Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Bewijs in strafzaken CRI4003 €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Bewijs in strafzaken CRI4003

 16 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting bewijs in strafzaken, bevat schema's en uitwerking van begrippen.

Aperçu 4 sur 34  pages

  • 15 janvier 2022
  • 34
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting van Bewijs in Strafzaken
(CRI4003)



Week 1. Inleiding



Kennislip
Waarheidsvinding in het strafrecht = de ten laste legging.
De invulling van deze waarheidsvinding kent twee componenten:
 Procesrechtelijk ; bewijsregels en regels strafproces stellen grenzen
 Materieelrechtelijk; gebonden aan delictsomschrijving en tll
Accusatoir  Waarheid is versie van partijen en het bewijs wordt door hen geleverd (formele w.)
Inquisitoir  Werkelijk gebeurde, overheid levert het bewijs (materiele waarheid)
Waarheidsvinding wordt beperkt door:
- de ten laste legging
- praktische beperkingen zoals tijd en geld
- rechtsbescherming, verdachte/getuigen etc.


Twee soorten bewijsstelsels:
1. Wettelijke bewijsstelsels; de rechter is gebonden aan de in de wet verankerde bewijsregels
- Positief-wettelijk ; een limitatief en gesloten systeem, aantal bewijsmiddelen = bewezen
- Negatief-wettelijk ; limitatief systeem, wanneer niet voldaan aan minimale bewijseisen =
vrijspraak, maar voldaan leidt niet automatisch tot vrijspraak.
2. Vrije bewijsstelsels: beoordeling van de waarde van het bewijs is niet in de wet vastgelegd.
- Conviction intime; enkel persoonlijke overtuiging van rechter is nodig
- Conviction raisonnee; overtuiging moet op basis van algemeen aanvaarde wetenschappelijke
inzichten/ervaringsfeiten, is het bewijs wel of niet voldoende?
In Nederland  negatief-wettelijke bewijsstelsel (art. 338 Sv). Twee voorwaarden om tot een
bewezenverklaring te komen: wettige bewijsmiddelen en rechterlijke overtuiging.
het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, kan door den rechter slechts worden
aangenomen, indien hij daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting door den inhoud van wettige bewijsmiddelen
de overtuiging heeft bekomen.

Er mag niet worden afgeweken van de tll, de rechter heeft een vrije selectie en waardering van
bewijs.


Kenmerken:
1. Rechter overtuigd van schuld, zo niet = vrijspraak
2. Wettige bewijsmiddelen staan in 339 Sv
3. Minimumbewijsregels: 342 lid 2, 341 lid 3 en 4, 344 lid 2 Sv.
4. Bij bewezenverklaring moet het gaan om de vraag heeft verdachte het tll feit begaan (eerste
vraag art. 350 Sv)
5. Overtuiging van de rechter moet voorkomen uit het onderzoek tt.

,Artikel de Groot (poging verkrachting Volkstuin)
In het celmateriaal op de kleding bevindt zich het mannelijk geslachtschromosoom. Het Y-
chromosomale DNA uit het spoor uit de kleding matchte inderdaad met het Y-chromosomale
referentieprofiel. Het Y-chromosomale DNA-profiel blijft onveranderd van generatie op generatie.
Maar ook kunnen mannelijke verwanten buiten de bekende familie voorkomen.
Wat de Groot dus samengevat zegt is dat er al een verdachte op goede gronden, namelijk:
1. Hij heeft een relevant strafblad
2. De manier van handelen is vergelijkbaar met de zaak waarvoor verdachte eerder is veroordeeld
3. De verdachte kent de omgeving
4. Er is een somewhat DNA-match


Dubelaar – overtuiging in strafzaken
Modernisering  In art. 4.3.2.1. van het nieuwe Boek 4 komt een nieuw wettelijk criterium welke
inhoud dat om tot een bewezenverklaring te komen buiten redelijk twijfel moet vaststaan dat
verdachte het feit heeft begaan. De rechterlijke overtuiging blijft ook bestaan.
Het begrip overtuiging leent zich goed voor subjectieve uitleg. Indien het bewijsmateriaal sterk is
maar het gevoel tegenspreekt, moet vrijspraak volgen. Een persoonlijke invulling kan leiden tot
dissociatie (ontkoppeling) van overtuiging en bewijs.
Dissociatie van overtuiging en bewijs kan twee kanten op werken:
1. Een zwakke bezitsconstructie wordt over de streep geholpen door de overtuiging welke
mogelijk is ontleent aan andere zaken dan de bewijsmiddelen
2. Er is voldoende en sterk bewijsmateriaal maar geen overtuiging dus vrijspraak
Hoe subjectiever de overtuiging wordt ingevuld hoe groter het risico op dissociatie van
overtuiging en bewijs. Overtuiging dient op rationele wijze tot stand te komen.


Het nieuwe criterium buiten redelijke twijfel creëert twee routes:
1. Voor de bewijsbeslissing gaat er een dubbel criterium gelden
2. Voor vrijspraak is enkel de overtuiging van belang.
Kenmerk van negatief-wettelijk bewijsstelsel is dat de rechter niet tot een bewezenverklaring hoeft te
komen indien er voldoende wettig bewijsmiddel is. Een constructie waarbij er buiten redelijke twijfel
vaststaat dat verdachte schuldig is maar de rechter niet overtuigd is, is moeilijk uit te leggen aan de
maatschappij.


