PSYCHOLOGISCHE
MODELLEN
Slides + notities
3DE BACHELOR ORTHOPEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN
ACADEMIEJAAR: 2020-2021
,Les 1: Inleiding
INLEIDING
EMPIRICALLY SUPPORTED TREATMENTS (EST’s) – EMPIRISCH ONDERSTEUNDE BEHANDELINGEN
Sinds 1993 is er een verhoogde aandacht voor EST’s
Eerst voor volwassenen, nadien ook voor kinderen
Ook wel ‘empirically validated treatments (EVTs)’ genoemd
Men vond het belangrijk dat er empirische evidentie bestond voor de behandelingen die men
hanteerde.
- In de VS werden lijsten gepubliceerd met effectieve behandelingen
· Daar zijn nog heel wat mensen privé verzekerd (duur), maar de verzekeraars betaalden enkel
terug als bewezen was dat de behandeling werkt. Die trend is overgewaaid naar ons. Als een
behandeling niet op die lijsten stond, werd ze niet terugbetaald.
Op zich kan je dit alleen maar toejuichen. Toch zijn er bedenkingen.
Sommige (kortdurende) vormen van therapie laten zich beter onderzoeken dan andere, dit geeft een
vertekend beeld.
- Onderzoekers gaan sneller een kortdurende therapie onderzoeken.
De EST-beweging ging aanvankelijk voorbij aan meer universele aspecten van het therapeutisch proces
die wellicht nog van groter belang zijn, bv. de therapeutische relatiefactoren.
THERAPEUTISCHE RELATIEFACTOREN
Therapeutische relatiefactoren
De relatie met en de competentie van de therapeut verklaren 30% van de variantie in het
behandelingsresultaat bij volwassenen, tegenover 15% die verklaard wordt door specifieke
therapeutische technieken (Lambert & Barley, 2001).
Belangrijkste factoren die een succes verklaren:
- Consensus over het doel en samenwerking
- Therapeutische alliantie
- Cohesie bij groepstherapie
- Empathie van de therapeut
Men vond deze conclusie ook bij kinderen en adolescenten:
Meta-analyse door Karver et al. (2006)
Sterk gerelateerd aan therapieresultaat:
- Therapeutische relatie met kind/jongere
- Beïnvloedingsvaardigheden van de therapeut
Matig gerelateerd aan therapieresultaat:
- Interpersoonlijke vaardigheden van de therapeut
- Bereidheid van de ouders om te participeren in de behandeling
- Bereidheid van kind/jongere om te participeren in de behandeling
- De mate van participatie van de cliënt
2
,Les 1: Inleiding
- De mate van participatie van de ouders
Maar, niet iedereen is daar van overtuigd.
Het is niet omdat er een correlatie is, dat we ook kunnen spreken van causaliteit. Het is nog altijd niet
geweten of therapieën slagen omwille van gemeenschappelijke of specifieke factoren, of door beiden.
Moeilijk om te onderzoeken, je kan niet vragen om een slechte therapie uit te oefenen.
Men denkt wel dat het belang van het therapeutisch model overschat wordt. Er zijn ook andere
factoren.
MODERNISME
Het modernisme en postmodernisme hebben een grote impact gehad op de psychotherapie.
FRANCIS BACON
Modernistische ideeën groeiden uit de Verlichting en kunnen teruggevoerd worden tot Francis Bacon.
Francis Bacon:
- Kennis is het creëren van een ‘happy match between the mind of man and the nature of things’.
- Hiërarchie in de wetenschappen met als hoogste diegene die universele waarheden produceert.
- Weg van contemplatie van de geest, benadrukken van observaties die verworven worden door
ervaringen.
Hij legde de basis voor positivistische en wetenschappelijke attitude
Werd hierin o.m. gevolgd door Newton die benadrukte dat alleen proefneming kan oordelen over
waarheid of leugen.
POSITIVISME
Epistemologie van de conventionele natuurwetenschappen
Assumptie dat er één te kennen wereld bestaat met universele wetten die door systematische studie
kunnen worden ontdekt, onafhankelijk van de menselijke ervaring.
Menselijke percepties zijn een waarheidsgetrouwe reflectie van de wereld zoals hij is
Taal is representationeel, wetenschappelijke rapporten zijn daarom een accurate weergave van de
wereld zoals hij is.
ENKELE KERNPUNTEN
De nadruk op empirische kennis in samenhang met de mogelijkheid om universele waarheden te
ontdekken werd geacht uiteindelijk te leiden tot de onderwerping van de natuur en de ontdekking van
wetten die alle fenomenen bepalen, inbegrepen het menselijk gedrag en denken.
- Zou ook leiden tot een betere wereld
De reductionistische beweging om sociale, culturele en psychologische fenomenen te herleiden tot hun
makkelijkst te kwantificeren onderdelen werd vlot aanvaard door de nieuwe wetenschap van de
psychologie die zich los begon te maken van de filosofie op het einde van de 19 e eeuw.
3
, Les 1: Inleiding
William James beschouwde psychologie nog als reflectief in aard en methodologie, maar Wilhelm
Wundt, de ‘echte vader van de experimentele psychologie’, institutionaliseerde de nieuwe wetenschap
in zijn labo.
Psychologie begon te wedijveren met fysica en scheikunde in hun respectievelijke methodologieën.
Behaviorisme werd het meest prominente theoretische model in de eerste helft van de 20 e eeuw.
Verwerping van Freud’s notie van het onbewuste en reduceerde de complexiteit van de menselijke
interactie tot de objectieve studie van gedrag ‘wat het organisme doet of zegt’.
POSTMODERNISME
POSTMODERNISTISCHE TEGENBEWEGING
Postmodernistische tegenbeweging:
I.t.t. wat werd vooropgesteld, leidde modernisme tot een wereld die bedreigd wordt door nucleaire
holocaust, milieurampen, economische ongelijkheid en politieke onrechtvaardigheid.
Postmodernisme is een brede culturele transformatie die ontstond als antwoord op het falen van het
modernisme in het waarmaken van zijn beloften.
Verwerpt de modernistische visie dat één theorie exclusief aanspraak kan maken op de waarheid.
POLKINGHORNE (1992)
Polkinghorne benadrukt 4 thema’s die geassocieerd zijn met het postmodernisme:
Foundationlessness
Fragmentarism
Constructivism
Neo-pragmatism
A. Foundationlessness
We zien de wereld niet zoals hij is. We voegen betekenis toe aan onze waarnemingen, er is geen kennis
die vrij is van onze vooronderstellingen.
Kennis is tijd- en contextgebonden en zonder absoluut fundament dat voor iedereen hetzelfde is.
De fundamentele gegevens van de sociale wetenschappen zijn opvattingen, intenties, plannen,
doelstellingen, etc. die allemaal blootgesteld zijn aan diverse interpretaties.
B. Fragmentarisme
Er zijn geen principes en wetten die de menselijke ervaring verenigen, over alle contexten heen
Focus op het unieke, het lokale, het individuele, het specifieke
Taal is niet neutraal
C. Constructivisme
4