Dit document is een volledige samenvatting van de leerstof psychologie en psychomotoriek die te kennen is voor het examen. Het bevat alle hoorcolleges gegeven door meneer M. Roelands en mevrouw I. Bolckmans.
Tijdens de hoorcolleges heb ik veel notities gemaakt. Deze heb ik in deze samenvatting to...
De psychologie, een wetenschap, is gekenmerkt door:
- Systematische wijze waarop kennis wordt opgebouwd - Correlatie is geen causaliteit
- Herhaalbaarheid - Empirische toetsing
- Rede en logica - Occam’s scheermes
- Extreme claims vereisen extreem bewijs - Falsifiëren
Waarom is pseudowetenschap zo populair?
- Mensen hebben de neiging orde te willen creëren uit chaos
• Wereld willen begrijpen om deze dan te controleren; dit beschermt tegen angst
Bv. heeft pseudowetenschap te maken met de wil ons te beschermen tegen angst?
- Apophenia
• Patronen opmerken en daarin betekenissen zien die er niet zijn
- Pareidolia/patternicity
• Betekenisvolle waarnemingen zien in betekenisloze stimuli
- Motivatie tot geloven
• Terror managemant theory
Welke denkfouten worden hierbij gemaakt?
- Emotional reasoning fallacy:
• Je door je gevoelens laten leiden voor het evalueren van een bewering
- Bandwagon fallacy:
• Omdat weel mensen het geloven, geloof je dat het wel waar moet zijn
5 kritische vragen bij nieuwe ideeën
1) Wat is de bron?
• Is de bron deskundig in het vakgebied? Heeft die persoon feitelijke kennis over dit idee/conclusie?
• Heeft de desbetreffende persoon iets te winnen?
2) Is de bewerking redelijk of extreem?
• Wees sceptisch voor beweringen die zich presenteren als ‘revolutionair’ of ‘doorbraak’. Is dit marketting of
wetenschap?
3) Wat is het bewijsmateriaal?
• ‘Voor buitengewone beweringen is buitengewoon bewijs nodig’ – Carl Sagan
• Kijk goed naar het bewijs, hoe is dit vergaard, uitgewerkt en beschreven
4) Kan de conclusie door een vooroordeel zijn beïnvloed?
• Emotionele bias: neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en gevoelens i.p.v. op rationele
analyse van het bewijsmateriaal
• Conformation bias: neiging info die niet bij je opvatting aansluit te negeren of te bekritiseren en info te
zoeken waar je het wel mee eens bent
5) Worden er denkfouten gemaakt?
• Vb. Zwart-wit denken, generaliseren, magisch denken
,Kenmerken van pseudowetenschappelijke therapie
- Negatieve resultaten worden verklaard door gebruik van verklaringen achteraf
- Afwezigheid van zelfkritiek en zelfcorrectie
- Ontwijken van het herzien van de gebruikte methoden door andere deskundigen: geen peer-review
- De voorkeur om de nadruk te leggen op bevestiging van hypotheses i.p.v. deze te weerleggen
- Weinig samenhang met andere disciplines
- Overmatig vertrouwen in uitkomsten van gevalstudies
- Gebruik van onduidelijk en onnodig technisch taalgebruik. Begrippen worden niet of vaag gedefinieerd
- Afwezigheid van grenscondities. Uitspraken lijken altijd geldig
- Negatieve resultaten kunnen enkel aan de hand van een groter geheel van aannames verklaard worden
Gevaren van pseudowetenschappelijke therapie
- Directe schade
- “Opportunity cost”: iets geven dat niet werkt en hiermee iets ontzeggen dat wel werkt
Bewustzijn
1. Inleiding
1.1 Historisch
- Cognitieve psychologie stelt:
• Bewustzijn en aandacht zijn 2 verschillende fenomenen
Ø Niet aandachtig en onbewust: zombie-gedrag
® Bv. met de auto naar huis rijden op weg die je altijd doet
Ø Niet aandachtig en bewust: pop-out
® Bv. object dat eruit springt
Ø Aandachtig en onbewust: inattentional blindness
® Bv. iets niet zien omdat je gefocust bent op iets anders
Ø Aandachtig en bewust: werkgeheugen
2. Meten van bewustzijn
2.1 Neuropsychologisch
- Neural correlates of consiousness NCC:
• Er bestaan specifieke processen in de hersenen die correleren met bewustzijnstoestanden
- Het cerebellum of kleine hersenen zijn NIET betrokken bij bewustzijn
3. Niveaus van bewustzijn
3.1 Coma
- Ogen toe
- Soms reflexieve reacties
- Ontbreken van slaap-waak cyclus
- Soms ondersteuning nodig voor ademhaling
- Duurt langer dan bewusteloosheid (>1u), maar van relatieve korte duur (meestal < 3 dagen, soms enkele
weken)
3.2 Vegetatieve staat
- Ogen geopend
- Afwisselend slaap-waak
- Autonome functies bewaard: meestal zelfstandig ademhalen
- Geen tekenen van bewustzijn
- Hersenstam meestal gespaard
- Soms ook permanente vegetatieve staat genoemd ⟹ na 12 maanden bij trauma
, 3.3 Minimale bewustzijnstoestand
- Primaire inconsistente tekenen van bewustzijn
- Emotioneel gedrag
- Volgen van objecten met ogen
3.4 Locked-in syndroom
- Soms ook pseudocoma genoemd
- Volledige verlamming als gevolg van hersenstamtrauma
- Soms mogelijk om ogen te openen/bewegen
- Sensaties zijn volledig intact; volledig bewustzijn
- Soms herstel van controle over vingers, tenen of hoofd
3.5 Slaap
- Periode van gereduceerde activiteit
- Typische houding: neerliggen en ogen toe
- Verminderde respons op externe prikkels
- Toestand die gemakkelijk kan omgekeerd worden
3.6 Dagdromen
- Aandacht verschuift van onmiddellijke situatie naar herinneringen, verwachtingen, verlangens of
fantasieën
- 30% van doorwaakte uren ⟹ veelvoorkomend
- Frequentie en intensiteit nemen af met leeftijd
- Creatief inzicht, problemen oplossen maar ook herinneringen uitwissen
- Waarom dromen we? En dit is ook waarom het belangrijk is dat een cliënt voldoende slaapt.