Cleiren – de rechterlijke overtuiging
Rechterlijke overtuiging is een risicofactor. De overtuiging is het sluitstuk van de rechterlijke
oordeelsvorming.
Art. 338 Sv verondersteld dat de rechter ruimte wordt geboden voor een subjectieve waardering. Kan
dit gezien worden als een zwakke plek? De rechter is niet verplicht te veroordelen wanneer
overtuiging ontbreekt  in dubio pro reo.
Vraagt men rechter hoe de overtuiging wordt vormgegevens, spreekt men van intuïtie,
fingerspitzengefuhl, ervaring en praktische wijsheid.

,Aan de rechterlijke overtuiging worden de volgende functies toegeschreven:
 Inscherpingsfunctie ; rechter moet zich bewust zijn van zijn verantwoordelijkheid
 Normatieve brugfunctie ;
 Bemiddelt tussen de scheiding tussen een (grote) mate van waarschijnlijkheid en het ja/nee-
oordeel
 Complementaire functie ; rechter heeft ruimte voor persoonlijke waardering
 Betrouwbaarheids functie ; maatstaf ter bevordering van het waarheidsgehalte van de
bewijsbeslissing
Maakt de rechter gebruik van een bewezenverklaring die mede berust op eigen waarneming (ter
terechtzitting), dan dient de bewijsconstructie precies te vermelden wat is waargenomen.
De wetgever accepteert (mogelijk onvermijdelijk) dat de rechterlijke overtuiging niet volledig kan
worden bepaald volgens rationele en objectieve maatstaven. Er blijft voor rechter altijd sprake van
een inductieve stap van een hoge mate van waarschijnlijkheid naar een categorisch ja/nee-
oordeel.
Functie van het strafproces: waarheid teneinde overtreders te kunnen bestraffen vs. bescherming
van de burger tegen overheidsinmenging en schending grondrechten.
Het proces is enerzijds doelgericht, instrumenteel en gericht op waarheidsvinding en anderzijds gericht
op waarborging/bescherming van verdachte/slachtoffer.
Dit waarborg- en beschermingskarakter wordt aangeduid als het asymmetrisch beslissingsprincipe
en het pro-defendant bias.
Sprongen die de rechter maakt:
- bepaalde mate van waarschijnlijkheid naar een zekerheidsoordeel en
-

, Week 3




Kennisclip + Dubelaar
Art. 339 Sv : opsomming van wettige bewijsmiddelen:
 Verklaring verdachte (341 Sv)
o Moet gaan om onderzoek op terechtzitting opgaven die hem uit eigen wetenschap
bekend zijn. Je kunt als medeverdachte niet getuigen tegen je medeverdachte in niet-
gevoegde zaken.
o Verbod van denaturering ; als rechter in weerwil van de bedoeling van verdachte een
geheel andere betekenis toekent.
o kennelijke leugenachtige verklaring  kunnen redengevend zijn voor bewijs.
 Verklaring getuige (342 Sv)
o Moet gaan om onderzoek op terechtzitting die hij zelf heeft
waargenomen/ondervonden.
o Wordt een PV opgemaakt van getuigenverklaring?  schriftelijk bescheid (344 lid 1
sub 2).
o Audit-verklaring = horen zeggen, Sinds het De-auditu-arrest (HR 20 december 1926, NJ
1927, 85) geldt in Nederland dat verklaringen van personen die mededelingen van derden
weergeven in een rechtszaak als wettig bewijsmiddel kunnen dienen. Het bewijs moet wel
voldoen aal de eisen van art. 342 Sv en mag niet uit dezelfde bron komen. Auditu-verklaring
zijn dus bruikbaar en rechter moet de waarde van het bewijsmateriaal met uiterste zorg
en nauwkeurigheid nagaan.
o Getuigenverklaring mag geen onzekerheden bevatten, geen gissingen of meningen.
o Éen getuige geen getuige.
 Verklaring deskundige (343 Sv)
Bij het onderzoek op terechtzitting afgelegde verklaring over wat zijn wetenschap en kennis
hem leren omtrent datgene wat aan zijn oordeel onderworpen is, al dan niet naar aanleiding
van een door hem in opdracht uitgebrachte deskundige verslag (schriftelijk stuk).
 Schriftelijke bescheidene (344 Sv)
o Deze moeten worden voorgelezen of samengevat, de soorten staan in lid 1
o Lid 2 bevat een uitzondering op unis testis nulles testis; mogelijkheid dat een
bewezenverklaring stoelt op uitsluitend het pv van een ambtenaar.
 Eigen waarneming rechter (340 Sv)
Restcategorie. Waarneming dient te zijn gedaan op het onderzoek ter terechtzitting en alleen
de door hem in zijn ambtelijke hoedanigheid verrichte waarneming mogen als bewijsmiddel
gelden. Zowel verdachte als Om kunnen zich uitlaten over de waarneming.
Voorbeelden: foto’s, kaarten, moordtuig, lichamen, schouw (318) etc.


Feiten van algemene bekendheid
Deze behoeven geen bewijs ex. art. 339 lid 2 Sv.
ACAB arrest  gegevens ‘die ieder van de rechtstreeks bij het geding betrokkenen geacht moet
worden te kennen of die hij zonder noemenswaardige moeite uit algemeen toegankelijke bronnen kan
achterhalen.’
HR Aloe Capensis  Het gaat daarbij om ‘gegevens die geen specialistische kennis veronderstellen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nadinelafleur. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter