Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Minor Kind en Jeugd - Leereenheid 4 - Erasmus MC €7,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Minor Kind en Jeugd - Leereenheid 4 - Erasmus MC

 67 vues  3 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Minor Zorg voor kind en jeugd met specifieke zorgbehoeften. Een samenvatting van het tentamen van Leereenheid 4 - Groei en ontwikkeling van het kind. Alle powerpoints en overige lesstof van het Erasmus MC samengevat in een document. Netjes per onderwerp opgeschreven.

Aperçu 4 sur 36  pages

  • 4 janvier 2022
  • 36
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting LE 4 – Minor Kind & Jeugd

LE 4.1 – Ontwikkeling van het kind, lichamelijk cognitief
en sociaal
Ontwikkelingspsychologie = De wetenschap die het gedrag van de mens bestudeert in de
verschillende fasen van zijn ontwikkeling. De genen (natuurlijk) en omgevingsfactoren hebben
invloed op de ontwikkeling.

Verschillende systemen die invloed hebben op de ontwikkeling:
Icrosysteem  Biologische invloeden, bijv. vroege invloeden zoals voeding en infecties. Ook valt
binnen het microsysteem de directe contacten van een kind, die ook de meeste invloed hebben, bijv.
familie en vrienden.
Mesosysteem  Gaat om hoe de directe en indirecte contacten van een kind met elkaar contact
hebben, bijv. ouders met school/KDV/artsen/verpleegkundigen.
Exosysteem  Sociale en economische factoren, waar een kind geen invloed op heeft, maar die wel
veel directe invloed hebben op het kind en zijn ontwikkeling. Bijv. beroep van ouders,
gezondheidszorg, economische omstandigheden.
Macrosysteem  De maatschappij en cultuur waarin een kind opgroeit, ook wel waarden en
normen.
Chronosysteem (tijdssysteem)  Heeft betrekking op de tijd waarin een adolescent leeft en in welke
chronologische volgorde gebeurtenissen in zijn leven afspelen. Ook wel historische veranderingen die
de andere systemen kunnen beïnvloeden, zoals de eisen die aan het kind gesteld worden door het
digitale tijdperk.

Hechting
Van invloed op hechting:
- Ouder-kind contact
- Kenmerken van het kind
- Kenmerken van de ouders
- Gezins- en leefomstandigheden
- Opvoedstijlen

Hechting heeft invloed op:
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Persoonlijkheidsontwikkeling
- Latere vriendschappen, relaties, eigen ouderschap, etc.
- Cognitieve ontwikkeling

Ontwikkeling
Cumulatief: elke fase in de ontwikkeling bevat al het voorgaande, waarbij het geheel groter is dan
som der delen.
Differentiatie: bijv. lichamelijke ontwikkeling in baarmoeder; vanuit bevruchte eicel ontwikkelen
talloze cellen die differentiëren tot cellen met specifieke functies (zenuwcellen etc.) en bijv. de
ontwikkeling van de handmotoriek.
Integratie: bijv. gebrek aan coördinatie tussen zien en bewegen naar geïntegreerde sensomotoriek.

De verschillende volgens Piaget ontwikkelingsfasen zijn:
Sensomotorische stadium: nadruk op motorische reacties op sensorische input

