Samenvatting ITO
Hoofdstuk 1: Agogisch handelen, agogie en agogiek
1.1 Inleiding
Citaat van Nietzsche (1999):
“Slangen die niet van huid kunnen wisselen, gaan ten gronde. Evenzo de geesten die men
verhindert van mening te veranderen: zij houden op geest te zijn.”
Veranderen is één vd sleutelbegrippen in de agogie(k) en dus ook in
orthopedagogie(k)
1.2 De begrippen Agogie & Agogiek
Ped – agogiek = de wetenschap betreft het begeleiden van kind
Pais = kind agogos
Agein = begeleider, gids, opleider, besturen
Agogiek= de wetenschap betref het begeleiden van mensen in het algemeen (niet enkel kinderen)
Agogie Agogiek
Klemtoon op het doen, het handelen, de Theorie, wetenschappelijke benadering
praktijk
De intentionele, niet-wederkerige Koffeman: “een verzamelnaam voor de
beïnvloeding door één of meerdere leer van het leiden, begeleiden van
personen gericht op een wenselijk geachte mensen, ongeacht hun leeftijd, op een
wijziging, door de cliënt ervaren als beroepsmatige manier.”
welzijnsbevordering
Winkelaar: “de leer die aanwijzingen en
richtlijnen geeft voor de manier waarop
individuele personen, groepen,
organisaties en samenlevingsverbanden
kunnen worden begeleid in
veranderingsprocessen.
Het gaat er daarbij om, dat die begeleiding
plaatsvindt vanuit de situatie waarin de
betrokkenen zich bevinden en dat zij
mogelijkheden krijgen aangereikt om
zoveel mogelijk zelf te handelen tot men
aan de gewenste verandering komt.”
‘de intentionele, niet wederkerige Bestudeert veranderingsprocessen en de
beïnvloeding door één of meerdere beïnvloeding ervan op een
persionen gericht op een wenselijk wetenschappelijke manier
geachte wijziging, door de cliënt ervaren Vanuit onderzoek en theoievorming
als welzijnsbevordering’ richtliijnen en aanbevelingen voor
agogsich handelen
1
,1.3 Drie sleutelbegrippen van het agogisch handelen
Verandering
Doen/handelen
Emancipatie, zelf mensen de tools geven om het probleem zelf aan te pakken
1.3.1 Veranderen (of beïnvloeden)
Gaat vaak spontaan, onbewust, niet doelgericht
Mensen veranderen elkaar door samen te leven
Meestal begeleider die helpt bij de verandering
Begeleider volgt een uitgestippelde weg op een bepaald doel te bereiken
= agogissch handelen of agogie
doel agogie= het handelen van mensen veranderen
Totale vorming bestaat niet
Iedereen moet blijven veranderen, permanente educatie, altijd durend leren, eeuwig
durende opvoeding
1.3.2 Handelen (= het aanzetten tot verantwoordelijk handelen op psycho-
sociaal vlak)
Gedrag
- Zichtbaar & observeerbaar
- Objectief observeren
- Mensen doen het instinctief of impulsief
Handelen
- Bewust, wat mensen beogen
- Onzichtbaar: wat gaat er achter gedrag schuil?
- Observeren en communiceren
(bv. agressie is vaak een weergave van innerlijk verdriet, dus enkel observeren zal
niet werken, als je communiceert leer je wat achter die agressie zit)
1.3.3 Met emancipatie of empowerment als doel
Door een rolmodel te zijn mensen tonen hoe ze het zelf moeten aanpakken (niet zelf
alles overnemen)
Autonomie vergroten
Minder afhankelijk van anderen
1.4 Richtinggevende kenmerken van het agogisch handelen
Niet elk veranderingsproces dat mensen opzetten kan je agogisch noemen
Kenmerken
- Psychosociale verandering
- Doelgericht
- Systematisch
- Bewust
- Gewenst door betrokkenen
- Niet even wederzijds
- Beroepsmatig
- Waardegebonden
2
,1.4.1 Psychosociale verandering
Hoe je je voelt en de omgang met andere (?)
