COMMUNICATIEWETENSCHAP
(Traditionele) massamedia:
- Niet neutraal
- Gebruiken bepaalde perspectieven.
Beeld over foto jongen aangespoeld:
- Eerst ver weg willen houden van hen en zien dit als een crisis
- Daarna dachten dat het bij veel mensen het beeld ging veranderen bij mensen, omdat het
mensen zou aangrijpen en mensen in Europa die anders wouden gaan denken over
vluchtelingen → maar veranderde uiteindelijk niets en had geen invloed op de kijk naar
vluchtelingen.
Communicatie is ook naar hoe we media kijken.
Hoe wordt nieuws (media) als nieuws beschouwd?
Hoe anderen overtuigen?
- We gebruiken veel media om mensen te overtuigen van iets.
- Elkaar te beïnvloeden en positie in te nemen in een politiekdebat.
Communicatie = essentieel voor organisaties
- Coca-cola: de manier van de letters (allerlei organen dat coca cola zou aantasten om zo aan
te halen dat het niet zo is) om zo hun boodschap duidelijk te maken (media terende
samenleving)
- Voor sociale media was dit niet mogelijk en hadden dus ook geen invloed.
,Nieuwe technologieën, economische actoren en markten
- Alles lijkt onder invloed van sociale media
- Begrippen ontwikkelen om mediatisering en digitalisering te begrijpen door
communicatiewetenschap
Journalistieke deontologie
- Journalisten gaan opletten met wat ze schrijven of hoe ze dingen schrijven en gaan
voorzichtig hier mee om gaan.
- Op dezelfde manier als media (sensationeel) omgaan, gaan journalisten niet doen om
mensen een soort van te beschermen.
Artikel de morgen
Media had toen een indringende manier en stonden niet stil met hoe mensen zich zouden voelen na
dit te lezen.
Sociale media kan voor- en na delen hebben:
- Persoonlijk contact is nu veranderd door sociale media
- Sociale media is niet bepaald slecht omdat het van alles heeft veranderd in het contact van
mensen onderling.
- Persoonlijke relaties zijn door digitalisering veranderd.
2. BASISCONCEPTEN EN MODELLEN
2.1 WAT IS COMMUNICATIE?
➢ Eerste betekenis: klemtoon op zender die een boodschap verstuurt, over ontvanger wordt
niet gesproken. Het is mogelijk dat zender iets meedeelt, maar dat boodschap niet aankomt
bij de bedoelde ontvanger.
➢ Tweede: ziet communicatie als ‘transport’
➢ Derde omschrijving: ligt de klemtoon op de uitwisseling (cf. de Latijnse oorsprong van het
begrip “communicare” = gemeenschappelijk maken) van ideeën. Hier wordt de nadruk op
feit gelegd dat de communicatie geen eenzijdig proces is. Beide partners zijn gelijkwaardig. Er
is geen start of eindpunt.
,Volgens het Van Daele woordboek:
Communicatie =
- Mededeling, kennisgeving
- Verbinding
- Uitwisseling van gedachten, het geestelijk met elkaar verkeren
In de les besproken:
- Iets gemeenschappelijk maken met elkaar.
- Boodschap of mededeling geven aan anderen. (Mededeling/ kennisgeving)
- Uitwisseling van gedachten, het geestelijk met elkaar verkeren. Connectie maken met elkaar
over gedachten en of ideeën.
Verschillende accenten:
- Ontvanger
- Zender
- Verbinding
- Vergemeenschappelijken
- Transmissie
- Symboolgebruik....
Definities door gespecialiseerde wetenschappelijk literatuur:
• Soms komt de zender centraal te staan, de andere keer de ontvanger.
• Anderen accentueren de verbinding, de transmissie, het symbolengebruik, …
→ Net als Faucconier (1981) één van de grondleggers van communicatiewetenschap in Vlaanderen.
We kunnen stellen dat er geen enkele definitie als communicatie wordt beschouwd.