,  1 e mnd: reflexen (zuigreflex)
 1-4 mnd: bij toeval iets plezierigs ontdekken en dit proberen te herhalen (eigen lichaam),
zoals duimzuigen
 4-8 mnd: effect van eigen handelen buiten eigen lijf, op omgeving (bijv. speeltje
manipuleren)
 8-12 mnd: niet vanuit toeval, maar doelgerichte aaneenschakelingen van gedrag • 12-18
mnd; experimenteren en zelf variatie aanbrengen i.p.v. enkel herhalen (oorzaak-gevolg
leren)
 18-24 mnd: overgang naar symbolisch denken: eerst in gedachten een probleem oplossen
i.p.v. zoeken naar oplossing door lichamelijk handelen >> objectpermanentie: begrip krijgen
dat een voorwerp/persoon blijft bestaan ook al kun je het niet zien
 Tussen 18-24 mnd een voorwerp mentaal kunnen representeren.
Pre-operationele stadium: Toenemend in staat om te denken maar nog niet logisch en systematisch:
 Eenvoudige causale relaties
 Magisch denken (geloven in Sinterklaas)
 Egocentrisme, nog niet kunnen verplaatsen in ander, uitgaan van eigen perspectief
 Animisme: neiging aan niet-levende dingen, leven toe te kennen (bijv. bloemen pijn als je ze
plukt)
 Artificialisme: idee hebben dat alles door de mens is gemaakt
 Realisme: psychische fenomenen (gedachten, dromen) als fysische fenomenen zien (bijv.
dromen als iets tastbaars zien)
Concreet-operationele stadium: toenemend logisch en systematisch denken
 Tegenstrijdigheden/onjuistheden kunnen ontdekken
 Begrip van rangorde: iets op volgorde leggen (bijv. van klein naar groot)
 Conservatie van aantal, volume en gewicht: twee rijen met in beiden evenveel koekjes; 1 rij
koekjes verder uit elkaar: in deze fase erkennen dat aantal hetzelfde is gebleven (meerdere
aspecten kunnen betrekken)
Formeel-operationele stadium: abstract logische denken komt tot ontwikkeling
 Denken over dat wat niet direct concreet waarneembaar is: abstracter denken, hypothetisch
denken.

Theorieën over de normale psychosociale ontwikkeling
Freud
Emotionele en sociale ontwikkeling van Freud  Psychoanalytische theorie Over emotionele,
sociale en persoonlijkheidsontwikkeling. Rol van vroege relaties en vroege conflicten van het kind in
zijn latere functioneren. Het bestaat uit 3 delen van persoonlijkheid:
 Es (ID): aangeboren driften (impulsen, energie, libido)
 Ego: op sociaal aanvaardbare manier met driften leren omgaan, uit angst voor straf van
omgeving.
 Superego: verboden en geboden van omgeving worden geïnternaliseerd en er ontwikkelt
een geweten.

Fasen hierbij:
Het gaat om stadia in de psychoseksuele ontwikkeling, omdat het in de theorie van Freud gaat over
het individuele streven naar bevrediging van driftmatige wensen. De seksuele drift/libido richt zich
op verschillende lichaamszones onder invloed van biologische rijping.
- Orale fase: Zuigen is de belangrijkste bron van lust. Het heeft een biologische noodzaak,
namelijk voedsel binnen krijgen.
- Anale fase: Sensaties zijn verbonden aan ontlasting. Dan tevens koppigheidsfase: peuters
vastberaden hun eigen zin te willen doorvoeren. Ontwikkeling van zelfstandigheid en
autonomie een grote rol (“zelf doen”)

, - Fallische fase: Belangstelling voor het genitaal. Geslachtsverschillen tussen jongens en
meisjes ontdekken. Wel of niet hebben van penis: bij jongens castratieangst. Bij meisjes
gevoelens van jaloezie en tekortgedaan. Oedipuscomplex is als kind verliefd wordt op een
ouder van het andere geslacht.
- Latentiefase: Vermindering van driftimpulsen en daardoor meer ruimte voor leren en sociale
contacten buiten het gezin.
- Genitale fase: In de puberteit heropleving van seksuele driftimpulsen.

Het goed doorlopen van de stadia is afhankelijk van de hoeveelheid bevrediging en frustratie het kind
in elk stadium heeft beleeft. Teveel als te weinig bevrediging kan leiden tot stagnering van
ontwikkeling.
Fixatie  Bijv. 6-jarige die zich liever duimend terugtrekt dan contacten aangaat.
Regressie  Na het bereiken van een fase, terugvallen in een eerdere fase. Bijv. kind dat weer
onzindelijk gedrag laat zien bij geboorte broertje of zusje.

Erikson
Emotionele en sociale ontwikkeling van Erikson. Bestaat uit 8 stadia voor psychosociale ontwikkeling:
1. Vertrouwen vs. Wantrouwen = 0 - 18 maanden
2. Autonomie vs. Schaamte en twijfel = 18 maanden - 3 jaar
3. Initiatief vs. Schuldgevoel = 3 - 5 jaar
4. Vlijt vs. Minderwaardigheid = 6 - 11 jaar
5. Identiteit vs. Identiteits/Rolverwarring = 12 - 18 jaar
6. Intimiteit vs. Isolement = 18 - 35 jaar
7. Generativiteit vs. Stagnatie = 35 - 55/65 jaar
8. Ego-integriteit vs. Wanhoop = Vanaf 55/65 jaar en ouder

