Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Begrippenlijst (uitgewerkt) Groepsdynamica (Johnson & Johnson) €2,99   Ajouter au panier

Autre

Begrippenlijst (uitgewerkt) Groepsdynamica (Johnson & Johnson)

 37 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Uitgewerkte begrippen van Groepsdynamica (Johnson & Johnson), Basisboek Psychologie (Rigter), de Brede basis van het sociaal werk en artikelen van onder andere Remmerswaal. Per begrip de definitie, paginanummer en het boek waarin het te vinden is. Op alfabetische volgorde. Handig icm. de geüpl...

[Montrer plus]

Aperçu 2 sur 5  pages

  • 12 janvier 2022
  • 5
  • 2021/2022
  • Autre
  • Inconnu
avatar-seller
Begrippenlijst Groepsdynamica: (ook op GD 193-300)

Altruïsme: verrichten van handeling ten gunste van ander, zonder daar zelf enig belang/voordeel bij te hebben. PS 447
Altruïstisch straffen: groepslid straffen om de groep als geheel ten goede te komen, door collectieve samenwerking af te
dwingen. PS 448
Arbitrage: door neutrale derde partij bepaalde bindende regeling voor conflict. Bemiddeling. GD 232
Autoriteit: legitieme macht die bij bepaalde positie hoort. GD 98
Belangenconflict: doelgerichte activiteiten individu A verhinderen/ blokkeren/ verstoren doelgerichte acties individue B. GD
203
Blended hulpverlening: combi van face-to-face &online hulpverlening. ON
Cognitieve dissonantie: aanwezigheid 2 denkwijzen die met elkaar in strijd zijn. Cognitieve dissonantietheorie stelt dat
cognitieve dissonantie als onaangenaam wordt ervaren & dat we deze willen reduceren. Zie dissonantiereductie. GD 163
Collectief gedrag: spontane, atypische acties. GD 132
Collectieve verantwoordelijkheid: als leden van groep gezamenlijk verantwoordelijk worden gehouden & bestraft worden
voor gedrag van 1 groepslid. Hogere mate van interdependentie hangt samen met grotere collectieve verantwoordelijkheid.
GD 49
Community of practice: groep mensen met gemeenschappelijk probleem/belang/passie, die kennis, inzichten & ervaringen
uitwisselen. Zie sociale leerprocessen binnen Communities of Practice Wenger. Functie: mensen stimuleren ervaringen uit te
wisselen & die te integreren om tot gedeelde en/of nieuwe handelingsperspectieven te komen. BB 242
Complementaire interactie: vertonen aanvullend communicatief gedrag tussen personen. GD 76
Conflict-negatieve groep: die tegenstellingen uit de weg gaat/ onderdrukt & op destructieve manier omgaat met conflicten
die zich wel voordoen. GD 201
Conflict-positieve groep: waarin tegenstellingen aangemoedigd worden & op constructieve wijze worden gehanteerd. GD
201
Conformiteit: gedragsveranderingen (die bestaan uit inschikkelijkheid & innerlijke acceptatie) als gevolg van
groepsinvloeden. GD 130
Conformisme: sociale invloed waarbij individuen hun houdingen/ gedrag veranderen door ‘aan te haken’ bij bestaande
sociale normen. Meestal handig. PS 423
Connectiviteit: iedere burger is op beweeglijk knooppunt van uiteenlopende relaties & is door reeks aan overlappende
netwerken verbonden met anderen & andere netwerken. BB 232
Controverse: conflict waarin verschillende partijen oog hebben voor elkaars ideeën & ernaar streven om onderling eens te
worden. GD 177
Constructief machtsgebruik: macht die gebruikt wordt om effectiviteit van groep te vergroten, die in teken van
gemeenschappelijk belang staat & met instemming van andere groepsleden plaatsvindt. GD 114
Contacttheorie: stelt dat contacten tussen leden van verschillende groepen ertoe leiden dat positieve relaties tot stand
komen & aantal stereotypen & vooroordelen vermindert. Onder 6 condities GD 227-229
Convergentietheorie: verklaring collectief gedrag. Gaat ervanuit dat massagedrag de samenkomst van mensen met
overeenkomstige behoeften, wensen, motieven & emoties representeert. GD 133
CORE: strategieën die minder machtigen gebruiken om bestaande situatie te veranderen. Acroniem. Coöperatief &
inschikkelijk (+ conformisme, vleierij & bescheidenheid – sympathie winnen – beloond worden), Oorzaken groepssucces aan
zichzelf toeschrijven, Reactie van verzet (herovering vrijheid & controle), Evalueren meer-machtigen negatief (gevoelens
van antipathie koesteren & tot uiting brengen. Onderschatten positieve intenties & zien hen als concurrenten). GD 127-128
Creativiteit: proces waarmee iets nieuws tot stand wordt gebracht. Van belang in groepen om problemen op te lossen.
Proces dat bestaat uit overlappende fasen. GD 189-190
Culturalisering: culturele achtergrond van individu wordt gebruikt om al zijn gedachten & gedragingen te verklaren. GD 246
De-individualiseringstheorie: verklaring collectief gedrag. Stelt dat mensen gevoel kunnen hebben dat zij opgaan in de
groep & persoonlijke identiteit verliezen, waardoor innerlijke remmingen verminderen. GD 134
De-individuatie: opgaan in de menigte. Proces waarbij individuele identiteit verloren gaat door schijnbare anonimiteit
waarin je bent. PS 430
Defensieve communicatie: gebruiken we wanneer we bedreigd voelen/ gevaar anticiperen. GD 81
Defensieve vermijding: piekeren over & uitstellen van, rationaliseren/ ontkennen van verantwoordelijkheid voor keuzes.
Belemmerende factor groepsbesluiten. GD 160
Denkkader: raamwerk dat manier waarop je info ordent bepaalt. Deze ordening geeft houvast om bijv te bepalen hoe je in
situatie kunt handelen. GD 289
Denkhoedenmethode: techniek om samen tot juist besluit te komen. Vanuit 6 verschillende perspectieven kijken naar
vraagstelling/probleem. GD 190-191
Destructief machtsgebruik: macht die meer het eigenbelang dient/ anderen dwingt te doen wat zij niet willen. GD 114
Discriminatie: ongelijk behandelen, achterstellen/ uitsluiten van mensen op basis van (persoonlijke) kenmerken. Bijv
afkomst, sekse, huidskleur, seksuele voorkeur, leeftijd, religie, handicap. PS 442

