1
Internationale Organisaties
Kobe Jennes, 2021-2022, Professor Drieskens, slides en notities
LES 1
1. SOEVEREINITEIT
Klassiek: hoogste gezag op een grondgebied, persoon die wetten kan maken en afschaffen.
Context: vrede v Westfalen: vorming statensysteem
Tegenwoordig: vanaf World Summit van 2005: R2P-beginsel is de nieuwe norm: moderne visie die
focust op plichten van de staat: burgers te beschermen tegen genocide, etnische zuiveringen,
misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden, primaire verantwoordelijkheid = staat, secundaire
= internationale gemeenschap
MAAR: problemen:
- Niet systematische aandacht van VN vragen en discussie rond principe, focus en middelen
2.1 RESPONSIBILITY 2 PROTECT
Historiek: 2001 uitgewerkt door ICISS, 2005 goedgekeurd
= Soevereiniteit impliceert ook plichten naast rechten
Verantwoordelijkheid burgers beschermen
Vb beschermen v genocide, oorlogsmisdaden,…
Primaire verantwoordelijkheid: Staat
Secundaire verantw: Internationale gemeenschap
! Bij ingrijpen VN moet altijd ‘case-by-case’ aangepakt w
2.2 Toepassing
Voor 2011
Weinig toepassing soevereiniteit x R2P door gebrek aan invulling
Na 2011
(Selectieve) toepassing: Syrië, Libië, Ivoorkust
blijvend belang van ‘klassieke’ soevereiniteit: hoogste macht x territoriale integriteit voor alles
Vb. Catalonië, Gibraltar, Falkland,…
British Oversea Territories: Britse soevereiniteit Falkland + Gibraltar
Commonwealth of Nations (=IGO)
- GEEN Britse soevereiniteit = 54 onafhankelijke en gelijke staten
- lange voorgeschiedenis met GB, o.a. London Declaration
- “Modern Commonwealth”
- Focus: taal, sport, cultuur, weinig politieke focus
- Hoofd = EII
BREXIT: GB droomt meer van terugkeer naar imperiaal verleden en Global Britain, helaas: dat bestaat
niet meer door dekolonisatieproces, alleen hun Overseas Territories komen nog een beetje in de
buurt maar veel betwist: spreken zelf soeveriniteit uit bv: Falklands en Chagos
1
,2
2. INTERGOUVERNEMENTELE ORGANISATIE
= In een intergouvernementele organisatie zijn de lidstaten gebonden aan het verdrag van de
internationale organisatie als zij er uitdrukkelijk mee hebben ingestemd, bv: G8
2.1 Kernelementen
- Min 3 of meer landen als lid
- Activiteiten in meerdere staten
- Formeel oprichtingsverdrag
2.2 Functies en uitdagingen
1. Functies
- informatief, forum, normatief, regelgevend, controlerend, operationeel en ideationeel
2. Uitdagingen
- Effectiviteit, verantwoording, legitimiteit
- hervormingen en groepsvormingsprobleem
2.3 Kenmerken
Voordelen:
- nieuwe ideeën
- dataverzameling
- innovatie
- aanpassing- en hervormingsvermogen
Nadelen:
- trage reactie in crisis
- slechte handhaving
- log bestuur
- eigenbelang
Veel verschillende IGO’s
Universalisme: 6 hoofdorganen (UNGA, UNSC, ECOSOC, ICI, secretariaat, trustschapsraad)
Subsidiaire organen (HRC, PBC)
Gespecialiseerde organen (IMF, Worldbank Group)
Gerelateerde organen (WTO, ICC)
Regionalisme: Interne regionalisering (verkiezingen,…)
Externe regionalisering (NAVO, G77, AU, AL, OIC,…)
2.4 Wat is een staat?
Internationaal recht: een permanente populatie, territorium, overheid en capaciteit om
ralties aan te gaan met andere landen
Internationale politiek: politiek georganiseerde menselijke groepen
Westfaals denken: hele wereld bestaat uit autonome staten
3. GLOBAL GOVERNANCE
= meerlagige complexe vorm van bestuur met (in)formele regels
= multi-level collectie van activiteiten, regels, publiek en privaat die in de wereld bestaan
!niet persé goed voor iedereen!