Leertheorie (Behaviorisme)
= De relatie tussen een externe prikkel/stimulus en de respons staan centraal.
- Klassiek conditioneren: Pavlov = Iets dat eerst geen effect had, krijgt nu wel effect, doordat
het steeds samen optreedt met iets anders dat dat effect heeft.
- Operant conditioneren: Thorndike | Skinner = Beloon goed gedrag, straf ongewenst gedrag.
> Thorndike: de wet van effect = R-C model, Gedrag zal in frequentie toenemen als het
gevolgd wordt door een prettige gebeurtenis. Het organisme heeft een associatie geleerd
tussen gedrag en consequentie.
>Skinner: S-R-C model Aandacht voor de Stimulus. De associatie tussen de Respons en de
Consequentie gaat alleen op in een bepaalde Situatie (Stimulus).
- Observationeel leren: Bandura Observatie van gedrag en imitatie


Belangrijke ontwikkelingen binnen een bepaalde levensfase
o Geboorte
o Eerste levensjaar  Sensorische ontwikkeling (zintuigen worden ontwikkeld voor horen,
zien, voelen, ruiken, proeven). Motorische ontwikkeling, verstandelijke ontwikkeling, en
sociaal-emotionele ontwikkeling worden ontwikkeld. Kinderen vertrouwen de ouders
volledig. In de eerste 3 maanden reageert het kind op meerdere personen. Van 3-6 maanden
ontstaat er herkenning in gezichten en stemmen. Vanaf 6 maanden gaat het kind nabijheid
zoeken en ontstaat er scheidingsangst. Hierin moet het kind getraind worden.
o Peutertijd  Middelpunt van de wereld, verstandelijke ontwikkeling, motorische
ontwikkeling, zintuigen, taalontwikkeling, hechtingsproces, koppig, driftig, zindelijk worden,

, slapen en samen spelen. Tussen 1,5 – 3 jaar gaat het kind zich losmaken van zelfstandigheid.
Van 3 tot 6 jaar gaat het kind zelf actief actie ondernemen of ingrijpen.
o Kleutertijd
o Basisschoolleeftijd
o Adolescentie

De normale ontwikkeling van een kind tussen 4-8 jaar:
- Toenemende taalbeheersing
- Ontwikkeling van het denken
- Uitbreiding van de sociale en fysieke omgeving

De normale ontwikkeling van een kind tussen 8-12 jaar:
- Succes van de schoolcarrière
- Opbouwen van een sociale identiteit
- Betekenis van dood

De normale ontwikkeling van een adolescent (12-18 jaar):
- Grote veranderingen op lichamelijk, psychoseksueel en cognitief vlak
- Hormonen: je lijf verandert
- Brein: nieuwe verbindingen
- Melatonine: wordt laat aangemaakt, dus later slapen
- Seksualiteit en relaties
- Intellect: filosofisch denken
- Identiteitsvorming, voelen zich uniek

Baldew
= Baldew bekijkt de interactie tussen de normale ontwikkeling van een kind en een chronische
ziekte. Baldew bekijkt dit per gebied en leeftijd: psychologische aspecten, ziektebegrip, reacties op
het ziekenhuis, begrip over de dood en het helpen/zorgen.

Psychologische aspecten:
4-8 jaar: Meer behoefte aan controle over ingrepen en scheiding. Angst en regressie.
- Bang om alleen te zijn
- Weer gaan bedplassen
- Eenvoudiger spel
- “Kinderachtiger” praten
- Ontwikkeling van het denken, van magisch naar concreet

8-12 jaar: Gebruikt kennis en begrip om oorzaak en behandeling van de ziekte te bevatten.
- Zelf informatie opzoeken
- Emotieregulatie

Adolescent: Handelt meer als individu, leunt minder op ouders. Heeft moeite zich te houden aan
leefregels en medicatie. Is bezig met lichaamsveranderingen en seksualiteit; is zich ervan bewust
'anders' te zijn. Voelt zich minder waard, toekomst moeilijk voor te stellen.
- Ontwikkeling eigen individu
- Contact met leeftijdsgenoten belangrijk (eventueel peergroep)
- Wil ‘normaal’ zijn
- Littekens
- Moeite met toekomstbeeld, beroepskeuze

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur merellllll. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter