14. Bespreek strangulatie en wurging. Pwp 6
Strangulatie:
Werktuig = snoer, krachtbron: niet eigen lichaamsgewicht, extern
Pathologie:
- Snoerteken: horizontaal verloop, volledig circulair ! kan ontbreken
- Meestal asfyxietekens
- Verweerletsels
- Soms inwendige halsletsels
Aard overlijden:
- Doding - meestal
- Zelfdoding – zelden wnt men heeft mechanisme nodig dat blijft trekken
nadat men bewusteloos valt
- Ongeval – uitzonderlijk
Slachtoffer = vaak vrouw, dader = vaak man
(Petechiën op oogleden: niet normaal verder onderzoeken!)
Strangulatie kan met verschillende dingen: sjaal, zip ties, touw, …
Wurging:
Werktuig = handen, krachtbron = handen dichtknijpen vd hals met handen (vaak
in context v partnerdoding & seksuele lustmoord)
! ALTIJD (poging tot) doding, kan het niet bij jezelf doen (accidenteel: context v
seksualiteit)
Trage methode: zeer intens, blijven knijpen na bewustzijnsverlies
Pathologie:
- Meestal wurgtekens: kneuzingen, schaaf/krabletsels, nagelindrukkingen
kan ontbreken, wnr slachtoffer zich niet verzet
- Asfyxietekens
- Inwendige halsletsels: verspreide bloeduitstortingen, 1/meer breuken aan
keelskelet (= HET bewijs v wurging), bloedvatletsels altijd halsdissectie
doen
Plotse dood & in bedwang houden: men gaat hen in bedwang houden door hog-tying,
mr dan soms letterlijk mond willen snoeren, hoofd tegen grond duwen
ademhaling belemmerd licht gt uit bij persoon + wordt slap hartaanval
- Plotse hartstilstand
- Combi v asfyxie & hartfalen
Conclusies: Steeds rekening houden met risico’s verbonden met physical restraint,
risicofactoren voor SUD, vermijd druk op borstkas in buikligging, onmiddellijk
stoppen bij plots stoppen v verzet, plotse bewusteloosheid, oppervlakkig/zeer heftige
ademhaling
,15. Bespreek de koolstofmonoxide (CO-)intoxicatie. (pwp 6)
CO = silent killer: geur- & kleurloos gas, je merkt aanwezigheid ervan in kamer niet
Komt van onvolledige verbranding v fossiele brandstoffen (toestellen niet goed
afgesteld), uitademing vd apparaten niet afdoende om gas af te voeren
(schoorsteen elk jaar uitkuisen!)
Hb veel meer affiniteit voor CO dan voor O2, bloedtransport v CO ipv O2
Symptomen = afh v CO-Hb % in bloed:
- > 10%: malaise, hoofdpijn, …
- > 30%: verminderde handelsbekwaamheid
- > 40%: bewustzijnsverlies
- > 60%: dood
Hoe snel & hoe hoog intoxicatiegraad zal zijn = afh v tijdsduur blootgesteld aan CO,
CO-volume in omgevingslucht, lichamelijke conditie
Diagnose:
- Kersrode lijkvlekken
- Rode nagelbedden
- Helrood bloed
- Zalmrode spieren
- Toxicologie!
Aard:
- Meestal ongeval (badkamer!, brand: vitaal teken > 15% CO-Hb)
- Zelfdoding (auto/garage)
- Doding: zelden
Wnr CO zich opstapelt in ruimte concentratie = hoogst bovenaan, dus: zo laag
mogelijk bij grond blijven (bij brand)
Nooit houtskool verbranden in bbq IN huis produceert massa’s CO
!! ramen open zetten
Denk aan CO-intoxicatie indien afgesloten ruimte + potentiële CO-bron
(verwarmingstoestellen, etc.)
16. Bespreek de cyanide (CN-)intoxicatie. (pwp 6)
Cyanide kan men inademen (gas: HCN), inslikken (zoutvorm: cyaankali), vluchtige
vloeistof: blauwzuur, glycosidevorm.
Bronnen: vruchtenpitten, scheikundig product, verdelgingsproduct
Mechanisme overlijden:
- Inname: inademen via longen, inslikken via maag
- CN in bloed cellen: blokkering celademhaling
, - Symptomen: inademing bnn seconden, oraal bnn 15 min
Pathologie: Baksteenrode lijkvlekken, amandelgeur, etsing
Toxicologie: snelle PM-afbraak, bloed, …
Aard overlijden:
- Af en toe doding: gaskamer, executie, …
- Meestal zelfdoding
- Soms ongeval
17. Bespreek het waterlijk. (pwp 7)
= lijk dat zich in water bevindt
Niet elk waterlijk = verdronken!
Typische, niet-specifieke verdrinkingstekens (kunnen ontbreken)
Doodsoorzaak:
- Eigenlijke verdrinking: dood door onderdompeling in vloeistof
Mechanisme overlijden: asfyxie, bloedveranderingen (zoet vs zout water)
Redenen verdrinking: niet kunnen zwemmen, uitputting, hypothermie
(onderkoeling)
Verdrinkingsproces: 5 fasen: (3-5m)
1) Lucht happen (trachten boven water te blijven)
2) Adem inhouden 30s – 1,5m (onder water)
3) Krampachtig ademen indien te lang onder water 1m – 1,5m (water
slikken/inademen, schuim: lucht + slijm)
4) Asfyxie ca 1,5m (bewusteloosheid, spiertrekkingen)
5) Agonie ca 2m - 3m(comateus, evt nog convulsies, ademhalingsbeweging
mogelijk)
‘droge’ verdrinking: hydrocutie (plots contact met koud water), larynxspasme,
badetod
- Badetod: dood door andere oorzaak toevallig onder water, bewustzijnsverlies
in water
Trauma Bv. duikongeval
Ziekte Bv. epilepsie, hartziekte
Intoxicatie Bv. alcohol
- Dood buiten water
Kentekens v verblijf in water: proces = snelst in warm water
- Huidveranderingen: maceratie (rimpeling, wasvrouwenhuid, opperhuid die
water opneemt, gaat verstijven & loskomen (epidermolyse)), loslating
(handschoen-, sokteken), algengroei (lijkt op slijm, kan je niet afwassen)