Hoe dichter soorten bij elkaar staan
→ hoe nauwer verbonden
• Bacteriën → variatie in
ribosomen groot
• Eukaryoten → planten,
dieren en schimmels
• Archeae
Eukaryoten opgesplitst in 7
supergroepen
Archaeplastida = plants and algal
relatives
*behalve planten, dieren en fungi
allemaal Protista
1.5 ONDERSCHEID PLANT VS. ANDERE LEVENDE ORGANISMEN
NIVEAU VAN ASSIMILATIE: OPBOUW VAN CHEMISCHE STOFFEN
Assimilatie = van kleinere moleculen grotere maken
Fotosynthese: 6 CO2 + 6H2O → C6H12O6 (glucose) + 6O2
*Via fotosynthese & mbv chlorofyl → eenvoudige anorganische grondstoffen en minerale
elementen omzetten naar eigen complexe organische structuren
Planten = autotroof ( met zuurstof )
,Fungi(schimmels) & Dieren = heterotroof ( zonder zuurstof )
Cyanobacteria → doet aan fotosynthese met productie van O2 enig fylum binnen Bacteria
NIVEAU VAN GROEI:
Open groeisysteem → planten blijven groeien → meristemen blijven actief tot dood plant (vorming
nieuwe delen)
UITZ: heterotrofe planten
- klein warkruid → parasiterend op bv. heidesoorten
- Bremraap → parasiterd op bv. Fabaceae
Mens/dier → stopt met groeien en aantal onderdelen ligt vast ( vb altijd 2 armen )
NIVEAU VAN DE CELBOUW:
Planten Dieren
• Centrale vacuole • Meestal geen vacuoles in cytoplasma
• Bezit van plastiden (Chloroplasten, • Celmembraan ( zonder cellulose -> slap
amyloplasten, leucoplasten,…) )
• Celwand ( met cellulose )
Overgang ontwikkelingsfasen → bepaald door uitwendige omstandigheden (temperatuur, daglengte)
Senescentie = verouderingsverschijnselen
Synchronisatie tss ontwikkelingscyclus en groeiseizoen (seizoenen)
Levenscyclus eindigt met het vormen van nieuwe zaden
NIVEAU VERMENIGVULDIGING:
Planten vermenigvuldigen meestal geslachtelijk
Soms niet, dan via rhizomen, stekken, bollen, knollen, …
Nakomeling genetisch identiek aan moederplant
→ dierlijke vermenigvuldiging
NIVEAU AANPASSINGSVERMOGEN: ADAPTATIEVERMOGEN
Planten zitten in de grond → niet verplaatsen bij ongunstige groeiomstandigheden (droogte)
Adaptatie zéér uitgesproken
Wel aanpassen aan omgeving mits voldoende tijd → bv. T, watertekort, zoutovermaat,…
, ONDERSCHEID TUSSEN PLANTEN EN ANDERE GROEPEN
→ niet altijd duidelijk
Typische kenmerken ontbreken:
- Heteretroof
- Chlorofyl afwezig
Parasieten: zitten met wortel op andere plant, niet in de grond → nemen daar suiker weg
1.6 DIVERSITEIT BINNEN DE PLANTEN
1.6.1 SYSTEMATIEK
Classificatie = afbakenen en rangschikken in hiërarchische groepen van alle planten
Taxonomie = deel van plantensystematiek die planten benoemd
Taxa = namen voor hiërarchische soorten
Klasseren = op basis van gelijkenissen en verwantschappen
Fylogenie = evolutionaire soort
Synapomorfie = een gemeenschappelijk kenmerk dat alle
leden van taxon hebben, geërfd van laatste
gemeenschappelijke voorouder
Homologe structuren eenzelfde oorsprong , niet altijd dezelfde
functie (vb arm mens, vleugel vogel)
Divergente evolutie: evolutie van verschillen in
een taxonomische groep die tot soortvorming
leidt
Convergente evolutie: evolutie van dezelfde
eigenschap bij niet duidelijk verwante
taxonomische groepen
Primitieve en afgeleide kenmerken Primitieve kenmerken = lang geleden ontstaan
en nu nog waarneembaar zijn
Afgeleide kenmerken = recent tot stand
gekomen → wijst op meer recentere
voorganger
Anatomische, morfologische en fysiologische Kijken naar opbouw, functioneren van het
kenmerken organisme
→ plant vaak te herkennen aan de bloem
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fienvandevyver. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.