Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Hematologie 2: Immuunhematologie €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Hematologie 2: Immuunhematologie

 15 vues  0 fois vendu

Immuunhematologie met alle bloedgroepsystemen

Aperçu 4 sur 32  pages

  • 15 janvier 2022
  • 32
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (11)
avatar-seller
emmadw

Questions d'entraînement disponibles

Fiches 11 Fiches
€4,49 0 vendus

Quelques exemples de cette série de questions pratiques

1.

ABO-systeem

Réponse: - belangrijkste AG: A, B en A1 - belangrijkste AS: Anti-A en Anti-B - antigen/dragermolecule: A-gen codeert voor 3-alfa-N-acetylgalactosaminetransferase en B-gen codeert voor 3-alfa-galactosyltransferase AS van nature uit tegen AG die men niet bezit ABO-genen op chromosoom 9 -> autosomaal en codominant overgeërfd IgM, Kamertemperatuur, natuurlijke koude AS, klinisch belangrijk

2.

Rhesus-systeem

Réponse: - belangrijke AG: D, C, c, E, e en Cw - belangrijkste AS: Anti-D, Anti-C, Anti-c, Anti-E, Anti-e en Anti-Cw - antigen/dragermolecule: RHD-gen codeert RHD-polypeptide en RHCE-gen codeert RHCE-polypeptide ontdekkers: Levine en Stetson (1939), Landsteiner en Wiener (1940) D-personen geen anti-D -> altijd gevormd na contact met RhD+ bloed -> D-antigenen enkel op RBC Dweak = laag aantal D-antigenen en C in transpositie Dvariant = epitopen zijn gewijzigt IgG, 37°XC, Warme immuunantistoffen, klinisch belangrijk

3.

Lewis-systeem

Réponse: - belangrijke AG: Lea, Leb - belangrijke AS: anti-Lea, anti-Leb - dragermolecule: geen, Le-AG worden geabsorbeerd als type 1 glycosfingolipiden vanuit plasma op de RBCmembraan Leb beter dan Lea AG in plasma, Le-fenotype afhankelijk van ABH-secretorstatus IgM, Koude natuurlijke AS, klinisch niet belangrijk

4.

P-systeem

Réponse: - belangrijke AG: P1 - belangrijkste AS: anti-P1 - antigen/dragermolecule: parogloboside (precursor van P1 waarop galactose gehecht wordt) 5 fenotypes: P1, P2, p, P1k, P2k IgM, Kamertemperatuur, Klinisch niet belangrijk, Koude natuurlijke AS -> Donath-Landsteiner hemolysines: paroxysmale koude hemoglobinurie VS P -> PKH bindt RBC bij koude temp -> RBC = warm -> RBC hemolyse -> AL valt uiteen

5.

I,i-systeem

Réponse: - belangrijke AG: I - belangrijkste AS: anti-I - antigen/dragermolecule: band-3-ew, glucosetransporter waarop N-acetylglucosamine gehecht wordt bij pasgeborenen I nog niet ontwikkeld, enkel i IgM, Kamertemperatuur, Klinisch niet belangrijk, Koude natuurlijke AS Anti-i -> Mononucleosis infectiosa

6.

MNS-systeem

Réponse: - belangrijke AG: M, N, S, s, U - belangrijkste AS: Anti-Lea, anti-Leb - antigen/dragermolecule: glycoproteïne A (MN) en glycoproteïne B (Ss en U) Anti-M en Anti-N: natuurlijke AS, IgM Anti-S, anti-s en anti-U: immuunAS, IgG

Immuunhematologie:
Immuunhematologie = subdicipline van hematologie en houdt zich bezig met het opsporen van
antigenen op RBC en hun respectievelijke antistoffen in het serum.
 Interactie van AG met zijn overeenstemmende AS → transfusiereactie
Immunologie = Studie van de componenten en functie van het immuunsysteem
Immuunsysteem:
- Moleculen, cellen, weefsels en organen die niet-specifieke en specifieke bescherming bieden
tegen:
o micro-organismen
o Microbiële toxines
o Tumorcellen
- Cruciaal voor het overleven van de mens
Bloedgroepen:
Bloedgroep = classificatie van bloed gebaseerd op de aan/afwezigheid van overgeërfde antigenen
die zich op de RBC bevinden.
• Het zijn eiwitten of suikers die op hun beurt vastgehecht zijn op lipiden of eiwitten.
• Een bloedgroepsysteem bestaat uit 1 of meer antigenen gecontroleerd door 1 enkel genlocus
of door 2 of meer nauw verbonden homologe genen met weinig of geen herkenbare
recombinatie (onderling).




Bloedgroep antigenen:
Antigenen zijn substanties die in vivo (en in vitro) kunnen reageren met een specifieke antistof
= Immunogeen (antigeen die een antistof kan opwekken)
Antigen + antistof = hemolyse/agglutinatie
Epitopen →Driedimensionaal geordende chemische groepen
Antigenen van bloedgroepen zijn eiwitten of suikers die zich bevinden op dragermoleculen in de
RBC-membraan , meestal membraaneiwitten of lipiden. Vb. Band-3 eiwit = GP voor ABH en Ii.