1.4.2 Doelgericht
Verandering is van tevoren nadrukkelijk bedacht en gepland
1.4.3 Systematisch
Stap voor stap, volgens een bepaald systeem aan verandering gewerkt
1.4.4 Bewust
Nagedacht over elke stap
1.4.5 Gewenst door betrokkenen
Liefst is het gewenst door de betrokkenen, maar bv jeugdrechter kan beslissen om
een kind uit de thuissituatie te halen en in een instelling te steken
1.4.6 Niet even wederzijds
Er is een verschil in positie (bv lector student, dokter patiënt…) je bent wel
gelijkwaardig
Iemand die wenst te veranderen en iemand die helpt verandering realiseren
1.4.7 Beroepsmatig
Je doet het als professional
Maar vaak ook vrijwilligers
1.4.8 Waardegebonden
Descriptieve wetenschappen: beschrijven situaties zonder een oordeel te geven
Prescriptieve wetenschappen: beschrijven een ideale situatie en zijn dus
waardegebonden
1.5 De professionalisering van het agogisch handelen
Einde 19de eeuw industrialisering samenleving
zette volgende 2 veranderingen in gang
1.5.1 Ontwikkeling van wetenschap en techniek
Nieuwe technologieën, nieuwe inzichten, nieuwe kennis… ontwikkelde zich zo snel
dat ook volwassenen moesten bijleren en veranderen om goed te blijven
functioneren
wereld evolueert heel snel
vroeger volgden mensen de priester en God, nu hebben mensen vrije keuze
mens leeft niet meer om naar de hemel te gaan
standaardgezin is enorm verandert
eigen keuzes en eigen verantwoordelijkheid
1.5.2 Stijgende individualisering
Voor industrialisering: kleine, besloten gemeenschappen met duidelijk
voorgeschreven normen, waarden en regels
Aanvankelijk was welzijnswerk vrijwilligerswerk
Later ook beroepen met eigen beroepsopleiding
Beroepskrachten hielden zich bezig met specifieke doelgroepen en problematieken:
het agogisch werkveld
Binnen elk van deze werkvelden stond verandering centraal
Agogische werkvelden en agogische beroepen
3
, 1.6 Vetrekpunt van agogisch handelen
1.6.1 Exagogiek of curatief agogisch werk
Vertrekken vanuit problematische situatie
Proberen situatie te verbeteren
Opvangen van psychosociale nood hulpverlening
Bv. buddy helpt aidspatiënt bij het aanvaarden van zijn ziekte
1.6.2 Anagogiek of positief agogisch werk
Uitgangsituatie wordt min of meer als normaal of standaard ervaren
Bedoeling: verdere ontwikkelingen op gang brengen verbeteren
Gaat vooral om vorming
Bv. training van buddies
1.6.3 Katagogiek of preventief agogisch werk
Wil huidige situatie behouden
Daartoe zal men preventie opzetten
Bv aidspreventieprogramma ‘vrij veilig’
1.7 Niveaus van veranderingsprocessen
Micro, meso, macro
1.7.1 Microniveau
‘klein’
één persoon (of kleine groep)
Bv begeleiding van 1 persoon of een gezin
1.7.2 Mesoniveau
‘midden’
groep, organisatie
groep = verzameling van mensen die elkaar kennen (gezinnen, teams, klassen,
leefgroepen..)
organisaties vaak groter en anoniemer dan groepen, communicatie verloopt
minder direct en formeler
je werkt niet alleen met cliënt, maar ook voor de cliënt door ervoor te zorgen dat
goede hulpverlening mogelijk is
bv onveilig voelen in de buurt, klachten over vorige hulpverleningsinstelling,
problemen op werk of school…
1.7.3 Macroniveau
‘groot’
(delen van) de samenleving
Grotee anonieme groep van mensen die één of ander gemeenschappelijk kenmerken
hebben
Bv de jeugd, de allochtonen…
Signaalfunctie signaleren bv dat werkloosheid of armoede toeneemt en dat veel
cliënten hierdoor in problemen komen
Helpt cliënt niet direct, maar indirect bewijs je de groep cliënten wel een grote dienst
4