SOCIALE EN POLITIEKE LEERSTELSELS
Examen: kennisvraag, vergelijkingsvraag, tekstvraag (denker kunnen bij plaatsen), 20 MC met 4 antwoorden (verhoogde cesuur)
Inleiding
Thomas Piketty
● econoom
● ‘Kapitaal en Ideologie’ ⇒ geschiedenis van de politieke ideologieën
Het zijn politieke keuzes die een maatschappij maakt die de ongelijkheid vormgeven
Geschiedenis van ideologieën schrijven houdt altijd een gevaar van presentisme in: het
anachronistisch introduceren van hedendaagse ideeën en zienswijzen in interpretaties van
het verleden
Ideologie
● altijd positieve en negatieve opvattingen die zowel descriptief als normatief zijn
● vormt een geheel van ideeën dat grip probeert te krijgen op de maatschappij zoals
die is (descriptief) en zou moeten zijn (normatief)
● opgebouwd rond bepaalde concepten waarvan de betekenis in de loop van de tijd
kan veranderen
David Scott
● postkoloniale antropoloog
● concept probleemruimte
○ historisch geconstitueerde discursieve ruimte
○ context van argumentatie waarbinnen een geheel van vragen en antwoorden
wordt geformuleerd en waarrond zich een horizon van identificeerbare
conceptuele en ideologisch-politieke belangen vormt
Ideologieën: terug van nooit weggeweest?
Daniel Bell
● Amerikaanse socioloog
● kondigde begin jaren 60 het einde van de ideologieën aan
● ‘The end of ideology: on the exhaustion of political ideas in the fifties’
○ zowel het marxisme en socialisme als het klassieke liberalisme hadden hun
aantrekkingskracht verloren
● vond dat mensen die Grote Depressie van jaren 30 van vorige eeuw hadden meege-
maakt, mensen die stalinisme, fascisme en WO II hadden overleefd, niet meer bereid
waren om zich politiek te engageren in ideeën en ideologieën die extreem leken
● kiezen voor pragmatische politieke houding die perfect paste bij de welvaartsstaat
die in de jaren 50 van de vorige eeuw vorm kreeg meer instrumenteel reformisme ⇒
gebaseerd op compromis, noodzaak, nut en wetenschappelijk objectiviteit
Aan het einde van de 20ste eeuw leken de ideologische conflicten voorgoed voorbij
Als de ideologie en zelfs de geschiedenis tot een einde komen, dan verdwijnt de politiek of
verandert ze in niets meer dan bestuur en beheer
Slavoj Zizek (Sloveense filosoof) zegt dat we in de post politieke situatie zijn terechtgekomen ⇒
situatie waarin oppositionele ideologieën die door verschillende partijen werden belichaamd
en die binnen de democratie om de gunst van de keizers streden, worden vervangen door
een algemene consensus dat het kapitalisme en het vrij functioneren van de markt de basis
van de politiek vormen
1
,De ontrafeling van de middeleeuwse orde (1450-1650)
De Oude Grieken hebben interessante dingen gezegd in de politieke filosofie ⇒
grondleggers van het democratisch gedachtegoed
In Europa gebeuren bepaalde zaken die een enorme inpakt hebben om te werken (15de eeuw)
⇒
Protestantse revolte tegen de katholieke kerk reformatie en contrareformatie
In die interactie met rest van de wereld heeft het weer een grote impact op de maatschappij
⇒ wat nog steeds is black lives matter
Ontstaan van het kapitalisme staat transversaal in al die elementen
Er zijn gedragingen van de mens op economisch vlak die anders werden en die ervoor
zorgden dat de economie zich losmaakte van de Middeleeuwen
Politieke en economische ontwrichting ⇒ niet meer werken om te overleven maar dat we
⇒
produceren om winst te maken voor op de markt markten die dingen verhandelen
Kapitalisme verspreid vanuit Engeland naar continentaal Europa en dan geleidelijk aan naar
de rest van de wereld
Hij verkoopt iets om zelf iets te hebben en zelf iets te doen = subsistentie politiek
Het feit dat mensen hun arbeid moeten verkopen en de vruchten er zelf niet van kunnen
plukken is uitbuiting - Marx
⇒
Impact wetenschappelijke revolutie (1500-1700) intellectuele veranderingen in het denken
Renaissance verwijst in werkelijkheid naar verschillende veranderingen in de politiek,
economie, plaats van het christendom en in het denken over de mens en maatschappij die
een zeer langzame maar onuitwisbare impact hebben gehad op de West-Europese
⇒
maatschappijen later ook op de rest van de wereld
Renaissance
● herontdekking klassieke oudheid
● verwijst naar geleidelijke teloorgang van het feodale systeem
● ontstaan nieuwe economische verhoudingen
● verovering van nieuwe landen en werelddelen door de groei van de scheepvaart
● ontwikkeling van nieuwe wetenschappelijke inzichten
● invoering van kennis uit andere werelddelen
● oude wereldorde werd in vraag gesteld
● vanzelfsprekendheid van de middeleeuwse orde werd in twijfel getrokken
● gaandeweg meer empirisch en toekomstgericht
● geloof in de toekomst van de mens kwam centraal te staan
⇒
● mensbeeld dat niet langer ondergeschikt was aan de macht van de kerk mens als
subject (centrale ankerpunt)
● versterkt menselijk zelfbewustzijn
● drang naar kennis
Italiaanse Renaissance
● nieuwe zienswijze
● moderne levensopvatting
Wetenschappelijke vooruitgang en de geleidelijke emancipatie van de politiek
Leonardo Da Vinci (1452 - 1519)
● kunstenaarsfamilie in Firenze
⇒
● het logische en experimentele het begin van experimenteren
● overgang van een traditie georiënteerde houding naar een meer empirische houding
2
, ● veranderende economische verhoudingen in een verdeeld Italië Mercantilisme ⇒
○ idee dat de koning of de lokale heerser zich moet inzetten om handel te
drijven en die handel moet promoten om de inkomens van het land en van
hemzelf te vergroten
○ belang van geld en hebben van luxe producten ⇒
aan de onderkant van de
maatschappij moest er wel heel hard gewerkt worden
○ tonen hoe machtig de stad is naar de rest van de wereld
● snelle groei van de wetenschappelijke methode
● ontvoogding en secularisering
● al vroeg in de renaissance kwam hij tot inzichten over moderne ideeën (over mens en
maatschappij)
● had een enorme passie die hem bezighield: hoe functioneren dingen? hoe zit de
menselijke aard in elkaar?
● eerste wat de mens kon vastpakken was de rede
● ⇒
mens kijkt naar dingen conclusies uit trekken
● noodzaak van een eengemaakte sterke italiaanse staat was een blijvend politiek
element tot de 2de helft 19de eeuw
● nauwgezette aandacht voor details in de studie van de natuur was een teken van zijn
overtuiging dat die doorgrond kon worden door studie, door het ontdekken van de
kleinste structuren die het groter geheel duidelijk maakten
● geïnteresseerd in de rechtstreekse interpellatie van de natuur
Concentratie van de macht tijdens de Renaissance in Italië lag bij de stadstaten
Steden bloeiden vanaf de 15de eeuw vooral door de handel
Stadstaten werden geleid door de aristocratie ⇒
maar de groeiende klasse van handelaren
met hun nieuwe economische mores wonnen aan macht
Het lenen van geld werd noodzaak en zo werd het beroep van bankier stilaan respectabel
Luxe en het ostentatief tentoonspreiden van rijkdom was een uiting van succes waardoor de
verzuchting naar nog meer luxe een belangrijke drive was voor de bedrijvigheid van de
stadstaten ⇒ handel was een lange tijd onproductief ⇒
werd nog weinig gecreëerd of
geproduceerd ⇒ nog maar weinig producten werden systematisch geproduceerd om
verkocht te worden
Mercantilisme ging ervan uit dat vorst de taak had het inkomen van de natie te ontwikkelen
