Les 3: wervelzuil danneels
Wat hebben we al bekeken:
- Functioneren van de rug en wat hierbij belangrijk is
- Hoe de lage rug osteo-articulair, naar spieren, naar fascia is opgebouwd
- Sensori-motorische controle: in-en output waarbij spieren de centrale rol spelen, wat kan er
allemaal verkeerd gaan in de spier
1. Aanvulling op vorige delen
Studie Hodges et al 2015
- Onderzoek bij schapen, letsel aangebracht en schapen gedurende aantal maanden gevolgd
- Na 6 maand: geen atrofie van de multifius, wel een stijging in het vetweefsel en het
bindweefsel, verhoging van de slow-to-fast spiervezels (proces die pas na enige tijd op gang
komt), er zijn tekenen van inflammatie
- Als we dit naast de gegevens van vorige lessen leggen zien we dat er een inhibitie is van de
multifidus, maar dat die wel recupereert, maar wel veranderd op vlak van vervetting en er is
een shift van de vezeltypering (meer type2-vezels)
- Dus in dierenexperimenteel onderzoek zien we dus dezelfde zaken
Figuur = te kennen
Geeft aan wat het tijdsverloop is bij lage rugpijn (1w-3m-6m-9m-12m) en toont wat de
veranderingen zijn in de spieren die voorkomen → gemaakt op basis van dieren en menselijke
onderzoeken
, 1) Acute fase (bevindingen op de afbeelding)
- Vrij kortstondig fenomeen, die na verloop van tijd afneemt
2) Subacute fase
- In de literatuur wordt vaak gesproken van acute rugklachten, chronische rugklachten en
chronische rugklachten vanaf 3 maanden. Alleen zien we dat dit in de praktijk niet echt klopt.
Daarom is het beter om te spreken over een subacute fase, want een chronische fase is pas
vanaf 3 maand.
3) Chronische fase
- Als er atrofie optreedt
2. Manier van aanpak per fase
1) Acute aanpak
- Pijn aanpakken → dit heeft een belangrijke invloed op de spierinhibitie
- De inhibitie van de spier tegengaan, door de spier bewust wakker te maken (mag wel geen
pijn doen), op een zachte tonische manier de spier faciliteren
2) Recurrente klachten → aanpak
- Pijn inhiberen: openende technieken, circulatoire technieken, mobiliserende technieken
- Patient aanraden om zoveel mogelijk actief te blijven → activiteit heeft een anti-inflammatoir
effect, en werkt de accumulatie van bindweefsel tegen.
- Bijkomende oefeningen doen? Ja, zinvol
→ dierenstudies: algemene fysieke activiteit gaat inflammatie tegen en gaat accumulatie van
bindweefsel tegen, maar er is geen specifiek effect op de samenstelling van de multifidus en
op de veranderingen die hier plaats gevonden hebben.
→ wat betekent dit voor de praktijk?
1. Algemene fysieke activiteit promoten
2. Aanraden, aanbevelen dat er specifieke oefening voor de diepe spieren nodig
zijn. (niet aangetoond in dierenstudies, maar wel in menselijke studies, volgt later
nog). Er is evidentie tussen algemene en specifieke oefeningen.
3. Krachttraining is belangrijk, zeker naar de chronische fase toe → deconditioneren
treedt hier op.
3) Chronische aanpak
- Studie in Antwerpen: mensen inzicht geven in pijn, pijnlijke spier wakker maken, conditon
control oefeningen geven,
- Patiënt aanraden om actief te blijven, bedrust vermijden
- Pijneducatie
- Opstap waarbij de diepe spieren wakker gemaakt worden (klein aandeel in de therapie)
- Activiteit stimuleren en tijd-contingent werken ipv pijn-contingent
- Cognitief behavioural approach, mensen gaan begeleiden en sturen zodat het gedrag in het
ADL veranderd
- Een multidisciplinaire approach die een variëteit van oefeningen en activiteit bevat dat
functional directed zijn.