoedingsstijl
➢ Sterke controle, strenge regels en strikte gehoorzaamheid, straffen vaak, ouders
bepalen
❖ Permissieve opvoedingsstijl
➢ Geen regels, weinig toezicht, kind bepaalt
➢ Vage, inconsistente feedback
❖ Ondersteunende opvoedingsstijl / autoritatieve opvoedingsstijl
➢ Duidelijke en consistente regels, sterke controle, duidelijk aangeven waarom,
positieve bekrachtiging, onderhandelingsmogelijkheden
❖ Onverschillige ouders (eigenlijk geen opvoedingsstijl)
➢ Geen belangstelling, ongeïnteresseerd, afwijzend
DIMENSIES
❖ Controle → het gedrag van de ouders met als doel het gedrag van het kind te reguleren en
te sturen: de mate waarin ouders grenzen willen stellen en hun kind regels willen opleggen
❖ Responsiviteit → het gedrag van de ouders waarbij ouders emotionele en fysieke steun aan
hun kind geven: een warme en hechte band willen opbouwen met hun kind. Het uiten van
zorg en liefde
2