Publiek recht
Wat is recht?
1ste les 30 september
De bus nemen = recht
Geboren worden = recht, gevraagd naar de naam (juridische zaken regelen)
Probatie uitstel = straf wordt verminderd als de persoon zich gedraagt binnen een periode
Alle straffen onder 1 jaar = begin enkelband, als er overbevolking is krijgt de persoon ook een
enkelband
Er is een grote nood aan psychologisch hulp, maar de realiteit is anders. Er zijn niet genoeg middelen
om mensen de begeleiding te geven die ze moeten krijgen.
Recht en rechtvaardigheid loopt niet altijd samen. Rechtvaardigheid is subjectief. Recht streeft naar
oplossingen en niet naar rechtvaardigheid.
Procedure fouten = zo worden de mensen beschermd tegen de staat. Door kleine fouten worden
schuldigen losgelaten.
2de les 7 oktober
Bureaucratie: veel regels en veel papierwerk
SW komen terecht in een organisatie vol met regelgeving (die moet je kennen)
Moraal: vb. iemand die tegen abortus is, maar toch ermee doorgaat = voelt zich slecht erna
Niet afdwingbaar: niemand kan u daarvoor straffen, je voelt je slecht vanbinnen
Morele schadevergoeding: 1 euro, symbolisch
Provisorische schadevergoeding: later bepaalt welke waarde
Niemand vermoorden: moreel maar ook juridisch
Met voorbedachte raden: zwaardere straf, want moreel niet juist, het was opzettelijk en niet per
ongeluk
Wetgevingen kunnen soms tegen uw moraal zijn: tegen abortus, maar er bestaan abortuswetten
(ook euthanasie)
Moraal is enkel vanbinnen, als het godsdienstig is ga je dat vanbinnen en vanbuiten uitdrukken.
Sharia is interpreteerbaar. De Taliban vind de interpretatie van de sharia in Afghanistan niet streng
genoeg.
Recht = geheel van regels (tussen mensen en de overheid), regels kunnen variëren van tijd en plaats
(vroeger geen stemrecht voor vrouwen)
Sinds 2014 is er een keuzemogelijkheid om de achternaam van de moeder of beide achternamen te
geven aan uw kinderen.
Op haar gezag vastgesteld: coronamaatregelen, zware boetes bij overtreding
Opkomstplicht (gebodsbepalingen) maar geen stemplicht
1
,Publiek recht
3de les 15 oktober
Recht is het geheel der regels die op een bepaald tijdstip, in een bepaalde gemeenschap gelden en
op haar gezag zijn vastgesteld
● Geheel der regels tussen de mensen en het apparaat dat deze regels maakt
● Op een bepaald tijdstip vb. vrouwen hebben pas later stemrechten gekregen, automatisch
naam van de vader
● In een bepaalde gemeenschap vb. vrouwenrechten in Afghanistan worden afgenomen door
de taliban
● Op haar gezag vastgesteld, ze hebben een dwingend karakter vb. er staan sancties op het
overtreden van de corona maatregelen
KENMERKEN VAN HET RECHT
A. Het recht is een geheel van regels, regelingen en instellingen
1. Gebodsbepalingen: "je moet"
● Opkomstplicht vb. In de V.S is er geen plicht, waardoor weinig mensen gaan stemmen
● Leerplicht
● Aangifteplicht van geboorte
● Dienstplicht is opgeschort, niet afgeschaft. Als er nu oorlog zou zijn zouden ze het terug
dwingen in Turkije is er wel een dienstplicht, omdat ze vee bedreigingen ontvangen
● Belastingplicht
2. Verbodsbepalingen: dingen die je niet mag doen
● Verbod op bigamie Meer dan een huwelijk te hebben
● Oneerlijke handelspraktijken geen valse informatie geven
● Strafrecht je mag niet doden
3. Verlofbepalingen: je mag kiezen of je het gebruikt
● Indexering van woninghuur indexering: koppeling van de huurprijs aan de evolutie van de
welvaart. Als de huurprijs stijgt dan stijgt de index
● Huwelijksrecht
4. Technisch regels: leggen plichten op met het oog op uniformiteit
● Dagvaarding (schriftelijke oproep om voor een gerecht te verschijnen), identiteitskaart, akten
van de burgerlijke stand
5. Individuele beslissingen: geen algemene draagwijdte
2
, Publiek recht
● Vonnissen of arresten, bouwvergunningen, benoemingen
B. Variëren in tijd en plaats
Recht en regels zijn een instrument in handen van machthebbers om ons in een bepaalde richting te
sturen om de samenleving op een bepaalde manier te ordenen, volgens hun inzichten.
LIBERTE, EGALITE ET FRATERNITE ALS POLITIEKE IDEOLOGIE
Liberalisme(Liberté): streven naar zoveel mogelijk vrijheid van het individu Open VLD: Alexander
de Kroo, Sophie Wilmes
1831: Hoofdstuk 'Rechten en vrijheden' in de Grondwet burgers beschermen tegen de overheid
Liberalen willen dat de overheid zo weinig mogelijk doet en dat de burgers zo veel mogelijk zelf
kunnen beslissen, belastingenverlaging.
Christen democraten (fraternité): christelijke opvattingen, oog voor gemeenschapszin
en naastenliefde CD&V, Hilde Crevits
Onze samenleving is doordrongen van het christendemocraten gedachtengoed vb. verbod op
bigamie, scheiding moeilijk proces
Kantelpunt – 1990 – abortuskwestie: abortus uit de strafwet halen. Koning Boudewijn weigerde
de wet te ondertekenen omdat hij sterk gelovig was. De koning werd voor een paar dagen
ontslagen.
Kindergeld: vroeger steeg het met de aantal kinderen = boodschap om veel kinderen te krijgen.
Nu krijg je voor elk kind evenveel geld.
Socialisme (égalité): ieder moet dezelfde mogelijkheden krijgen ≠ communisme: iedereen moet
helemaal gelijk behandeld worden vb. Vooruit, Frank Vanderbroecke
Eind 19de eeuw:
• Invloed van Karl Marx - tijd van Daens, grote armoede, veel arbeid in de fabrieken, slecht
betaald
• Arbeiders verenigen zich: oprichting van de Spaarkas (voorloper mutualiteit, geld geven als
iemand ziek was) en het Syndicaat
• 1893: algemeen meervoudig stemrecht voor mannen, mannen mochten meer stemmen
uitbrengen afhankelijk van hun status, arbeiders hadden maar een stem
Begin 20ste eeuw:
● Tijdens WOI groot ongenoegen over de denigrerende verhoudingen in het leger tussen de
Franstalige elite en de Vlaamse soldaten
● 1917: Russische revolutie - Bolsjewieken (communisten, met Lenin aan de macht) komen
aan de macht
3