Dit is mijn samenvatting, deze zou normaalgezien alle leerstof van dit semester moeten bevatten. Het is gebaseerd op de powerpoint en ook het handboek werd er bijgehaald voor verduidelijking!
Hoofdstuk 1: “De plaats van de criminologie binnen de wetenschappen”
❖ Inleiding
Een definitie van ‘wetenschap’ waarover elke wetenschapper het eens is bestaat niet. Toch is er een
consensusdefinitie van de kenmerken:
1. Streven naar kennis:
Men wilt samenhangende feiten en patronen in de werkelijkheid ontdekken
en weergeven in de vorm van een theorie.
2. Empirisch karakter:
De uitspraken zijn gebaseerd op waarnemingen (uit eerste/tweede hand)
3. Systematische benadering:
Het onderzoek moet toetsbaar of testbaar zijn
❖ Taxonomieën van wetenschappelijke disciplines
Er bestaan twee grote groepen:
🡪 Formele wetenschappen vb. logica, wiskunde, …
Men komt tot stellingen via basisformules (axioma’s) & logische afleiding (deductie)
🡪 Ervaringswetenschappen/feitwetenschappen
Men onderzoekt hoe de werkelijkheid in elkaar zit op basis van inductie en empirie
De ervaringswetenschappen kunnen we verder opdelen in twee groepen:
a. Exacte of natuurlijke wetenschappen vb. fysica, chemie, biologie, …
b. Sociale of culturele wetenschappen vb. economie, sociologie, politieke wetenschappen, …
Er bestaan ook andere indelingen: - natuur-, gedrags- en cultuurwetenschappen.
- zuivere (alleen kennis) en toegepaste wetenschappen
… maar er is veel kritiek omdat er geen vaste grenzen zijn en er is een toenemende tendens
naar interdisciplinariteit, ‘kruisbestuiving’ is mogelijk
❖ Criminologie blijft in hoofdzaak een multidisciplinaire objectwetenschap
Objectwetenschap = er is een materieel voorwerp (eigen object) maar geen formeel
voorwerp (eigen methodologie).
=> maar er is veel discussie: is er wel een eenduidig object?
gevolg: men streeft naar criminaliteitsspecifieke verklaringen (rationele keuzebenadering)
Criminaliteit als een soort synthesewetenschap: verschillende disciplines samen
1
, ❖ De invloedrijkste wetenschappelijke paradigma’s binnen de criminologie
‘Paradigma’ = gedeelde opvatting door een groep wetenschappers over
- wat wetenschap is
- voorwaarden van wetenschappelijke theorie
- op welke manier wetenschap bedreven dient te worden
- ideeën over sociale structuren in de werkelijkheid en die rol spelen in
het leven van de mensen
‘Ontologie’ = zijnsleer, bestaansleer, welke dingen zijn er
1. Empirisch-analytische benadering
= dominante benadering uit de 19e eeuw die is ontleend aan natuurwetenschappen en
waarbij rationeel denken gecombineerd wordt met empirisch denken
- klemtoon op meten van zaken die men direct kan waarnemen
- toepassen van de natuurwetenschappelijke methoden (niet exclusief → multimethodologie)
- kwantitatieve methoden en techniek uit gegroeid
- nastreven van waardevrijheid: derde-persoonsperspectief
→ kijken, observeren en reflecteren zonder participatie
→ reproduceerbaarheid en intersubjectiviteit als maatstaf!
wat is intersubjectiviteit?
Bijleveld: de observatie van onderzoeker A mag niet leiden tot andere gegevens bij observatie
van onderzoeker B over dezelfde situatie
° standaardisatie van onderzoekssituatie
° openbaarheid van regels
° repliceerbaar en rationeel
° geen intern tegenstrijdige conclusies
2. Interpretatieve benadering
= benadering uit de tweede helft van de 19e eeuw die geworteld is in hermeneutiek en
fenomenologie (beide beginnen met concrete waarnemingen en halen de achtergronden
van verschijnselen naar boven) maar ook in het symbolisch interactionisme (hoe?)
- belevingsonderzoek (first person)→ kwalitatieve methoden
- waardeverheldering, streven naar idiografische kennis
- uitgaan van verschillen
2
, 3. Kritisch-emancipatoire benadering
= geworteld in structuralisme, marxisme en conflicttheorie, gekenmerkt door
maatschappelijk engagement (bevrijding van onderdrukking)
- wetenschap kritisch en maatschappijkritisch
- geen waardevrijheid, sterk maatschappelijk engagement
- mixed methods onderzoek: voordelen van verschillende benaderingen combineren
Postulaat = centrale thesis die een fundamenteel inzicht bezorgt en die men behoudt totdat er
tegenbewijs wordt gevonden (falsifieerbaar)
Dogma = stelling wordt nooit in vraag gesteld, blijft behouden ondanks tegenbewijs
De factoren van het ideaal van betrouwbaar bewijs:
a. streng gecontroleerde observatie en experiment
b. formuleren van de resultaten in een ondubbelzinnige taal
c. resultaten met elkaar verbinden in algemene wetten, die in theorieën worden veralgemeend
❖ Drie grote problemen bij de zoektocht naar betrouwbare kennis
1. waarneming & observatie
verworven gegevens kunnen fout zijn om allerlei redenen zoals meetinstrumenten
vb. measurement theory en measurement error
3
, 2. taal
er is vaak dubbelzinnigheid bij gebruik van termen
vb. wat is angst voor criminaliteit?
3. wetmatigheden & theorieën
men moet alle belangrijke stukjes optellen en onderzoeken
❖ Wetenschappelijk of rationeel denken in de empirisch-analytisch traditie?
We gebruiken de term rationeel denken in plaats van wetenschappelijk denken:
⇒ K-rationaliteit (kennis/epistemisch)
hoe verwerf ik betrouwbare kennis?
betrouwbare kennis heeft gradueel karakter (van 0% - 100%)
⇒ D-rationaliteit (doe/instrumenteel)
hoe handel ik rationeel efficiënt in functie van mijn wetenschappelijke doelstellingen?
bij strafrechtelijk beleid, criminaliteitspreventie en ethiek
Ordinaire verklaringen Rationele verklaringen
geen restricties over waarom-vragen en waarom-vragen moet duidelijk geformuleerd
betrouwbaarheid zijn en data moet controleerbaar zijn
onduidelijk en onhelder geformuleerd duidelijk
hele reeks feiten aantal welbepaalde aspecten
nauwelijks accuraatheid en diepte accuraatheid en diepte met wetmatig karakter
‘fallibilisme’ = kennis is feilbaar, men kan fout zijn, wetenschap is nooit af
❖ De plaats van de criminologie op de wetenschapsladder
‘black box’ (= samenleving) die wordt opengedaan bij problemen om zo te kijken naar individuen.
→ reductie, micro-foundations
Wetenschapsladder van Putman (1978)
zeven niveaus met toenemende complexiteit op elk niveau
0 - geen fysisch niveau
→ opmerking 1: criminologie ⇒ abstracte wetenschapsniveaus (hoge niveaus)
hoe hoger, hoe lager de K- en D-rationaliteit
→ opmerking 2: complexe fenomenen meten is vaak moeilijk
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentecrimi. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.