DEEL GEDRAGSSTOORNISSEN
GES: les 1 pioniers klinische
ortho
Pioniers/voorlopers
1. Voor WO1
AUGUST AICHHORN (1878-1949)
= Opvoeder/psychoanalist, niet in spreekkamer maar in voorziening met ‘delinquente kinderen’
De groep als therapeutisch instrument
Groepssetting/groepsbenadering (In groep was tegen de tucht, het gezag)
Therapeutisch milieu = leefklimaat
Belang van inzichten in de psychoanalyse voor opvoeding
Analyse van het symptoom
kijken naar wat onder bepaalde problematieken schuilging maar ook wat er wel goed loopt
PERSOON achter het gedrag (talenten, krachten, sterktegericht werken)
Wederkerige beïnvloeding
Groepsindeling wordt bepaald door de dynamiek en de integratiekracht van de groep
Onderliggende betekenis vh gedrag
Vrije gemeenschap
Niet teveel dwingen, niet teveel regels. Werkt averechts, meer verzet, macht in vraag
Uitdagen om regels te overtreden reactie op autoriteit, dus OPEN/VRIJE gemeenschap
Dagelijkse conflicten, hier/nu: opvoedkundig doel (conflicten worden gebruikt om uit te
leren/leermoment). Uit dynamieken uit de groep opvoedkundig aan de slag gaan
Belang vd positieve geest van de opvoeder
Nood aan positieve mensen op de dienst goesting heeft veel invloed op het klimaat
Maaltijden als poort tot genegenheid
Eten is belangrijk bij opvoeding, basisbehoeften moeten vervuld worden
ANTON SEMENOVIC MAKARENKO (1888-1939)
Marxistische ideologie
Tijden van de Russische revolutie: na revolutie een tijd van armoede/moeilijke tijden
goed opgevoede kinderen vertonen probleemgedrag, want geen uitzicht meer.
, Gaat werken in groepen/collectiviteiten (bv. Gorki kolonie: zeer gestructureerd met commandant,
maar ook luisteren, ervaringsgericht werken voor zinvol arbeid)
SPANNING samen dingen doen <-> manier van uitwisselen om gelijkheid te creëren
Werkt realiteit-gestuurd: kinderen laten samenwerken om een spoorlijn te leggen
(samen werken)
Belang van zinvolle arbeid, reële verantwoordelijkheid in de maatschappij & ontwikkeling van
mogelijkheden (nuttige dingen leren/doen)
Collectiviteit:
Opvoeding door de groep
Discipline
Verantwoordelijkheid gedragen door de groep (militaire orde, iedereen draagt bij)
De groep limiteert en organiseert de persoonlijke vrijheid
Kinderen die hij opvoed hebben een goede basis (verschil met AICHHORN waarbij de
kinderen geen ‘goede’ opvoeding gehad hebben). (Trauma’s uit oorlogen, …)
‘Gewone’ opvoeding
Kinderen opvoeden als gewone kinderen (nieuw)
Opvoeding reëel en politiek: politieke visie gaf structuur
" De dialectiek van de pedagogische actie is zo groot dat geen enkel middel een positief
effect kan hebben als niet meteen en tegelijkertijd een hele reeks andere middelen in
werking worden gezet (…). Op zich kan elk middel goed of slecht zijn. Het bepalende
element is echter niet de geïsoleerde actie ervan maar die van een geheel van middelen
die harmonieus georganiseerd zijn." Meebeslissen
Holisme: het geheel van belang, volledige persoonsontwikkeling
1. NA WO II
Bowlby (hechtingstheorie), Winnicott, en Anna Freud
Opvang van geëvacueerde kinderen (gevluchte kinderen, kinderen uit vertrouwde omgeving gehaald)
Integratie als persoon in ‘good enough environment’ (men probeerde een omgeving te creëren waarin
het verlies van moeder/vader gecompenseerd werd)
Combinatie van helende, voedende en onderwijskundige taken (omgevingen integratief aanbieden,
verschillende aspecten niet uit elkaar halen, aandacht nodig voor alle)
De groep kan als therapeutisch middel ‘planned environment therapy’ (veilige omgeving met structuur
om kinderen tot spreken te laten komen na trauma’s, afweermechanismen proberen tegengaan)
Transitionele ruimte van ervaring (‘beertje’ die brug vormt tussen geborgenheid en exploreren van de
wereld rust/geborgenheid bieden aan kinderen door goede omgeving. Omgeving kan functie innemen om
kinderen geborgenheid te bieden.)
Grensgebied tussen de subjectieve ervaring van de interne psychische wereld (verlies) en de realiteit
van de buitenwereld kinderen en jongeren instaat stellen veiligheid te ervaren (maar men kan niet altijd in
‘perfecte’ wereld blijven)
‘Derde ruimte’ of ‘Illusionair gebied’
,DONALD WOODS WINNICOT (1896-1971)
VERSCHIL: Freud, Nikan leggen nadruk op onbewuste (hij zegt te focussen op gedrag hier en nu)
Invloed van omgeving op ontwikkeling van het ‘Ik’ (voorloper ego-psychologie) (ook Anna Freud)
Kind groeit in interactie met omgeving (waardoor ze eigen persoonlijkheid ontwikkelen
ook bij kinderen met gedragsproblemen maar hebben soms problemen met ‘ik’ of een ‘vals ik’
creëren (vals imago, ego) stoer voordoen maar bang zijn.
