, Psychologie
Deel 1: Psychologie als wetenschap
Hoofdstuk 1: Wetenschappelijkheid van de psychologie
1.1 Een definitie van psychologie
= de wetenschappelijke studie van het gedrag en de onderliggende mentale processen.
] 4 elementen :
- wetenschappelijkheid
- studie
- gedrag
- mentale processen
Mensenkennis ≠ psychologie
] gemeenschappelijk is de interesse in menselijk gedrag en hoe dat ontstaat
] het verschil zit hem in de wetenschappelijkheid van psychologie (eisen die gesteld worden aan
kennis) !
1.2 Wat maakt psychologie tot een wetenschap ?
Objectief wetenschappelijk : een onderzoek ≠ ts objectiviteit en interpretatie !!!
Wordt nagestreefd door convergerende evidentie te zoeken
1.2.1 Criteria voor wetenschappelijk onderzoek
Uitspraken worden als wetenschappelijk gezien als ze voldoen aan 3 criteria :
Objectief waarneembaar : zie jij hetzelfde als wat ik zie
Systematische observatie : mijn onderzoeksplan ligt op voorhand vast en kan door anderen
herhaalt worden
Eenduidige verklaring : er is maar één verklaring mogelijk, andere verklaring voor hetzelfde verband
word uitgesloten
1.2.2 Wetenschappelijke methode (Zimbardo)
1. Hypothese : een bepaald verband tussen verschillende variabelen (dat je wilt onderzoeken)…
vb: “slechts 0,1 % zal een medemens een dodelijke shock toedienen”…
2. Experiment (onafhankelijke en afhankelijke variabele*)
vb: Millgram-experiment
3. Resultaten
vb: meer dan 50% zal de dodelijke shock toedienen
4. Nagaan of verzamelde data de hypothese bevestigd/ tegenspreekt
vb: hypothese eindigen => fouten gemaakt ? => meer onderzoek
5. Bekend maken en bediscussiëren
vragen : representativiteit, significantie, betrouwbaarheid en validititeit
,* onafhankelijke variabele = variabele waarmee gespeeld wordt (≠ beroep, geslacht, opleidingsniveau,
afkomst, …)
* afhankelijke variabele = datgene wat onderzocht, gemeten wordt => het resultaat (vb: aantal shocks
dat geg w)
Wetenschappelijke discussiethema’s :
- Representativiteit : Is mijn steekproef goed gekozen ?
= Is de groep die betrokken is bij het onderzoek wel een goede vertegenwoordiging ?
vb: leeftijd, geslacht, cultuur, intelligentie, …
- Significantie : Hoe sterk is het verband ?
= is de mate waarin de onafhankelijke variabele de afhankelijke beïnvloed wel voldoende en geen
toeval ?
vb: slechts 1% verschil is niet voldoende duidelijk…
- Betrouwbaarheid : kom ik bij herhaling tot dezelfde resultaten ?
= kom je tot zelfde resultaten als je het onderzoek op dezelfde manier later herhaalt in een andere
steekproef
vb: je doet je onderzoek op KdG in 2018 en doet hetzelfde onderzoek op KUL in 2020, …
- Validiteit : meet ik wat ik wil meten ? Meet ik wat ik beweer te meten ?
= heb je de begrippen duidelijk gesteld in je experiment, en heb je die wel degelijk gemeten en niets
anders ?
vb: ‘les bijwonen’ en ‘slaagkans’ maar is aanwezig hetzelfde als bijwonen, vb tijdschrift lezen,
dromen, …
1.2.3 Doelstellingen van de psychologie als wetenschap
Verschillende doelstellingen in theoretische en toegepaste psychologie :
- Theoretische psychologie = wetenschappelijke onderzoeken
- Toegepaste psychologie = gesprek met student over studiekeuze
Theoretische psychologie :
Doel : algemene uitspraken of wetmatigheden over gedragingen formuleren ] wetenschappelijk onderzoek
nodig !
3 doelstellingen :
- beschrijven : voordat onderzoeker vragen kan beantwoorden, moet hij fenomenen eerst nauwkeurig
omschrijven
- verklaren : oorzaken van verschijnselen opzoeken
- voorspellen : als psy de oorzaak van fenomeen kent, weet hij dat gevolgen zich herh. als oorzaak zich terug
voordoet
Toegepaste psychologie :
Doel : het gedrag gaan beïnvloeden, de diepgaande kennis van het menselijk gedrag kan hiervoor een
basis zijn.
1.3 Een definitie van gedrag ?
Gedrag = een zinvolle reactie, op een zinvolle stimulus.
□ zinvol : we hebben er controle over, we kunnen ervoor kiezen.
□ stimulus : prikkel : iets wat een reactie teweeg brengt.
, 1.3.1 Onderscheid betekenisloze en zinvolle stimulus en reactie
Onderscheid betekenisloze en zinvolle stimulus : persoon heeft betekenis gegeven aan de
stimulus.
vb: er is veel wind = betekenisloos; ik vind veel wind onaangenaam = betekenisvol of zinvol
Onderscheid tussen fysiologische reactie en zinvolle reactie (bewust of onbewust)
vb: kippenvel dr wind = fysiologisch; nt in wind blijven staan, mr naar aangenamere plek = zinvolle
reactie
1.3.2 Onderscheid objectief waarneembaar en interpretatie
Objectief waarneembaar : vb. iemand rilt van de kou, iemand gaat weg, …
Interpretatie : vb. ze rilt omwille van mijn spannend verhaal, ze gaat weg omdat het haar teveel
wordt…
1.4 Wat zijn interne/mentale processen ?
Interne processen = de innerlijke processen in een organisme die maken dat een stimulus een
zinvolle situatie wordt en dat er een zinvolle reactie volgt.
Niet onmiddellijk waarneembaar ] moeilijk toetsbaar in wetenschappelijk onderzoek.
1.5 Wanneer nemen we dan iets voor ‘waar’ aan ?
Convergerende evidentie = hoe meer de verschillende onderzoeksresultaten in dezelfde richting
wijzen, hoe dichter we bij de waarheid denken te komen.
] 2 benaderingen voor een orthopedagogisch begeleider :
- Psychologie, gebaseerd op wetenschappelijkheid
- Mensenkennis, gebaseerd op intuïtie
Hoofdstuk 2: korte geschiedenis
2.1 de vroege psychologie
2.1.1 structuralisme
Duitse psycholoog Wundt
Periodieke systeem was een revolutionaire theorie -> schiep orde in de chemie
Wetenschappelijke psychologen op zoek naar bouwstenen, structuur, van de menselijke psyche=
structuralisten
2.1.2 functionalisme
John Dewey
= hoe het bewustzijn ons zou kunnen helpen om de problemen van alledag beter te hanteren
2.2 verschillende invalshoeken
2.2.1 de biologische invalshoek
Op zoek naar de rol van erfelijkheid, het zenuwstelsel en endocriene stelsel in ons gedrag