, Dissonantiereductie: verminderen tegenstrijdigheid door wenselijkheid van gekozen mogelijkheid te vergroten & die van
alternatieven te verkleinen. Belemmerende factor groepsbesluiten. GD 163-164
Doeldilemma: dilemma waarbij men zowel tot voor zichzelf gunstig akkoord wil komen, als niet zo eenzijdig wil zijn dat
ander het zal afwijzen. Hoort bij 6e kenmerk van onderhandeling. GD 213
Dominante respons: eerste opvatting van meerderheid van groepsleden. Belemmerende factor groepsbesluiten. GD 158
Dyade: groep van 2 personen. PS 418
Dynamische interdependentietheorie: gaat ervan uit dat groepsleden invloed op elkaar uitoefenen die voortdurend aan
verandering onderhevig is. GD 116
Educatie: activiteit van organisatie dan wel persoon die doelbewust het leren van anderen wil bevorderen. BB 213
Effectieve communicatie: als ontvangers boodschap op dezelfde wijze interpreteren als zender bedoelde. GD 69
Effectieve groep: waarvan leden samenwerken om gemeenschappelijke doelen te bereiken. Onderkennen dat zij hun
doelen alleen kunnen bereiken als ook andere leden hun doelen realiseren. GD 19
Eigenschappentheorie (macht): aanname dat onze aangeboren eigenschappen verklaren waarom we zijn wat we zijn, hoe
we zo geworden zijn & waarom we zo blijven. GD 118
Equilibriumtheorie Bales: observatiesysteem dat communicatiepatronen tussen groepsleden onderzoekt, gebaseerd op
uitgangspunt dat effectieve groepen het evenwicht moeten bewaren tussen taak- & sociaal-emotionele aspecten. GD 74
Frustratie-agressieproces: beschrijft dat individuen die door persoonlijke beperkingen/ externe factoren niet ins taat zijn
om hun doel te bereiken, gevoelens van agressie kunnen ervaren. GD 205
Gesloten groep: tegenovergestelde van open groep. PS 420
Groep: - minimaal 3 personen waartussen interactie plaatsvindt, en waar een autonoom groepsproces op gang kan komen.
BB 182
- verzameling van 2/meer personen die met elkaar omgaan omdat ze zich met elkaar identificeren of een gezamenlijk doel
hebben. PS 418
- 7 verschillende. GD 7-8
Groepsbesluit: besluit waarmee groepsleden het eens zijn. GD 140
Groepscohesie: geheel van krachten dat ervoor zorgt dat teamleden bij de groep (willen) blijven. Hoe groter de cohesie,
hoe sterker de groepsnormen. PS 424
Groepscommunicatie: als groepslid boodschap stuurt naar 1/meer leden met bewuste intentie om gedrag van ontvangers
te beïnvloeden. GD 68
Groepsdynamica: Kurt Lewin. ‘Vaste’ ontwikkelingen in een groep. Zie Model of Group development.
Groepsdynamisch ontwikkelingsmodel Tuckman: 1 van de 4 bouwstenen van methodisch referentiekader voor
groepsgerichte activering. Aandacht voor uitdagingen. Crisis tussen elke 2 fasen BB 239-241
Groepseffectiviteit: mate waarin inspanningen van groep bijdragen aan realisatie van beoogde doel van die inspanningen.
GD 11
Groepspolarisatie: neiging groepen om besluiten te nemen die extremer zijn dan wat groepsleden aanvankelijk voor ogen
stond. GD 144
Groepswerk: om (ped)agogische omgeving voor deelnemers te creëren waarin groep als geheel & individuen zich kunnen
ontwikkelen. BB 182
Heuristiek: vaak ingezet bij besluitvorming. intuïtieve oplossingsstrategie waarmee snel & efficiënt beslissingen kunnen
worden genomen. Beschikbaarheids-, anker-, reprensiviteits-. GD 155
Homogeniteitsvertekening: we zien leden van outgroup als meer homogeen, eigen groepsleden als meer heterogeen. PS
439
In-groep: groep waarmee persoon zich als lid identificeert. Persoon ontleent hier sociale identiteit aan. PS 418
Inclusief werken: relatiedimensie. Betrokkenheid en samenwerking bij jou, cliënt en diens omgeving. Werken vanuit het
moreel en maatschappelijk ideaal van ‘iedereen telt mee’ en ‘iedereen doet mee’, vanuit mensbeeld vanuit
gelijkwaardigheid en burgerschap. Jij als supporter en mogelijkmaker. Dialoog (en trialoog) op basis van erkenning voor
waarde van ieders inbreng, betekenisgeving, kennis en ervaring. Inclusie belichamen. BB 203
Inclusiegericht werken: handelingsdimensie. Vertalen inclusieprincipes naar concrete praktijken, gericht op mogelijkheden
in samenleving. Op basis van gewenste kvl (cliënt en zijn naasten), en daarvan afgeleide doelen. Zie kwartiermaken.
Inzetten voor rechten cliënt. Werken aan inclusie. BB 203
Informeel leren: nadruk op cognitieve aspecten en op leren als emotioneel & sociaal proces. Actieve rol voor lerende &
actieve betrokkenheid bij eigen leerproces (door verbinding van deze aspecten ws effectiever en doelgerichter). Proces van
leren uit ervaring in alledaagse situaties (vaak in betekenisvolle sociale contexten), met processen van
identiteitsontwikkeling. BB 216-217
Informele groep: kleine groepen mensen die regelmatig samenkomen om bepaald doel na te streven/ liefhebberij uit te
oefenen. Vaak geen institutioneel kader. Met gestructureerde informaliteit (tussen vrijblijvend & verplichtend in). Peer
group. BB 230-231
Ingroup bias: neiging om eigen groep voor te trekken & als beter te beoordelen. PS 438
Integrale kwaliteitszorg: vorm van kwaliteitszorg. Kenmerken: klantgerichtheid, vorming, training & ontwikkeling effectieve

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anouk20011604. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77764 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter