Politieke geschiedenis van België
’21-’22, Kobe Jennes, Professor Verleden
De Belgische Revolutie
Achtergronden, oorzaken en aanleiding
1. De afbraak van het Ancien Regime
1776 – 1848: reeks van politieke revoluties, AR brokkelt af en maakt plaats voor
modernisering:
AR:
LB en platteland overwicht econ
Beperkte stedelijkheid
Adel en kerk macht, geld en grond
Standenmaatschappij, vorstelijke privileges
Absolutisme en corporatisme
Modernisering: einde 18de E:
Kapitalisme expansie grootindustrie
Verstedelijking sociale wetgevingen en beleid namen toe
Standen en gilden vervangen door individuele gelijkheid
Creatie nieuwe stand: liberale, ondernemende burgerij
Kerk en staat w gescheiden, geestelijkheid verliest voordeel op ondernemende burgerij
1789: Napoleon revolteert in FR: AR afbraak in stroomversnelling daar + vanaf 1795 wordt huidig
België ondergedompeld in die sfeer want w ingelijfd bij F tot val Napoleon 1814, maar spanning
behoud en vernieuwing blijft wel altijd. , na 1830 worden de verdere stappen van afbraak pas
genomen
2. Beleid Willem I (WI)
Val Nap. Zuid en Noord samen = Koninkrijk der Ned. :
Beslist in Wenen, 1815
Ervoor al 8 artikel van 21 juli 1814: N en Z gelijk behandelen o.a.
Doel: geopolitieke strategie tegen F
Maar beide gebieden in 16de eeuw uit elkaar gegroeid qua: religie, econ situatie (industriële start vs
koloniale handel), absolutisme WI vs strijd voor liberaliteit van Zuiden, taal (eensgezindheid N vs
tweestrijd Z),… dus geen volmaakte samensmelting
,WI karakter:
Verlicht Absolutisme
Verlicht econoom: veel investeren (societe generale), bevordert handel en nijverheid
GW vorstelijke soevereiniteit als hoeksteen: persoonlijk bewind natiebesef
o.a. met taalpolitiek
Gevolg: Z lib en kath boos op WI liberaal katholicisme + nieuwe liberale generatie:
eisen min verantw en persvrijheid
=> 1828: Unie van Opposities = monsterverbod: lib willen moderne staat, kath willen
oude invloed terug
Oorzaken Revolutie 1830:
F: Julirevolutie: einde Bourbondynastie, burgerkoning, B nauw verwant F qua revoluties
B: sociale onrust, strenge winter, stijgende WL
Verloop Revolutie
1. Opstand afscheiding
Opera La Muette rellen burgerwacht neemt over liberalen vestigen zich in
gezagsorganen eerst een compromis in Den Haag qua bestuur, maar WI keert zen kar en valt
Brussel binnen met Hollands leger (septemberdagen 23-26) echte revolutie, herstel van
grieven wordt nu een afscheidingsbeweging aanval mislukt 26 september 1830 Voorlopig
Bewind 4 okt Belgische onafh uitgeroepen Nationaal Congres zetelt 200 man gekozen door
30k burgers GW volgens Britse parlementaire monarchie, zeer liberaal 21 juli 1831
eedaflegging Leopold VSC
2. Internationale Constellatie
Snelle consolidatie vd revolutie niet alleen werk Belgen, maar ook door gunstige internationale
constellatie
TB: KDN Congres van Wenen als buffer F dus toestemming van mogendheden nodig voor
ontbinding:
- Oostenrijk, Pruisen en Rusland tegen: bondgenoot WI
- Frankrijk voor: verdwijnen anti Franse barrière + ziet annexatie in toekomst + dreigt met
oorlog
- GB: eerst voor WI, maar met liberale Charles Grey steunt het de revolutie, wilt niet dat
rivieren in F handen valt bezegelen internationale conferentie met de 5 mogendheden
wapenstilstand; erkenning België grenzen en verdeling staatschuld, eeuwigdurende
neutraliteit => de XVII artikelen
Partijen verzetten zich
, 1) B: grenzen: wilt meer en troon: F prins, geen Hollandse, later een Duits – Britse prins
(Leopold) want de F wilt geen Eur oorlog.