● steunen op groeiende macht van de handelaars
● door geleidelijke kolonisering toegang kregen tot edele metalen en andere lucratieve
producten
● koning zou de commerciële ontwikkeling van de natie vergroten en zo ook zijn eigen
macht verder uitbouwen
Niccolò Machiavelli (1469 - 1527)
⇒ ⇒
● ‘Il Principe’ politiek handboek hield toen een heel grote vernieuwing in
● brak met de traditionele vorstenspiegels (= normaal schreven bepaalde adviseurs bepaalde werken
voor de koning hoe een koning moest zijn ⇒ ging altijd over een ideaal, niet over de werkelijke maatschappij)
● geïnteresseerd in de feitelijkheid van hoe een maatschappij concreet werd geregeerd
en hoe mensen zich gedroegen ⇒
begon als eerste na te denken hoe mensen zich
gedragen in bepaalde situatie: er zijn individuele verschillen, maar had het over
meerderheid van mensen
3
, ● ⇒
weg van de moraal? verwerpt de moraal als basis voor de politiek
● empirisme = de werkelijkheid zoals hij bestaat
● uitgangspunt: menselijke natuur altijd en overal hetzelfde was
○ menselijke natuur was tegelijkertijd goed en slecht
○ maar politiek ervan uitgaan dat de mens van nature slecht was
● 2 kritieken op de kerk
○ zij heeft door haar slechte gedragingen de religieuze overtuiging ondermijnd
○ wereldlijke macht van de pausen en de politiek waartoe deze macht leidt
houden de eenwording van Italië tegen
● secularisering van de politiek
● secularisering ≠ antireligieus
○ religie was geen probleem voor hem (diep religieus iemand) maar was wel
antiklerikaal
○ vond het beleid van de kerk niet goed
○ religie moest voor hem geen overkoepelende rol spelen in de maatschappij
○ begint over een seculiere manier te denken maar er waren toen nog geen anti
religieuze gevoelens
○ een van de eerste om te zeggen dat religie het cement moest worden om de
mens bij elkaar te brengen in maatschappij ⇒
niet meer drijvende spirituele
kracht maar het is meer een dagdagelijkse manier om de samenhorigheid
tussen de mensen te creëren
● ⇒
“het doel heiligt de middelen” je mag doen wat je wil als je doel voor ogen hebt
● la raison d’état
○ koning mag bedrog plegen, listen gebruiken, dreigen met geweld of het
effectief gebruiken om de stad of de raison d'état in staat te houden
○ als mens spreekt over vrijheid is het iets anders dan wat ze bedoelen als ⇒
⇒
ze spreken over vrijheid spreken ze over zekerheid de staat die zich niet te
veel gaat bemoeien met de burger
● bescherming privaat bezit (inclusief vrouw en kinderen)
○ zekerheid moet samengaan met onaantastbaarheid van privébezit
● ⇒
beter om gevreesd dan bemind te worden of mensen u zullen liefhebben of vrezen
hangt af van zichzelf (vrezen) of van anderen (liefhebben)
● populair Machiavellisme
● politiek en moraal scheiden
○ daardoor secularisering van de politiek mogelijk
○ ook wel aandacht voor cynisme van het politieke leven
○ verantwoordelijkheid van de vorst ten aanzien van God werd opgegeven of
gewoonweg verwaarloosd
● betrouwbaar leger belangrijke voorwaarde voor ieder die macht wilde uitoefenen en
behouden ⇒ pleitte voor oprichten volksleger (= leger dat bereid was te vechten omdat het
iets te verliezen had en geen leger dat bestond uit huurlingen die enkel voor hun beloningen vochten)
● wanneer mensen spraken over vrijheid bedoelen ze eigenlijk zekerheid
○ zekerheid betekende in eerste plaats orde maar vooral de onaantastbaarheid
van het privébezit
○ overtuigd dat een bevolking elk regime tolereerde zolang er maar niet geraakt
werd aan haar eigendom, inclusief vrouwen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur EllaPeeters. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.