Moleculaire biologie
Week 1: de celcyclus
De fasen van de cel te beschrijven en de
eiwitten die betrokken zijn bij cytokinese.
Waar vinden we allemaal menselijk DNA?
- Huid van de hand (dode huidcellen aan het oppervlak van onze huid)
- Haarzakjes
- Bloed
- Speeksel
- Urine
- Spierweefsel
Rode bloedcellen hebben geen celkern en bevatten dus geen DNA
De celcyclus
Wat gebeurt er tijdens interfase? (G1, S, G2)
1. Tijdens G1 groeit de cel (volume neemt toe),
mRNA en eiwitten worden gemaakt
2. Tijdens de S fase vindt DNA-replicatie plaats (DNA
wordt gekopieerd)
3. Tijdens G2 vindt weer veel groei plaats en
eiwitsynthese als voorbereiding voor de echte
deling
Wat gebeurt er in mitose (M-fase)?
1. Het verdubbelde DNA wordt gesplitst
2. De cellen scheiden fysiek → cytokinese
Mitose
1. Profase
→ chromosomen condenseren (van lang naar kort zodat ze beter kunnen breken)
→ microtubules worden gevormd (buiten de kern)
2. ProMetafase
→ kernmembraan ‘lost op’
→ microtubules binden aan kinetochores
3. Metafase
→ chromosomen worden op 1 lijn gebracht
→ elk chromatide gebonden aan microtubules
4. Anafase
→ zuster chromatiden splitsen en bewegen in de richting van tegenovergestelde
polen
→ microtubules verkorten zich
5. Telofase
→ chromosomen komen aan bij de polen
→ nieuw membraan wordt gevormd
→ actine-myosine ring contraheerd
IPMAT
,Het chromosoom
Centromeer en kinetochore
• Aan het centromeer binden verschillende
eiwitten: kinetochoor
• De scheiding van de zuster chromatiden
wordt verzorgd door microtubules
Actine en tubuline
= eiwitcomplexen die zorgen dat een cel zijn/haar
, -de samenstelling en locatie van
nucleïnezuren, DNA en verschillende RNA
types te beschrijven en hun functie
benoemen
Week 2: DNA replicatie -de processen van DNA replicatie en
transcriptie uit te leggen en de (functie
Bouwstenen van nucleotiden: van) de betrokken enzymen benoemen
1. Fosfaatgroep (groen) -het tot stand komen van de genetische
2. Suiker (zwart) code uit te leggen en de initiatie, elongatie
3. Basepaar (blauw) en terminatie stappen van de translatie te
a. Purine
} kunnen OH bindingen maken beschrijven
b. Pyrumidine -op papier DNA om te zetten naar RNA en
4. aldehyden en ketonen eiwit
a. Bij suikers: interne hemiactetaalvorming
Uracil komt alleen voor bij RNA
Structuur van de nucleotiden
- Suiker (zwart) + base (blauw) = nucleoside
- Nucleoside + fosfaat (groen) = nucleotide
G – C bindt met 3 OH-bindingen
A-T bindt met 2 OH-bindingen
3 bindingen zijn lastiger om te
verbreken (verwarmen)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur livvu. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.