De definitie is goed wanneer zij:
• Bruikbaar of operationeel is binnen bepaalde wetenschappelijke visie, benadering, veld.
• Logisch, coherent is
• Niet tegengesproken wordt door de waarneembare werkelijkheid
• Toelaat het gedefinieerde nauwkeurig te onderscheiden van andere maatschappelijke
verschijnselen
Voorbeelden van wetenschappelijke definities:
• Communication is a process whereby people assign meanings to stimuli in order to make
sense of the world (Trenholm, 1999)
• Every communication act is viewed as a transmission of information, consisting of
discriminative stimuli, from a source to a recipient (T. Newcomb, 1966)
• Communication is “the transmission of information, ideas, emotions, skills, etc. by the use of
symbols, words, pictures, figures, graphs, etc. (B. Berelson & G. Steiner, 1966)
Hierboven verschillende visies over communicatie. Heath en Bryan (1992) omschrijven deze twee
visies als twee ‘scholen’ of benaderingen van communicatie.
Twee belangrijke perspectieven:
→ proccesschool ziet communicatie als transmissie van boodschappen:`
, • Nadruk op zender en ontvanger encoderen en decoderen, hoe kanalen en media efficiënt
kunnen worden ingezet.
• Hoe boodschappen worden verzonden en ontvangen via media en kanalen
• Communicatie is een (beïnvloedings)proces
• Verschil tussen output en input is een “fout”
• Basis = psychologie en sociologie
• Richt zich primair op communicatieactiviteiten (“acts”)
→ Efficiëntie en accuraatheid zijn de buzz-words in deze traditie.
Communicatie wordt gezien als een proces waarbij de ene persoon het gedrag van de andere
persoon beïnvloedt. Wanneer dit niet in aard of grootte overeenkomt met het bedoelde effect,
spreekt deze school van een communicatiefout en probeert ze deze te verklaren door te gaan kijken
naar de verschillende fasen in het communicatieproces (waar is het misgelopen?). de processchool
leunt en steunt op sociale wetenschappen en psychologie, en legt zich toe op “acts of
communication” (communicatieve handelingen)
→ Betekeniscreatieschool ziet communicatie als productie en uitwisselingen van betekenissen.
1. Bestudeert hoe boodschappen of “teksten” interageren met mensen om betekenissen te
creëren. (het bekijken van nieuws, iedereen geeft hier een eigen mening over en denkt hier
anders over).
2. Afwijkingen tussen zender en ontvanger niet noodzakelijk als “fout” beschouwd, maar bv. Als
culturele verschillen tussen partijen.
3. Voor deze school is communicatie de studie van “teksten”
4. Centrale methode = semiotiek (“de tekenleer”), die aansluit bij de “letteren”-traditie.
5. Richt zich primair op de producten van communicatie (kunstwerken, reclamespots..)
6. Teksten maken en deze lezen worden beschouwd als paralelle processen.
Hier bestudeert men dus niet de communicatieve handelingen (waarbij actoren en hun intenties
centraal staan), maar wel “works of communication” (bv. kunstwerken, reclamespots, soaps,…)
2.2 BREEK- OF DISCUSSIEPUNTEN IN DEFINITIES VAN COMMUNICATIE
2.2.1 INTENTIONALITEIT ALS BREEKPUNT
De intentie of bedoeling ligt aan basis van teologische opvatting van communicatie. Pas sprake van
communicatie wanneer de zender de bedoeling heeft om een boodschap uit te sturen en de
ontvanger de bedoeling heeft om boodschap te ontvangen.
INTENTIONALEIT (A)
• Teleogische opvatting (kijken naar een communicatie met een sterk doel) = sterk
vertegenwoordigd bij onderzoekers massacommunicatie.
• “gedragsopvatting” (communicatie via gedrag) : studie van ‘interpersoonlijke’ communicatie
4 situaties → het passief-actief model van McQuail