2. SITUERING EN VINDPLAATS VAN HET VERBINTENISSENRECHT (P15)
2.1 SITUERING IN HET RECHT
Indeling van de rechtstakken:
1. Publiek recht: omvat alle regels die de
organisatie van de staat beheersen en de
regels die van toepassing zijn in de relatie tss
overheid en burger
2. Privaat recht: omvat die regels die
betrekking hebben op de verhouding tss
particuliere personen – natuurlijke personen
en rechtspersonen – onderling
⇨ Verbintenissenrecht is privaatrecht
Ondernemingsrecht:
- In de volksmond handelsrecht genoemd
- Verbintenissenrecht hangt er nauw mee samen
- Ondernemingen kunnen verbintenissen afsluiten met andere ondernemingen of met
particulieren Arbeidsrecht
- Rechtsregels die betrekking hebben op de verhouding werkgever - werknemer
- Men kan werken als werknemer, ambtenaar of zelfstandige
- Werknemer is iemand die onder gezag, leiding en toezicht van een werkgever werkt
o Werknemer moet de instructies opvolgen van zijn werkgever
- Schijnzelfstandige: iemand die het statuut heeft als zelfstandige maar eigenlijk werkt voor
een werkgever (= verboden)
Personen- en familierecht
- Huwelijk & wettelijk samenwonenden: institutie waarin de rechten en plichten tss de
partijen vastliggen
- Feitelijk samenwonenden: geen juridische consequentie
- Koppel wil een huis kopen via een makelaar. De man wil het kopen voor 30%, de vriendin voor 70%.
Zal dit gaan? Men zal eerst het personen-en familierecht moeten nakijken.
Zijn de mensen gehuwd? Zo ja, moet naar het huwelijksvermogen stelsel kijken.
Wettelijk samenwonenden? Bekijken.
Feitelijk samenwonenden? Bekijken.
- 3 huwelijksstelsels:
o Wettelijk stelsel: als men iets verwerft tijdens het huwelijk zal dit als
gemeenschappelijk beschouwd worden
o Stelsel van scheiding van goederen: al hetgeen men verwerft blijft eigen goed
o Stelsel van de algehele gemeenschap
Pagina 1 van 53
, - Koppel is gehuwd en wilt een huis kopen
o Gemeenschap van goederen:
▪ In welk vermogen valt de woning die ze willen kopen?
• Gemeenschappelijk vermogen
• Reden: het beroepsinkomen dat mensen verdienen in het kader van het
wettelijk huwelijksstelsel behoort tot de gemeenschappelijke ‘pot’,
aldus ook wat ermee wordt verworven
• <-> stel de man wilt de woning kopen met zijn spaargeld dan zal de
woning tot zijn eigen vermogen behoren
▪ De herkomst van het geld is belangrijk om te bepalen in welk vermogen de
aankoop zich zal bevinden
▪ Als men sterft gemeenschappelijk pot zal moeten verdeeld worden in twee
• Woning verkopen: geld verdelen in twee
• Of de ene partij kan het aandeel van de andere partij overkopen
▪ Gemeenschappelijk = het behoort beide gehuwden tot het geheel toe
o Stelsel van scheiding van goederen
▪ Meneer wilt de woning aankopen voor 70% - vrouw voor 30%
▪ Kopen de woning SAMEN aan dus de woning komt in onverdeeldheid te zitten
▪ Onverdeeldheid = elk van de partners hebben een deel meneer 70% en mevrouw
30%
▪ Problemen: BW zegt dat niemand kan verplicht worden om in onverdeeldheid
te blijven, op enkele uitz. na (mede-eigendom appartement, beding in contract)
• Situatie waarin gehuwden zouden scheiden maar men beslist om het
huis samen te behouden kan perfect want een onverdeeldheid kan
steeds bestaan buiten het huwelijk (<-> bij het wettelijk stelsel kan dit
niet)
▪ Conclusie voordelen scheiding van goederen
• Men moet geen gelijk deel kopen
• Indien met wilt scheiden is men niet verplicht om dat huis te verkopen
(verschil gekocht in gemeenschap: hoort voor 100% in zijn totaliteit
aan beiden)
Zakenrecht
- Eigendomsrecht
o !!! Art. 544 BW: meest volstrekt zakelijk recht
o Het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover
te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de
verordeningen
- Vruchtgebruik/ naakte eigendom
o Naakte eigenaar heeft eigendomsrecht maar mag er niets mee doen
o De vruchtgebruiker heeft ook eigendomsrecht, mag er ook van genieten
o Vruchtgebruik kan steeds duren zolang de vruchtgebruiker leeft
▪ Vruchtgebruik eindigt door het overlijden van de vruchtgebruiker
▪ Het is niet erfbaar
o EX. ! Man en vrouw overlijden met 2 kinderen. Kinderen hebben elk 25% NE. LLE heeft
50% VE en 50% VG.
▪ 1 van de kinderen komt bij een vastgoedmakelaar en vraagt of men het een
pand wilt verkopen
Pagina 2 van 53
, ▪ Makelaar doet zijn werk niet goed vraagt niet wat zijn eigendomsrechten zijn op
het pand
▪ Delen mee dat hun aandeel uit 50% NE bestaat. Kunnen ze dan het pand verkopen?
