Nederlands theorie 1 t/m 4
Theorie 1:
Er kan gevraagd worden naar de betekenis van een woord, maar je hebt ook andere
betekenissen:
1. Waarde. iets heeft een bepaalde waarde voor iemand/is belangrijk voor diegene.
2. Gevolgen. Iets heeft een effect op iets anders.
3. Doel. Iemand wilt bijvoorbeeld waarschuwen voor iets.
4. Teken. Het is een teken of indicatie van iets. Bijv. Waar rook is, is voor -> Daar is rook,
dat betekent daar is vuur.
De hoofdgedachte is de belangrijkste mededeling over het tekst onderwerp van een alinea,
de hoofdgedachte is nooit een vraag. De hoofdvraag is de centrale vraag die de schrijver
stelt over het onderwerp. De hoofdgedachte is dus eigenlijk het antwoord op die centrale
vraag. Om de hoofdgedachte te vinden, moet je eerst het tekst onderwerp weten. De
hoofdgedachte staat vaak in de eerste, laatste of tweede zin.
Theorie 2:
Er zijn drie belangrijke tekstsoorten:
1. Betoog. Je hebt de stelling van een schrijver plus zijn argumenten. Het gaat vaak om
een verschil van mening met andere. Dat moet worden uitgevochten. Het is een vrij
agressieve en subjectieve tekst. De schrijver wilt gelijk hebben.
2. Beschouwing. Hier komen allerlei meningen aan bod. Ook die van de schrijver, maar
zonder dat je het idee krijgt dat je zijn mening moet overnemen, want dan heb je een
betoog. Allerlei aspecten van een verschijnsel worden belicht.
3. Uiteenzetting. Is het best te vergelijken met een handleiding. Een zakelijke en
feitelijke tekst. Het gaat hier niet om het verschil van mening en er worden niet
verschillende inzichten gepresenteerd.
Er kunnen op examen vaak combinaties voorkomen van deze teksten. Vooral van een betoog
en uiteenzetting.
Er zijn verschillende tekstdoelen:
1. Informeren. Je moet kennis opdoen, iets te weten komen.
2. Overtuigen. Hij schrijft om je van zijn mening te overtuigen, jij moet hetzelfde
standpunt als de schrijver krijgen.
3. Activeren/adviseren. Je moet iets wal of niet doen. Je moet zijn advies opvolgen.
4. Amuseren. Je moet om zijn grappen lachen en vermaakt worden.
Hier zijn ook combinaties mogelijk.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rozemarijnalderden. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.