Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Financieel 1 Manager Retail niveau 4 €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Financieel 1 Manager Retail niveau 4

2 revues
 106 vues  10 achats
  • Cours
  • Établissement

In deze samenvatting staan H1 t/m 6 omschreven van het boek financieel 1 door uitgeverij Sarphati. Het gaat in dit boek over resultaten, omzet en voorraad in kengetallen, verkoopprijs berekenen, exploitatiekosten en het break-evenpunt. In deze samenvatting ga ik dieper over deze onderwerpen in, met...

[Montrer plus]

Aperçu 2 sur 10  pages

  • 10 janvier 2022
  • 10
  • 2021/2022
  • Resume

2  revues

review-writer-avatar

Par: gultenn01 • 7 mois de cela

review-writer-avatar

Par: sigridkuttschreutter • 1 année de cela

avatar-seller
Financieel 1 samenvatting
Hoofdstuk 1 introductie
1.1
Indirecte kosten zijn kosten die niet direct in verband staan met een product, zoals de huur van het
gebouw. Benchmarking is het vergelijken van de prestaties van jouw bedrijf met die van andere
bedrijven uit dezelfde bedrijfstak. Fast movings consumer goods (FMCG) zijn producten met een
hoge omzetsnelheid, zoals brood.

1.2
Exploitatiekosten zijn alle kosten die voortkomen in het bedrijf, ze worden ook wel bedrijfskosten
genoemd. Voorbeelden van exploitatiekosten zijn: huur winkelpland, kosten personeel, kosten voor
het houden van voorraad. Afschrijvingskosten zijn de kosten van middelen die je voor het bedrijf
langere tijd gebruikt, zoals een bestelbusje. Afschrijvingskosten verdeel je over de jaren waarin je het
productiemiddel gebruikt.

1.3
Het exploitatieoverzicht geeft een overzicht van alle opbrengsten en alle kosten die een
onderneming in een bepaalde periode heeft gemaakt. De inkoopwaarde van de omzet (IWO) is het
totaalbedrag waarvoor je de verkochte artikelen hebt ingekocht. Een exploitatieoverzicht kun je ook
gebruiken voor verbeterplannen. Het economisch resultaat is het resultaat van de onderneming
nadat de gewerkte uren van de ondernemer verwerkt is in de cijfers. Het break-evenpunt is het punt
waarop je geen winst of verlies maakt. De veiligheidsmarge geeft aan hoeveel je boven het break-
evenpunt zit.

1.4
Op een balans staan de bezittingen en de schulden van een onderneming op een bepaald moment.
Op de debetzijde staan de bezittingen of activa van een onderneming. Op de creditzijde staan de
schulden of passiva van een onderneming. Aan de linkerkant staan je bezittingen en aan de
rechterkant staat hoe je die hebt gefinancierd. Zo heb je de vaste- en vlottende acitiva aan de
linkerkant en aan de rechterkant eigen vermogen, langlopende schulden en de kortlopende
schulden. Een balans is een momentopname, een exploitatieoverzicht gaat over een periode.



Hoofdstuk 2 resultaten
2.1
De omzet is de totale opbrengst van de verkochte producten exclusief btw. De verkoopprijs is de
prijs exclusief btw. De btw is de belasting over de toegevoegde waarde en heet officieel de
omzetbelasting. Het hoge btw tarief is 21% en geldt over de meeste producten. Het lage btw tarief
geldt voor noodzakelijke producten zoals voeding en is 9%. De consumentenprijs is de verkoopprijs
inclusief btw. De omzet die daarbij hoort heet de consumentenomzet. Dat is dus de omzet inclusief
btw. De inkoopfactuurprijs is de inkoopprijs inclusief btw. De inkoopwaarde van de omzet (IWO) is

, wat je hebt uitgegeven aan de inkoop van de artikelen die zijn verkocht. Je kan de IWO uitrekenen op
productniveau of voor de hele voorraad. De inkoopwaarde van de omzet druk je altijd uit in euro’s.
Om de IWO uit te rekenen van de hele voorraad heb je de beginvoorraad, inkopen en eindvoorraad
nodig. De IWO is altijd exclusief btw. Inventariseren is het tellen en registreren van de hele
handelsvoorraad. De brutowinst kan je berekenen als je de omzet en de IWO weet. Als je ook alle
kosten weet, kan je de nettowinst berekenen. De nettowinst of – verlies is het bedrag dat overblijft
als je de inkoopwaarde en alle kosten aftrekt van de omzet.

2.2
De brutowinstmarge is het procentuele verschil tussen de inkoopprijs en de verkoopprijs. Dit getal
geeft aan welk percentage van de omzet overblijft nadat je de IWO er aftrekt. De brutowinstopslag is
het percentage dat een retailer optelt bij de inkoopprijs van de producten om de verkoopprijs te
berekenen. Dus inkoopprijs + brutowinstopslag = verkoopprijs. Als je gebruikmaakt van een
brutowinstopslag en rekening houdt met de btw, dan bereken je de theoretische consumentenprijs.

2.3
Het brutowinstpercentage kan je als percentage van de inkoop of van de omzet uitdrukken. Je kan
met het brutowinstpercentage en met de omzet de IWO uitrekenen. De IWO stel je dan op 100%.
Stel dat het brutowinstmarge 60% is, dan is de omzet 160% en de IWO 100%. Dus dan kan je of
omzet – brutowinst doen of de omzet : 160 x 100. Dit alles geldt ook voor de omzet, dan moet je de
omzet dus op 100% stellen. Als je de IWO en de brutowinst wilt berekenen moet je rekeningen
houden met tussentijdse veranderende inkoopprijzen.

2.4
De nettowinst kan je vergroten door de omzet te verhogen, de kosten te verlagen of door de IWO te
verlagen. Meer omzet betekent dus niet per se meer nettowinst.

2.5
Het bedrijfsresultaat is het bedrag dat een bedrijf overhoudt nadat alle kosten van de omzet zijn
afgetrokken.

2.6
Het economisch resultaat van de onderneming is het bedrijfsresultaat min een redelijke vergoeding
voor de inzet van tijd en geld van de ondernemer. De ondernemer rekent het gewaardeerd loon uit.
Dat is het bedrag dat de eigenaar zelf minimaal wilt ontvangen voor het werk wat hij doet. Het
bedrijfsresultaat min het gewaardeerd loon is dan het rendement op het eigen vermogen. Het
gewaardeerde interest is het geld dat je als rente zou krijgen als je het vermogen wat je in de zaak
had gestopt, op een spaarrekening had gezet. De gewaardeerde interest neem je niet op als
kostenpost bij de berekening van het bedrijfsresultaat. Het economisch resultaat is het resultaat wat
je krijgt als je van het rendement eigen vermogen ook nog het gewaardeerde interest afhaalt.
Incidentele opbrengsten zijn opbrengsten die een ondernemer niet elk jaar heeft zoals subsidie en
rentebaten van spaargeld. Incidentele kosten zijn kosten die een onderneming niet elk jaar heeft
zoals navorderingen van btw en sociale premies.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur daniquegravekamp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

70840 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99  10x  vendu
  • (2)
  Ajouter