2) H: WI weigert de XVII Artikelen, valt plots B binnen nog voor L. er is, slecht georganiseerde B
troepen verslagen in Leuven en Hasselt L. steun Fransen gevraagd en verslagen H leger
nog voor Brussel. = Tiendaagse veldtocht
Gevolg: WI krijgt betere vwden XXIV artikelen: B. verliest de geëiste extra regio’s = Limburg
door twee B. kamer keurt na felle discussie verdrag goed
WI blijft verzetten F. veroveren Antwerpse citadel van ze 1838 stopt WI met verzet en
aanvaardt Londense verdrag 1839 tekenen H. en B. beide het verdrag tot splitsing
3. Wisseling vd macht
Intellectuele middenklasse drijvende kracht achter revolutie, dus krijgen plekje in NC, ookal
blijven hogere burgerij en adel de grootste groep dankzij cijnskiesrecht
10 procent Orangisten in NC, blijven aanhangers hebben o.a. door econ belangen (kol handel
industrie in Walen Cockerill) en ideologische redenen
Na machtwissel interne strijd tussen revolutionairen in B: Republikeinse democraten VS
Reünionisten:
- Republikeinse democraten: patriotten teleurgesteld want monarchie ipv republiek, geen
bekwaamheidskiesrecht met de Potter als boegbeeld
- Reunionisten: hereniging met Frankrijk, commerciële/industr Burgerij + Franse taal, groep
valt al snel
=> Gestolen revolutie: volk en arbeiders beklommen barricades, maar was enkel Burgerij die de
vruchten heeft geplukt. Ontbrak arbeiders aan leiderschap!
De Belgische Natiestaat
B: twee voorstellingen
- Artificielle staat (volgens F onder andere, il n’y a pas des belges)
- Onontkoombare manifestatie die al eeuwen teruggaat
Oorsprong nationale gevoel van een België: tweede helft 18 de E ontwikkelt een nationaal gevoel
door:
- Brabantse Revolutie
- Lotsverbonden tussen Spaanse en Oostenrijkse heerschappijen
- Slechte beleid WI (taalverdeeldheid en absolutisme, tweederangs)
- Liberale element => was revolutionair toen, brug tussen kath en lib
- Revolutie 2 componenten: nationaal en liberaal
, Het politieke systeem in de 19de E
Rechten en vrijheden
Revolutie stond in thema Verlichting: afkondiging belangrijke rechten en vrijheden, deels gebass op
Am en Fr revoluties
Een Parlementaire democratie
Art.25: Alle machten gaan uit van de natie wijst op ministeriële verantwoordelijkheid in een parl
regeringssysteem, waar de regering afh is van de steun parlement
Monarchie wordt zeer beperkt (schrik WI beleid), koning heerst maar bestuurt niet! Kan niets doen
zonder handtekening minister. NC legt politiek gewicht dus in parlement. Koning en zijn ministers zijn
hoofd uitvoerende macht (regering) en zit ook in de wetgevende macht, uitvoerende zal al snel de
bovenhand nemen van de wetgevende.
NC kiest tweekamerstelsel (Brits) van Kamer en Senaat Senaat:
- heeft weinig tot geen wetgevende macht
- weinig betrokken
- ouder van 40
- de helft leden van parlement
- mag alleen vergaderen wnr parl dat doet
- aanvullend
Cijnskiesrecht en een meerderheidsstelsel
Volksvertegenwoordigers: 4 jaar mandaat , verkiezingen om de twee jaar gedeeltelijke
vernieuwing van Kamer (2 kiescorpsen per provincie)
Senaat: dubbele
Cijnskiesrecht:
- Mannen
- Grens van belastingen (= cijns)
- Adel en hogere burgerij slagen er zo in de politiek naar zich toe te trekken
Maar andere manieren om stem te drukken:
- Petitie
- Pers
- Staatprotest en betogingen
- Recht van vergadering
- Verkozen worden ( m nt kiezer z om verkozen te w)