Psychopedagogiek = een samentrekking van de woorden psychologie en
pedagogiek.
1.1. Psychologie
Gevoelens Freüd (psychoanalyticus)
Psychologie
Gesprekken Psycholoog
Mentale gezondheid
Intuïtieve mensenkennis = in elk van ons schuilt een psycholoog.
ð We proberen ons een idee te vormen over anderen.
ð We proberen ons een idee te vormen over onszelf.
ð We proberen de gedachten van iemand te achterhalen.
ð We proberen gedrag te voorspellen.
Mensenkennis = het inzicht in eigen gedrag en dat van anderen dat gebaseerd
is op toevallige en persoonlijke omstandigheden.
Mensenkennis is daardoor vaag, inconsistent, normatief en onkritisch.
Normatief = gekleurd vanuit het idee van hoe het zou moeten zijn (aftoetsen
aan de geldende norm)
Eind 19de – begin 20ste eeuw:
- Dualistisch mensbeeld: geest (motor) en lichaam (uitvoerende machine)
o Daarom concentreerden de eerste psychologen zich voornamelijk
op de geest.
ð Lichaam was ondergeschikt aan de geest.
Enkele decennia later:
- Focus op waarneembaar gedrag (behaviorisme)
o Gedragsleer
ð Objectiviteit nodig, dus meer richten op het waarneembare (geest was
de black box die je niet kon doordringen.
Vanaf 1950:
- Gedrag én geest
ð Toch weer meer aandacht voor het mentale, waarbij men keek naar het
gedrag om mentale processen te achterhalen die aan de grondslag liggen
van het gedrag.
Psychologie = de wetenschappelijke studie waarbij het gedrag bestudeerd
wordt en waarbij die gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne
processen te begrijpen die aan dat gedrag ten grondslag liggen.
Psychologie = wetenschap
ð Systematisch
o Gebruik makend van wetenschappelijke onderzoekmethodes.
ð Objectief
o Het resultaat van het onderzoek mag niet afhangen van een
persoonlijke voorkeur.
ð Controleerbaar
o In elk stadium van het onderzoek moet men kunnen nagaan of de
bevinden wel kloppen met de realiteit.
2
,Evolutie en definiëring van het begrip “gedrag”
Gedrag =
ð Handelen
ð Al dan niet meetbaar
ð Alleen bij levende organismen
ð Gecontroleerd door het bewustzijn
ð = een handeling die je kunt zien of horen bij een kleuter.
Gedragingen kunnen we dus omschrijven als activiteiten die gecontroleerd
worden door het bewustzijn.
Definiëring van het begrip “bewustzijn”
Bewustzijn =
ð Het momentane besef van externe of interne stimuli
ð Het besef van gebeurtenissen in onze mentale ruimte
(= hersenen)
4 bewustzijnstoestanden
Bewuste Voorbewuste Niet-bewuste Onbewuste
gebeurtenissen gebeurtenissen gebeurtenissen gebeurtenissen
Ik schrijf, ik zit Herinneringen (die je Bloedsomloop, Dromen
op mijn stoel,… kan ophalen uit je spijsvertering,… ð Je bent er
langetermijngeheugen) onbewust mee
bezig.
Bewuste gebeurtenissen = externe of interne stimuli waar een persoon zich op
het moment bewust van is.
Voorbewuste gebeurtenissen = gedachten en herinneringen waar we op een
bepaald moment niet aan denken, maar die we gemakkelijk uit ons
langetermijngeheugen in het bewustzijn kunnen roepen.
Niet-bewuste gebeurtenissen = processen die door hun aard nooit in het
bewustzijn geroepen kunnen worden.
Onbewuste gebeurtenissen = deze liggen tussen het niet-bewuste en het
voorbewuste. Dit zijn processen en gebeurtenissen die niet gemakkelijk in het
bewustzijn geroepen kunnen worden, maar ze beïnvloeden wel de werking van
het bewustzijn (vb. psychoanalyse van Freud).
3
, Wetenschappelijke psychologie
Vb. onderzoek naar ADHD / dyslexie
Beschrijven Verklaren
ð Kenmerken van ADHD / ð Oorzaken van ADHD / dyslexie
dyslexie beschrijven onderzoeken (erfelijk,
problemen tijdens de
zwangerschap, complicaties bij
de geboorte,…)
Voorspellen Beïnvloeden
ð Welke kenmerken zien we bij ð Wat kunnen we doen om de
jonge kinderen die later de symptomen van ADHD /
diagnose van ADHD of dyslexie dyslexie te beperken? (op
krijgen? (overbeweeglijkheid, school, thuis, medicatie)
moeilijk concentreren,
taalproblemen)
Beschrijven = vooraleer vragen kunnen worden beantwoord, moet een
fenomeen nauwkeurig worden beschreven. (Wat gebeurt er? Hoe dikwijls)
Verklaren = nadat een fenomeen nauwkeurig werd beschreven, probeert men
de oorzaak (de gedragsdeterminant die het gedrag bepaalt) ervan te
ontdekken. (Waarom stelt hij/zij dit gedrag? Hoe komt dit?)
Voorspellen = als de psycholoog de oorzaak van een fenomeen kent, weet hij
dat de gevolgen zich zullen herhalen als de oorzaak nog eens optreedt. (Is er
een samenhang tussen de gegevens? Kunnen het ene voorspellen door het
andere?)
Beïnvloeden = op basis van diepgaande kennis van het menselijk gedrag, kan
men mensen begeleiden naar verandering (vb. therapie)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fien2709. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.