• Cognitieve theorie:
Ø Geheugenconsolidatie tijdens REM-slaap – vastleggen van geheugeninhoud
• Psychoanalyse:
Ø Dromen bestaan om onaanvaardbare en onbewuste wensen en noden te vervullen
4. Bewuste bewustzijnsveranderingen
4.1 Hypnose
- Opzettelijk veranderde bewustzijnstoestand die wordt gekenmerkt door toegenomen beïnvloedbaarheid
en meestal diepe ontspanning
4.2 Meditatie
- Veranderd bewustzijn opgeroepen door concentratie op terugkerend gedrag; aannemen van bepaalde
houdingen, zich afsluiten voor bepaalde stimuli
4.3 Psychoactieve stoffen
- Psychoactieve stoffen =
• Chemische stoffen die mentale processen en gedrag beïnvloeden doordat ze een bepaald effect
hebben op het zenuwstelsel
a. Hallucionogenen
• = Verandert de perceptie van zowel de externe omgeving als innerlijke wereld
• Heeft bewustzijnsverruimend effect
• Voorbeelden:
Ø LSD
Ø Cannabis
b. Opiaten
• = Pijnstillende middelen
• Leiden tot sufheid en verdoving
• Voorbeelden:
Ø Morfine
Ø Heroïne
, c. Anxiolytica
• = Kalmerende middelen
• Remmen psychische en lichamelijke activiteit af doordat ze het transport van zenuwimpulsen in het
centrale zenuwstelsel belemmeren
• Voorbeelden:
Ø Alcohol
Ø Barbituraten (slaapmiddelen)
d. Stimulerende middelen
• = Verhogen activiteitsniveau door afgifte van dopamine en noradraline te verhogen
• Stimuleren cognitieve functies, zoals aandacht, concentratie en zelfcontrole
• Voorbeelden:
Ø Cocaïne
Ø Cafeïne
Ø Amfetamine
Hallucinogenen Opiaten Anxiolytica Stimulerende middelen
Verandert de perceptie Pijnstillende middelen Remmen psychische en Verhogen
van zowel de externe lichamelijke activiteit af activiteitsniveau door
omgeving als innerlijke doordat ze het transport afgifte van dopamine en
wereld van zenuwimpulsen in noradraline te verhogen
het centrale zenuw-
stelsel belemmeren
Bewustzijnsverruimend Leiden tot sufheid en Kalmerende middelen Stimuleren cognitieve
verdoving functies
1. Wat is aandacht?
- Visie vanuit infomatieverwerkingstheorie:
• Mensen zijn informatie verwerkende wezens
• Er is een massieve parallelle (gelijktijdige) en continue input van zintuiglijke info
• De verwerkingsmogelijkheden zijn gelimiteerd en niet in staat om alles te verwerken
• Er bestaan mechanismen om de info te filteren, selecteren, blokkeren of onderdrukken
• Aandacht is een manier om massieve gelijktijdige input om te zetten in een gelimiteerde, seriële input die
kan verwerkt worden.
- Mens heeft een beperkte capaciteit voor mentaal werk
- Selectieve aandacht =
• Vermogen om zich te richten op bepaalde kenmerken van de omgeving met uitsluiting van andere
- Hoe gebeurt die selectie, op basis van wat?
2. Selectieve aandacht
2.1 Filteren
a. Dichotische luistertaak
• 2 verschillende boodschappen, 1 in elk oor
• 1 schaduwen, 1 negeren
• 1 oor: geattendeerde boodschap = aandacht
• Ander oor: niet-geattendeerde boodschap = geen aandacht
• Wat kan waargenomen worden in het niet-geattendeerde oor?
Ø Aanwezigheid van stem
Ø Verandering in stemhoogte
Ø Veranderde stem in een toon
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lieselotteopdebeeck1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €14,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.