Lesweek 1: Praktisch Verbintenissenrecht H1, H2 ( par 2.1.3, 2.1.5, 2.3 en 2.4) H4.1 en H4.4.2 +
arresten Haviltex en Hofland/Hennis.
Verbintenis noemen we een rechtsrelatie tussen personen.
Het goederenrecht is het rechtsgebied dat de rechtsrelatie tussen een persoon en een goed regelt.
Het verbintenissenrecht en het goederenrecht vormen samen het vermogensrecht. Het
vermogensrecht regelt de verhoudingen die op geld waardeerbaar zijn tussen burgers onderling.
Het privaatrecht, ook wel het burgerlijk recht of het civiele recht genoemd, houdt zich bezig met alle
juridische betrekkingen tussen personen onderling.
Privaatrecht
Vermogensrecht Personenrecht
Goederenrecht Verbintenissenrecht
Persoon -- goed Persoon -- persoon
Het recht kent twee soorten personen: rechtspersonen en natuurlijke personen.
Een natuurlijk persoon is een mens, ook wel een mens van vlees en bloed.
Een rechtspersoon is een bedrijf, stichting, de gemeente of de overheid.
Rechtsverhoudingen is een synoniem voor een rechtsrelaties.
Een verbintenis is een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij verplicht is om een
prestatie te leveren, terwijl de andere partij hier recht op heeft. De persoon die moet presteren,
noem je een schuldenaar. De persoon die er recht op heeft, noem je de eiser.
Een rechtsfeit is een feit dat een rechtsgevolg heeft, met andere woorden: het heeft een gevolg
volgens het geldende recht. Bijvoorbeeld bij het kopen van een fiets wordt je ineens ook de eigenaar
van de fiets.
Gewone feiten hebben geen rechtsgevolg. Bijvoorbeeld de zon schijnt of het gras is groen.
Blote rechtsfeiten zijn geen handelingen, maar hebben toch een rechtsgevolg. Bijvoorbeeld de
geboorte van een kind of het overlijden van een persoon.
,Een rechtsrelevante handeling is een handeling die relevantie heeft voor het recht. Of te wel een
handeling met rechtsgevolg. Bijvoorbeeld het sluiten van een arbeidsovereenkomst daardoor wordt
je een werknemer.
Feitelijke handelingen zijn handelingen die wel een rechtsgevolg hebben, maar die daar niet op
gericht zijn. De persoon het dus niet de bedoeling om rechten en plichten te scheppen. Bijvoorbeeld
schade rijden.
Een rechtshandeling is een handeling met een rechtsgevolg, waarbij het wel de bedoeling was om
rechten en plichten te scheppen. Bijvoorbeeld het tot stand komen van een huurovereenkomst.
Bij een rechtshandeling is een wilsuiting noodzakelijk. Een wilsuiting wordt bedoeld dat de
handelende persoon duidelijk laat blijken dat hij de bedoeling heeft om rechten en plichten te
scheppen. Ook speelt er bij een rechtshandeling een oogmerk, dat is de bedoeling van de
handelende persoon om een doorslaggevende rol te hebben. Art. 3:33 BW
Een eenzijdige rechtshandeling is een handeling waarbij het tot stand wordt gebracht door één
persoon, zonder dat er medewerking is van andere personen. Bijvoorbeeld het opstellen van een
testament.
Persoonsgerichte eenzijdige rechtshandeling wordt verricht door een van beide personen en is
gericht op de andere partij. Bijvoorbeeld een van de partijen wil van de huurovereenkomst af.
Niet-persoonsgerichte eenzijdige rechtshandeling wordt door één partij verricht, maar is niet
specifiek gericht op een andere persoon. Bijvoorbeeld de aangifte van een geboorte.
Een meerzijdige rechtshandeling is een handeling die tot stand komt door meerdere personen.
Bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst.
Andere meerzijdige rechtshandelingen is een vorm van een meerzijdige rechtshandeling. Hier gaat
het om bijvoorbeeld het vaststellen van een notulen tijdens een vergadering.
Overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meerdere partijen jegens een of
meer andere een verbintenis aangaan. Art. 6:213 lid 1 BW
Een andere overeenkomst is bijvoorbeeld het aangaan van een huwelijk, maar dit vloeit niet voort uit
de wilsverklaringen. Dus vallen die buiten het bereik van dit boek!
Bij een verbintenis scheppende overeenkomst ontstaan er een of meerdere verbintenissen tussen
partijen. Het wordt ook wel een obligatoir genoemd.
Een eenzijdige overeenkomst schept slechts voor een van beide partijen een verplichting.
Bijvoorbeeld een schenking.
Bij een meerzijdige overeenkomst hebben beide partijen verplichtingen jegens elkaar. Dit wordt ook
wel een wederkerige overeenkomst genoemd. Art. 6:261 lid 1 BW. Art. 6:261 tot en met 6:279 BW
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lisa1258. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.