Veel kinderen met gedragsproblemen hebben verkeerd ‘ik’/imago (zodat ze niet moeten voelen
wat ze werkelijk zijn)
Verwachtingen van omgeving kunnen aanleiding geven tot ontwikkeling van een ‘vals zelf’
Creatie van transitionele ruimte en object (de moeder als belangrijke spilfiguur)
Defensietechnieken: vermijden van problemen, cognitieve processen om emotionele pijn niet te
moeten voelen (belangrijk voor psychoanalyse)
BRUNO BETTELHEIM (1903-1990)
Psychoanalist
Heeft zelf een jaar in een daghulp gezeten overdreven macht/autoriteit (invloed denken!)
Autisme is oorzaak van ‘koelkastmoeders’
Kinderen kan je niet behandelen met regels, macht, … dwang werkt niet!
De groep, omgeving en milieu als belangrijk onderdeel van de behandeling
Kinderen die het moeilijk hebben uit slecht milieu halen, weg van slechte moeder
Probeert onbewuste tendensen bewust te maken door geplande omgeving te creëren
omgeving wordt voorspelbaar
FRITZ REDL (1902-1988) –DAVID WINEMAN
(leerling van Aichhorn)
Instelling voor kinderen met gedragsproblemen behandeling van het agressieve kind
Defensietechnieken te doorbreken kinderen inzicht geven in waarom ze bepaald gedrag stellen
(NU: nog steeds ‘life space …’)
Wineman: psychotherapie en milieutherapie
Ego-psychologie (hier en nu) van het verwaarloosde kind
o Defensiemechanismen van ego doorbreken
o Projectie van bepaalde agressie tegen opvoeders (bepaalde gedragspatronen + hoe erop in spelen?
Bepaalde interventies voor kinderen inzicht te geven
o Kinderen leren om niet te doen wat ze intuïtief zouden doen (agressie)
Belang van totaal behandelingsplan
o Proberen om ego te versterken, ego onder woorden proberen brengen, de vinger leggen op waar men
het moeilijk mee heeft) (alle aspecten, geen deeltjes)
o Beschrijving gedragspatronen (zie cursus) manieren om met kinderen gesprek
o HIER EN NU Is belangrijk men vertrekt vanuit het heden
Belang van programmatie en planning
o Veilige omgeving/klimaat, ontspanning door gewoonten en rituelen
o Rol van de opvoeder is belangrijk, methodische aanpak
, Betere methodieken, geduld (symptoomtolerantie), een team (idee van beginselped. nu nog)
JACOBUS KOK (1929)
Belangrijke pedagoog in Nederlanden!
Structopatische kinderen kinderen die nood hebben aan structuur (anders “ziek” worden)
Specifiek opvoeden (inspelen op het gedrag die kinderen stellen waar heeft het kind nood aan?)
Beïnvloed door
Fenomenologisch (Langeveld)
o Proberen door te dringen tot kern werkelijkheid door uitingsvormen goed te beschrijven,
proberen zoeken wat er ACHTER gedrag zit, wat VRAAGT het kind
Humanistisch (Rogers)
o Het potentieel om te groeien/om goed op te voeden
o zelfrealisatie = basisbehoefte (reactie op psychoanalyse/gedragstherapie)
Welke behandeling zou hier passen? Wat ‘vraagt’ dit kind van mij?
Drie types vraagstelling:
1. Bevrijdend (losmaking, exploreren)
2. Structurerend
3. Affectief en structurerend (ook liefde, bevestiging)
(Be)handelingstypes voor opvoeders (hoe moet je hier nu op reageren?)
Drie assen:
1. Affectieve (gevoel, emotie)
2. Cognitieve (rede)
3. Connatieve (de wil/motivatie)
Taxonomie van wat kinderen nodig hebben als assen verbonden worden
Drie graadsstrategieën:
1. 1e graad: (leef)klimaat
o Goede omgeving/klimaat nodig om groei mogelijk te maken (moeilijk om te
meten nu proberen om het leefklimaat ‘te meten’)
o Behoeften om te groeien: autonomie, onafhankelijkheid, competentie
2. 2e graad: groep (groepsgerichte ondernemingen, groepsindeling in leefgroep)
3. 3e graad: individu
WILHELM TER HORST (1929)
Herstel van het gewone leven
Voorloper ‘herstelbeweging’): hoe kunnen we het gewone leven herstellen?
Met dagdagelijkse activiteiten, samen leuke dingen doen op bv kamp, rituelen.
Beïnvloed door:
Kohnstamm (belangrijk om mensen te ondersteunen bij persoonsontwikkeling)
Buber (ik en jij, interacties tussen mensen)
Moor (ortho is pedagogisch handelen, medische ‘heil’pedagogiek)