▪ 2 problemen:
• Theoretisch kan men enkel de NE verkopen MAAR niemand wilt dit
kopen
• De kinderen zijn in onverdeeldheid met hun moeder. Dus indien zij
willen verkopen moeten ze eerst uit onverdeeldheid treden.
- Recht van opstal
o Recht om in, op of boven een onroerende zaak die eigendom is van iemand anders
gebouwen, werken of beplantingen (de zogenaamde opstallen) in eigendom te
hebben
o Man en juffrouw wonen samen. Juffrouw heeft stuk grond gekregen van haar ouders en
beslissen om erop te bouwen. De man moet het huis bekostigen want hij verdient meer en
de vrouw heeft al de grond verworven. Na twee jaar volgt er een ruzie. De man wil het huis
inkopen voor de helft van de waarde. Probleem recht van natrekking.
▪ Als men bouwt op iemand anders zijn grond, wordt door de trekking op de grond het
eigendomsrecht ook verworven door diegene die eigenaar is van de grond.
▪ Men kan dit vermijden door het recht van opstal te gebruiken. Het recht om
te bouwen op andermans grond zodanig dat het recht van natrekking niet
geld.
• Het verzaken aan het recht van natrekking op een ORG houdt eigenlijk
een vestiging van een recht van opstal in en moet gebeuren bij notariële
akte.
- Erfpacht
- Erfdienstbaarheid
o Is een last op een onroerend goed ten voordele van een ander onroerend goed los van
de persoon die eigendomsrechten heeft op dat ORG
o Het is niet belangrijk wie eigenaar is van het ORG
▪ Zelfs als de eigenaar veranderd, blijft de last op het ORG liggen
o Meestal worden de modaliteiten ook beschreven
▪ Bv. 1 maal in de week recht van doorgang om vuilniszakken buiten te zetten te voet
o In elke verkoopakte/ compromis zal er iets staan over erfdienstbaarheden
▪ Dus ook als er geen zijn: ‘er zijn geen erfdienstbaarheden’
o De houder van het lijdend erf kan de afschaffing van een erfdienstbaarheid aan de
rechtbank vragen op voorwaarde dat hij bewijst dat de erfdienstbaarheid alle nut heeft
verloren (BW)
▪ Nuttig? Men gaat opzoeken in de oude aktes waarom de erfdienstbaarheid ooit
tot stand is gekomen. Op basis van die reden kan men bewijzen dat de
erfdienstbaarheid eigenlijk geen reden meer heeft.
Zakelijke zekerheden
- Als men op een RG/ORG een waarborg
- geeft dan spreekt men van een zakelijke zekerheid
- Bv.: hypotheek ORG ( via notariële akte)
- Bv.: pand RG
Pagina 3 van 53
, 2.2 VINDPLAATS VAN HET VERBINTENISSENRECHT IN DE BELGISCHE WETGEVING
Verschil als men zich met iemand verbindt die particulier is of onderneming.
- Onderneming: verplichtingen volgens het wetboek van economisch
recht Algemeen verbintenissenrecht Titel III & IV van het boek III
Bijzonder verbintenissenrecht andere titels van Boek III
➔ Niet van elkaar los te koppelen
3. BEGRIPSOMSCHRIJVING EN KARAKTERISTIEKE EIGENSCHAPPEN VAN DE VERBINTENIS (P23)
3.1 HET BEGRIP VERBINTENIS
- Geen wettelijke definitie
- Creëert een verbinding, een rechtsband tss personen
o Op grond van die band kan iemand anders iets juridisch afdwingen (eisen) van een
andere persoon
o Wat die ene persoon juridisch kan afdwingen, is het voorwerp van de verbintenis
- Rechtsleer:
o Een verbintenis is… ‘een rechtsband’-…- tussen twee of meer personen, ontstaan
krachtens de wet ingevolge een eenzijdige of meerzijdige rechtshandeling of ingevolge een
andere menselijke gedraging, op grond waarvan de ene(n) jegens de andere(n) – met
name de schuldeiser jegens de schuldenaar – in geld waardeerbare en juridisch
afdwingbare aanspraken kan (kunnen) doen gelden’. (NK)
⇨ Een verbintenis creëert een rechtsband tss personen
⇨ Een verbintenis ontstaat krachtens de wet
⇨ Een verbintenis heeft in geld waardeerbare aanspraken tot voorwerp
⇨ Een verbintenis is afdwingbaar
3.2 KARAKTERISTIEKE EIGENSCHAPPEN VAN DE VERBINTENIS
3.2.1 Een verbintenis creëert een rechtsband tss personen
- Min. twee betrokken personen/ partijen
o Twee soorten personen: natuurlijk persoon en rechtspersoon
o Verbintenis is ook mogelijk tss natuurlijk persoon en rechtspersoon
- De schuldenaar heeft een verbintenis tegenover een schuldeiser
- De schuldeiser heeft een vorderingsrecht tegenover een schuldenaar
Pagina 4 van 53
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur verstuyftmerel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.