2
,3
3.1 Varieteiten
Internationale structuren, regels, wetten, groepen, arrangementen en conferenties
3.2 Actoren
Staten
IGO’s
NGO’s
4. GLOBALISERING
= Proces van stijgende verbondenheid tussen maatschappijen, waardoor gebeurtenissen in deel van
wereld ook effect hebben op andere, zowel kwalitatieve als kwantitatieve gevolgen
Thick globalization = extreme globalizering: omvang, intensiteit en snelheid
LES 2: Historisch kader Verenigde Naties
1. INTERNATIONALE ORGANISATIES IN DE 19DE EEUW
1.1 Blauwdruk
19de eeuw: stijging internationale handel, technologische innovatie, migratie…
Belang soevereiniteit en internationaal organiseren stijgt
1.2 Concert van Europa (1815-1878)
- Oorsprong door Congres van Wenen: herorganisatie Europa na Napoleon: besefte dat zoiets
eigenlijk vrij goed werkt “gaan we vaker doen””
- 30-tal informele vergaderingen Europese grootmachten om politieke problemen op te lossen
= vrede door behoud machtsevenwicht bv: soevereiniteit respecteren, elkaar in het oog houden
Realisaties
1. Nieuwe Europese staten (BE, GR)
2. Regeling Balkan
3. Opdeling Afrika
1.3 Internationale Publieke Unies (ITU 1865)
Vrijwillige medewerking aan non-gouvernementele taken
Context
IR: stijging handels- en andere contacten
functionele problemen: bv telecommunicatie ITU
= Geïnspireerd door vele ontdekkingen uit die periode
Realisaties
1865: International Telegraph Union
1874: International Postal Union
1.4 Haagse vredesconferenties (1899, 1907)
= Samenwerking Europese EN niet-Europese steden, verkozen voorzitter
DOEL = VREDE BEWAREN
3
, 4
Context
= Protest RUS bewapeningstempo van Duitsland en GB
Realisaties
1. Basis voor instellingen
Vb. Permanent Court of Arbitration: discussies rond grenzen, investeringen en ondernemingen
oplossen
2. Basis voor rechtsregels
Vb Conventie v Den Haag
2. BEGIN 20STE EEUW: VOLKENBOND (LEAGUE OF NATIONS)
VOLKENBOND
Historiek - Na WO2: samenwerken als oplossing voor problemen
- Inspiratie door: Inter-Parlementaire Unie
Functie - Vrede handhaven
- Veiligheid = collectief goed (samen voor zorgen)
Principes - Informele afspraken
- Recht op zelfverdediging
- Collectieve veiligheid: oorlog tegen 1 = oorlog tegen allen
Verhouding tot VN Voorloper
Lidmaatschap /
Besluitvorming Unanimiteit
Instrumenten Mogelijkheid tot sancties (landen die zich nt aan afspraak houden)
Successen Bv: Aland-eilanden
Probleem: Bewoners voelen zich Zweeds
Oplossing: Fins grondgebied, maar bescherming Zweedse cultuur
Falen 1. Niet goed reageren op crisis 1930
2. Doodsteek: Italiaanse inval in Abyssinie VB veroordeelde en sancties
maar te beperkt door vees Hitler Nationaal belang > Algemeen belang
Structuur - Convenant: 26 artikelen: focus op voorkomen oorlog
- Raad, jaarlijkse vergadering, secretariaat + 2 autonome organisaties (PCIJ x ILO)
Problemen - Wisselend lidmaatschap
- Onderdeel Verdrag van Versailles (verliezers zien volkenbond als eigenbelang
winnaars)
- Gebrek aan middelen en snelheid
- Weinig aandacht sociale en economische problemen
- kunnen oorlogen niet voorkomen
4