,Dragermoleculen:




Gaat de dragermolecule 1x door het membraan → single pass of meerdere keren (multi pass)
GPI = glycosyl phofatidge inositol (gebonden EW)
Antigene determinant
= deel van antigen dat complementair is aan de overeenkomstige antistof → meestal 1à7 suikers bij
glycoproteïnen en glycolipiden en +/- 5 AZ bij de polypeptide
Het deel dat sterkste bindt = immunodominant (meestal terminale suiker of AZ)
STRUCTUUR VAN VERSCHILLENDE BLOEDGROEPSYSTEMEN:
Suiker-gebaseerde bloedgroepsystemen
ABO Glycosyltransferases
P1 Glycosyltransferases
Lewis Fucosyltransferases
Hh Fucosyltransferases
Bloedgroepsystemen op single-pass eiwitdragers
MNS Glycophorin A/B
Kell K-glycoproteïne
Bloedgroepsystemen op multi-pass eiwitdragers
Rh D proteïne / CcEe proteïne
Duffy Fy glycoproteïne
Kidd Ureum-transporter

,Antigenexpressie:
De expressie van bloedgroepantigenen wisselt sterk onder de verschillende bloedgroepsystemen. In
sommige bloedgroepsystemen zien we ook verminderde expressie op FC
Aantal (Ag/RBC)
- A1 800 000 A1 = alle H antigene omgezet naar A
- A2 250 000
- B 750 000 A2 = heb je nog een combinatie van H en A
- Lu 1500 – 4000
- K 3500 – 18000
Leeftijd: niet alle bloedgroepantigenen zijn bij de geboorte ontwikkeld
- ABH (25-50%) , Lu , P1, XgA en Vel niet volledig ontwikkeld bij geboorte.
- I, Le : ontbreken bij geboorte
Dosage-effect : Reactie van overeenstemmende antistof met homozygote cellen > heterozygote
cellen
- Kk, Ee, MN, Ss, JkaJkb
- Antigensuppressie
Antigen-suppressie : Grote C in transpositie in staat om D-antigenen te onderdrukken en zo Dweak
te ontwikkelen van Rh(D): CDe/cDe.
Silent allelen: genen die niet in staat zijn om antigenen te produceren
ANTIGENEN IMMUNOGENICITEIT:
Immunogeniciteit = de potentie/kracht van een bepaald antigen om bij een bepaald individu de
overeenstemmende antistoffen op te wekken.
Bloedgroepsystemen niet op dezelfde manier antistoffen opwekken.
D-antigeen is krachtig immunogeen en zal gemakkelijker zijn antistof opwekken, dan het E-antigeen
Jka <<<< Fy << c/E < K << D
 Immunisatie afh. frequentie blootstelling.
Onderscheid transfusie-zwangerschap :
Tijdens zwangerschap minder bloed van foetus naar moeder
overgaat dan bij transfusie → minder antistoffen gemaakt
+ bij transfusie bloed van verschillende donoren, bij
zwangerschap afkomstig van de partner
RH(+) Dd DD → Rh(-) dd → Anti-D
Jk (a+b-) → Jk (a- b+) → Anti-Jka? De kans eerder klein.
VOLGORDE VAN IMMUNOGENICITEIT:
1. A,B
2. D (8x K)
3. K
4. c, E (3x minder dan K)
5. Fya (25x minder)
6. Jka (50-100x minder)

, ANTISTOFFEN:




Belang van het immuunsysteem:
• Niet-specifiek systeem: Rol van complement
• Specifiek systeem: Rol van antilichamen
Klinische belangrijke AS
- HTR intravasculair / extravasculair
- HDN
- AIHA
Antistoffen = immuunglobulinen met dubbele functie→Combineren met een targetantigen en
vervolgens een biologisch effect genereren
 NATUURLIJKE ANTISTOFFEN:
= Antistoffen aangetoond bij personen die voorheen nooit met bloedproducten in contact kwamen
Voorbeelden
- Anti-A, Anti-B
- Anti-Le, Anti-P1
- Anti-Wra, Anti-Sda (1-2%)
- Anti-K, -MNS, -Lua, -Xga, Anti-E
Auto-AS (Anti-I, Anti-H)
Meestal IgM, koud reagerend
IMMUUNANTISTOFFEN :
= Resultaat van een genetisch ongelijkheid tussen RBC-antigen van donor en recipiënt of van moeder
en foetus.
ontstaan na contact met vreemde bloedgroepantigeen → treedt enkel humorale respons op
vorming van antistoffen dus geen cellulaire respons
 Humorale respons: receptoren op T-lymfocyten zullen de vreemde antigenen herkennen en
vervolgens B-lymfocyten stimuleren en dan prolifereren en evt uitrijpen tot plasmacel.
Memory-cellen blijven achter
Oudste vb. HDN

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmadw. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62890 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter