Vragen: Deel 2
Geschiedenis
Vragen: Deel 2
Homo erectus:
Het is Latijn voor 'rechtopgaande mens' is een uitgestorven mensensoort die van 2 miljoen tot
140.000 jaar geleden leefde. Deze soort leefde hoofdzakelijk na Homo habilis, maar het is niet
uitgesloten dat beide soorten gedurende een zekere periode tijdgenoten van elkaar waren en een
onbekende gemeenschappelijke voorouder hebben.
De eerste fossielen die werden toegewezen aan Homo erectus omvatten onder meer een
schedeldak, een tand en een dijbeen. Deze mensachtige resten werden tussen 1889 en 1893 door de
Nederlandse paleontoloog Eugène Dubois op Java (Indonesië) ontdekt. Zij staan bekend als de
'Javamens'.
Het hersenvolume van Homo erectus evolueerde van 850 cc tot 1100 cc. Deze toename in
hersenvolume ging gelijk op met een toename in lichaamslengte. De schedel wordt gekenmerkt door
opvallend dikke beenderen. Het frontale vlak van het schedeldak is schuin en laag, in tegenstelling
tot het rechte en hoge voorhoofd bij Homo sapiens. De neusopening, die groter is dan bij de
moderne mens, is lichtjes naar voor geplaatst, wat suggereert dat bij Homo erectus voor het eerst de
neus uit het gezicht steekt zoals bij latere mensensoorten ook het geval zal zijn. De onderkaak is
massief en zwaar gebouwd met relatief grote tanden. De kin ontbreekt. De lengte van Homo erectus
wordt geschat op 1,8 m (63 kg) voor mannelijke individuen en 1,55 m (52 kg) voor vrouwelijke
individuen. Aan de bouw van de heup en de heupgewrichten is te zien dat Homo erectus een
uitstekende renner moet zijn geweest.
Homo erectus wordt beschouwd als de eerste mensensoort die het Afrikaanse continent heeft
verlaten. Men gaat er tevens van uit dat het gebruik en de beheersing van het vuur aanwezig was bij
Homo erectus. Het gebruik van vuur wordt beschouwd als een van de cruciale vereisten die migratie
mogelijk maakten.
Homo sapiens:
Mensen (Homo sapiens) zijn intelligente primaten die gekenmerkt worden door hun rechtopstaande
houding en tweevoetige voortbeweging, hun fijne handvaardigheid en gebruik van werktuigen, hun
complex taalgebruik en uiterst geavanceerde en georganiseerde samenlevingen. De mens is de enige
nog bestaande vertegenwoordiger van het geslacht Homo en maakt samen met chimpansees,
gorilla's en orang-oetans deel uit van de familie Hominidae (mensachtigen). De moderne mens
ontstond ongeveer 300.000 jaar geleden in Afrika. Het evolutionaire succes van de mens wordt
verklaard door onder meer het grotere brein met een goed ontwikkelde prefrontale cortex en
temporale kwabben, die nodig zijn voor abstract redeneren, taalverwerving, probleemoplossing,
evenals de ontwikkeling van socialiteit en cultuur. Mensen gebruiken werktuigen vaker en effectiever
dan welk ander dier dan ook: het zijn de enige levende wezens die vuur beheersen, voedsel
bereiden, zichzelf kleden en tal van technologieën en kunst kunnen vervaardigen.
Het geslacht Homo is enkele miljoenen jaren geleden ontstaan in Afrika. Samen met de chimpansees
vormt het geslacht Homo een evolutionaire tak binnen de Hominidae (mensachtigen) uit de orde
primaten. De moderne mens, met name de ondersoort Homo sapiens sapiens, verspreidde zich over
alle continenten en grotere eilanden van de wereld in een periode die ongeveer 150.000 jaar geleden
begon.
1
, Vragen: Deel 2
Een mens behoort tot de gewervelden en beschikt onder meer over twee benen, twee armen en een
hoofd. Het geraamte van de mens is inwendig. Voorziening van de cellen van het menselijk lichaam
van de juiste voedingsstoffen geschiedt door een apart stelsel, de bloedsomloop, dat wordt
'aangedreven' door het hart. Via de longen wordt het bloed voorzien van zuurstof, en via de maag en
darmen van andere noodzakelijke stoffen. Afvoer van afvalstoffen vindt plaats door deze vanuit het
bloed door de nieren samen met water af te scheiden via de blaas, en door niet door de darmen
opgenomen stoffen af te voeren via de endeldarm.
Biologisch gezien bestaan er naar moderne inzichten binnen de soort Homo sapiens geen rassen en
algemeen gelden dergelijke indelingen in de wetenschap als verouderd. De genetische verschillen
binnen de soort zijn gerelateerd aan klimatologische aanpassingen. Een blanke huidskleur is
bijvoorbeeld een voordelige aanpassing bij het weinige zonlicht in het noorden, dat tot gebrek aan
vitamine D leidde (in de tropen is een lichte huid juist in het nadeel).
Lucy in the Sky with Diamonds:
is een nummer van The Beatles dat verscheen op het album Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band.
Het nummer is geschreven door John Lennon, met hulp van Paul McCartney. De intro van Lucy in the
Sky with Diamonds is misschien wel een van de bekendste intro's. De intro is gespeeld op een Lowrey
DSO Heritage Deluxe-orgel. Dit orgel met ingebouwde lesliespeaker, chorus en reverb zorgde voor de
wazige psychedelische sfeer. Anno 2009 zijn er wereldwijd nog maar enkele Lowry Heritage-orgels te
vinden. Volgens sommigen zouden de initialen (Lucy - Sky - Diamonds) in de titel een referentie zijn
aan de drug lsd, waarmee The Beatles, en met hen vele andere artiesten, experimenteerden. Hoewel
zowel John Lennon als George Martin dit idee hebben ontkend en bespot, weigerde de BBC de song
uit te zenden. Paul McCartney heeft wél verschillende keren gezegd dat het lied over lsd gaat.
Lucy:
In Tanzania en Kenia waren sinds het eind van de jaren vijftig belangrijke vondsten van mensachtigen
gedaan in het systeem van de Grote Slenk. Op 24 november 1974, tegen het middaguur, werd door
Johanson, vergezeld door graduate student Tom Gray, een doorbraak bereikt toen specimen AL 288-
1 ontdekt werd. Johanson zag gedurende een wandeling op Locatie 162 een arm aan het
woestijnoppervlak liggen en meteen trof men ernaast meerdere botten aan. Het ging om een voor
een fossiele mensachtige uitzonderlijk volledig skelet met schedel, waarvan men op grond van de
geringe lengte en de bekkenvorm vermoedde dat het een jongvolwassen vrouw betrof. Het
exemplaar, dat een van de beroemdste vondsten in de paleoantropologie zou worden, kreeg de
bijnaam Lucy, naar Lucy in the Sky with Diamonds, een bekend nummer van The Beatles dat op de
avond van de ontdekking op de bandrecorder werd gedraaid. Lucy is wellicht om het leven gekomen
door een val uit een hoge boom, maar het is ook gesteld dat een aardverschuiving of aanval door een
roofdier waarschijnlijker oorzaken waren.
In 1995 werd geopperd dat het wellicht een man betrof, een "Lucifer", wegens een te smal bekken,
maar dat bleek in 1996 een normale omvang te hebben voor een vrouw van die grootte. Lucy had het
bekken van een rechtop lopend dier en haar taxon was daarmee in 1974 de oudst bekende
tweevoetige fossiele hominide. Daarbij was Lucy het meest volledige skelet van een australopitheek
dat toen bekend was. Meer complete skeletten van fossiele mensachtigen werden in 1974 alleen
vertegenwoordigd door slechts vijfenzeventigduizend jaar oude neanderthalers.
2