Taalkundige ontwikkeling 1.2
1. Hoofdstuk 1: Inleiding
2. Hoofdstuk 2: Ontwikkelingsdoelen
2.1 Inleiding
functies van taal:
- de communicatieve functie: mensen communiceren met elkaar m.b.v.
taal.
- De begripsvormende functie: taal helpt om gedachten weer te geven, in
taal worden begrippen gevormd.
- De expressieve functie: de expressieve functie van taal komt tot uiting als
we expressieve gedachten, meningen, gevoelens en emoties uiten.
Taalfuncties bij kleuters zijn van groot belang om efficiënt en volwaardig te
functioneren in de samenleving.
Ontwikkelingsdoelen = minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden
en attitudes die de onderwijsoverheid wenselijk acht voor een bepaalde
leerlingpopulatie.
De ontwikkelingsdoelen zijn onderverdeeld in vijf leergebieden:
1. Lichamelijke opvoeding
2. Muzische vorming
3. Nederlands
4. Wereldoriëntatie
5. Wiskunde initiatie
Communicatieve en begripsvormende functie = ontwikkelingsdoelen Nederlands
Expressieve functie = ontwikkelingsdoelen muzische vorming
2.2 Ontwikkelingsdoelen Nederlands
1. Nederlands luisteren
1.1 de kleuters kunnen een mondelinge boodschap, eventueel ondersteund door gebaar,
mimiek met betrekking tot een concrete situatie begrijpen
1.2 de kleuters kunnen voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen
1.3 de kleuters kunnen een mondelinge, voor hen bestemde boodschap, ondersteund door
beeld en/of geluid, begrijpen
1.4 de kleuters kunnen door de kleuteronderwijzer gegeven opdrachten, met betrekking tot
activiteiten in de klas of op school, begrijpen
1.5 de kleuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen
1.6 de kleuters kunnen de bereidheid vertonen om naar elkaar te luisteren en om zich in te
leven in een boodschap
,2. Nederlands spreken
2.1 de kleuters kunnen een voor hen bestemde mededeling en/of verhaal zo
(her)formuleren, dat de inhoud ervan herkenbaar overkomt
2.2 de kleuters kunnen spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of
over wat ze van anderen vernamen
2.3 de kleuters kunnen spreken over gevoelens als blijheid, angst, verdriet, verwondering
2.4 de kleuters kunnen uitleggen hoe zij in een activiteit van plan zijn te werken of hoe zij
werkten
2.5 de kleuters kunnen iemand of iets beschrijven volgens kleur, vorm, grootte of een
specifieke eigenschap
2.6 de kleuters kunnen antwoorden op gerichte vragen in verband met betekenis, inhoud,
bedoeling, mening ... in concrete situaties
2.7 de kleuters kunnen in een gesprek met een eenvoudige maar relevante vraag of met
commentaar reageren
2.8 de kleuters kunnen zelf vragen stellen aan anderen die de door hen gewenste informatie
leveren
2.9 de kleuters kunnen de hulp of medewerking van anderen inroepen
2.10 de kleuters kunnen zich inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties en vanuit
eigen verbeelding/beleving hierop inspelen.
2.11 de kleuters hanteren bij het realiseren van de hierboven genoemde
ontwikkelingsdoelen zoveel mogelijk standaard-Nederlands ondersteund door volwassenen
2.12 de kleuters zijn bereid om eigen gevoelens en verlangens op een persoonlijke manier uit
te drukken
2.13 de kleuters beleven plezier in het gebruiken van taal en het spelen met taal in concrete
situaties
3. Nederlands lezen
3.1 de kleuters kunnen aan de hand van visueel materiaal een boodschap herscheppen
3.2 de kleuters kunnen door symbolen voorgestelde boodschappen in verband met concrete
activiteiten begrijpen
3.3 de kleuters kunnen op materialen, in boeken, op uithangborden lettertekens
onderscheiden van andere tekens
3.4 de kleuters zijn bereid spontaan en zelfstandig voor hen bestemde boeken en andere
info-bronnen in te kijken
4. Nederlands schrijven
4.1 de kleuters kunnen een ervaring, een verhaal weergeven door middel van visueel
materiaal
, 4.2 de kleuters kunnen met hulp van volwassenen, eigen boodschappen door middel van
symbolen vastleggen en kenbaar maken
4.3 de kleuters kunnen onvolledige eenvoudige beelden aanvullen
5. Nederlands taalbeschouwing
5.1 De kleuters kunnen duidelijke vormen van mondelinge communicatie herkennen
5.2 Zij beseffen dat boodschappen visueel kunnen worden bewaard en daardoor opnieuw
kunnen worden opgeroepen
5.3 Zij beseffen dat mensen door middel van het schrift boodschappen kunnen vastleggen.
5.4 Zij beseffen dat bepaalde symbolen (pictogrammen, lettertekens, ...) dienen om
boodschappen over te dragen
5.5 Zij stellen zich vragen bij en reflecteren over taal en taalgebruik in concrete situaties:
- discrimineren van klanken, woorden;
- ritmische aspecten van taal, rijmen;
- intonatie en mimiek in relatie tot gevoelens, boodschap
2.3 Ontwikkelingsdoelen ‘Muzische Vorming’
3. Muzische vorming - Drama
3.1 de kleuters kunnen eigen belevenissen, ervaringen, gedachten, gevoelens, handelingen
verwoorden
3.2 de kleuters kunnen zich inleven in personages en dingen uit de omgeving en deze
uitbeelden
3.3 de kleuters kunnen met een creatief stem- en taalgebruik expressief reageren en
belevenissen uitbeelden
3.4 de kleuters kunnen ervaren dat de juiste verhouding tussen woord en beweging de
expressie kan vergroten
3.5 de kleuters kunnen genieten van een gevarieerd aanbod van hedendaagse en klassieke
kinderliteratuur, en voor hen bestemde culturele activiteiten
2.4 Opzet van de cursus ‘Taalkundige ontwikkeling 1.2 ‘